Oefeningen op veerkracht
1 / 12
La durée de la leçon est: 20 minÉléments de cette leçon
Slide 1 - Diapositive
Je hangt een gewicht aan een dynamometer. Door welke kracht rekt de dynamometer uit?
A
Veerkracht
B
Zwaartekracht
C
Spierkracht
Slide 2 - Quiz
Naar welke kant werkt de veerkracht op bij een dynamometer?
A
Naar boven
B
Naar onder
Slide 3 - Quiz
Een trampoline heeft veerkracht.
A
waar
B
niet waar
Slide 4 - Quiz
Hoe groter de massa aan een veer hoe .... de uitrekking
A
Groter
B
Kleiner
Slide 5 - Quiz
Bij een twee keer zo grote kracht wordt de uitrekking van de veer
A
twee keer groter
B
twee keer kleiner
C
even groot
D
vier keer zo groot
Slide 6 - Quiz
De uitrekking van een veer is 2 cm bij een kracht van 10 N. Wat is de uitrekking bij een kracht van 5 N?
A
1 cm
B
2 cm
C
3 cm
D
4 cm
Slide 7 - Quiz
De uitrekking van een veer is 2 cm bij een kracht van 10 N. Wat is de uitrekking bij een kracht van 20 N?
A
1 cm
B
2 cm
C
3 cm
D
4 cm
Slide 8 - Quiz
De uitrekking van een veer is 2 cm bij een kracht van 10 N. Als de uitrekking 6 cm is, wat is dan de kracht?
A
5 N
B
10 N
C
20 N
D
30 N
Slide 9 - Quiz
Bereken de kracht die nodig is om de veer van een flipperkast 5,0 cm in te drukken als de veerconstante 32 N/cm is. (oef 7 in de cursus)
Slide 10 - Question ouverte
Slide 11 - Diapositive
Oef 12: Je hangt een reiskoffer van 11,0 kg aan een bagagebalans. De veer binnen in het toestel wordt daardoor
7,0 cm langer.
• Bereken de veerconstante.
7,0 cm langer.
• Bereken de veerconstante.
