4.2 De waterkringloop

• Aardrijkskunde
• Middelbare school
• vmbo t, havo
• Leerjaar 1

4.2 De waterkringloop

TH

Leerdoelen

- Je weet hoe het water op aarde verdeeld is over zoet water, zout water en ijs.

-Je kunt de korte waterkringloop beschrijven.

-Je kunt de lange waterkringloop beschrijven.

Nodig: Markeerstift!

Het water op aarde

• Ruim 97% is zout water
• De rest is zoet water 

- ruim twee derde: sneeuw en ijs
- bijna een derde grondwater in de bodem

• 1% van al het water is bruikbaar

- drinkwater
- landbouw 

De korte waterkringloop

• Water stijgt door verdamping op uit oceanen en zeeen
• Vochtige lucht stijgt op en koelt af
• Er ontstaan wolken
• Water valt als neerstal weer terug in de zee

Oppervlakte water                           al het zichtbare water op aarde 

De lange waterkringloop

• Neerslag valt op het land

       - een deel verdampt

       - een deel stroomt terug naar zee

                    - via beken en rivieren

                    - via gletsjers

Zout en minder zout water

• Neerslag  bevat geen zout
  
• Rivieren bevatten zout uit gesteenten

        - Rivierwater is niet zoet maar

            minder zout

• Zeewater bevat drie eetlepels zout per liter. 

IJs van een miljoen jaar oud

• Op Antartica ligt zeer oud ijs.
• Dit ijs maakt ook deel uit van de lange waterkringloop.
• Hoeveelheid water op aarde blijft gelijk, maar de vorm verandert. 

       - Het water wordt niet gelijk verdeeld op de wereld.