Zinnen schrijven
1 / 21
Éléments de cette leçon
Slide 1 - Diapositive
Schrijf een zin over:
je naam en leeftijd.
je naam en leeftijd.
Slide 2 - Question ouverte
Schrijf een zin over:
uit welk land je vandaan komt.
uit welk land je vandaan komt.
Slide 3 - Question ouverte
Schrijf een zin over:
het eten dat je lekker vindt.
het eten dat je lekker vindt.
Slide 4 - Question ouverte
Schrijf een zin over:
het weer van vandaag.
het weer van vandaag.
Slide 5 - Question ouverte
Schrijf een zin over:
welk schoolvak je het leukste vindt.
welk schoolvak je het leukste vindt.
Slide 6 - Question ouverte
Schrijf een zin over:
wat je van Nederland vindt.
wat je van Nederland vindt.
Slide 7 - Question ouverte
Schrijf een zin over:
iets dat je leuk vindt.
iets dat je leuk vindt.
Slide 8 - Question ouverte
Sinterklaas
Slide 9 - Carte mentale
Schrijf een zin over Sinterklaas.
Slide 10 - Question ouverte
Op welke datum vieren we Sinterklaas in Nederland
A
3 december
B
4 december
C
5 december
D
6 december
Slide 11 - Quiz
Heb jij wel eens Sinterklaas gevierd?
A
Ja
B
Nee
Slide 12 - Quiz
Maak een zin over:
Wat vind jij van het Sinterklaas feest?
Wat vind jij van het Sinterklaas feest?
Slide 13 - Question ouverte
kerst
Slide 14 - Carte mentale
Maak een zin over:
Wat ga jij doen in de kerstvakantie?
Wat ga jij doen in de kerstvakantie?
Slide 15 - Question ouverte
Deze klas
Slide 16 - Carte mentale
Maak twee zinnen over jullie mentoren
1 zin :meneer Wouter
1 zin: mevrouw Andra
1 zin :meneer Wouter
1 zin: mevrouw Andra
Slide 17 - Question ouverte
Maak een zin over:
Iets wat je zelf goed kan.
Iets wat je zelf goed kan.
Slide 18 - Question ouverte
Maak een zin over:
Iets wat je moeilijk vindt.
Iets wat je moeilijk vindt.
Slide 19 - Question ouverte
Maak een zin met:
Noem iets leuks uit je geboorteland.
Noem iets leuks uit je geboorteland.
Slide 20 - Question ouverte
Type een compliment
