‹Revenir à la recherche

Een worst met een gezicht en verleden tijd herhalen

Nederlands
Groep 7



MP3

Maandag 20 juni 2022
Dinsdag 21 juni 2022
Juf Francien

1 / 44
suivant
Slide 1: Diapositive
NT2BasisschoolGroep 7

Cette leçon contient 44 diapositives, avec diapositives de texte.

time-iconLa durée de la leçon est: 60 min

Éléments de cette leçon

Nederlands
Groep 7



MP3

Maandag 20 juni 2022
Dinsdag 21 juni 2022
Juf Francien

Slide 1 - Diapositive

Deze les herhalen we de woorden van de laatste periode van vorig schooljaar. Ik ga ervan uit dat allebei de groepen het verhaal 'een wortel voor Max' hebben gedaan, dan kunnen we volgende les aan iets nieuws beginnen.
Huiswerk:
Kijk tenminste 3x per week het 
Jeugdjournaal.
Vul de vragen in op het werkblad.

Slide 2 - Diapositive

Cet élément n'a pas d'instructions

Wat gaan we doen?
Wat eet je liever?
Werkwoordspelling verleden tijd herhalen
Woordzoeker
Hotel Hallo een worst met een gezicht

Slide 3 - Diapositive

Cet élément n'a pas d'instructions

Vraag van de week
Wat eet je liever?

Slide 4 - Diapositive

Cet élément n'a pas d'instructions

water
rijst

Slide 5 - Diapositive

Cet élément n'a pas d'instructions

Werkwoordspelling verleden tijd

Slide 6 - Diapositive

Cet élément n'a pas d'instructions

regelmatige werkwoorden
werkwoorden die
+te (singular)
+ten (plural)
of
+de (singular)
+den (plural)

krijgen in de verleden tijd
Voorbeelden:
Ik ren/ik rende
Wij huilen/wij huilden
Ik lach/wij lachten
Wij fietsen/wij fietsten

Slide 7 - Diapositive

Cet élément n'a pas d'instructions

Hoe weet je of je +de/den of +te/ten moet gebruiken?

Slide 8 - Diapositive

Cet élément n'a pas d'instructions

Neem de stam van het werkwoord:
rennen-ik ren
lachen-ik lach
Kijk naar de laatste letter

Slide 9 - Diapositive

Cet élément n'a pas d'instructions

Slide 10 - Diapositive

Cet élément n'a pas d'instructions

Slide 11 - Diapositive

Cet élément n'a pas d'instructions

Slide 12 - Diapositive

Cet élément n'a pas d'instructions

Slide 13 - Diapositive

Cet élément n'a pas d'instructions

Is de laatste letter van de stam:
t-x-s-ch-k-f-p
Ja? dan wordt het -te/ten
Nee? dan wordt het -de/den

Slide 14 - Diapositive

Cet élément n'a pas d'instructions

Slide 15 - Diapositive

Cet élément n'a pas d'instructions

Even oefenen
schrijf op je whiteboard de stam van 
Wandelen

Slide 16 - Diapositive

Cet élément n'a pas d'instructions

Even oefenen
schrijf op je whiteboard de ik-vorm verleden tijd van 
wandelen
ik......................

Slide 17 - Diapositive

Cet élément n'a pas d'instructions

Even oefenen
schrijf op je whiteboard de wij-vorm verleden tijd van 
wandelen
wij......................

Slide 18 - Diapositive

Cet élément n'a pas d'instructions

Even oefenen
schrijf op je whiteboard de stam van 
horen

Slide 19 - Diapositive

Cet élément n'a pas d'instructions

Even oefenen
schrijf op je whiteboard de ik-vorm verleden tijd van 
horen
ik......................

Slide 20 - Diapositive

Cet élément n'a pas d'instructions

Even oefenen
schrijf op je whiteboard de wij-vorm verleden tijd van 
horen
wij......................

Slide 21 - Diapositive

Cet élément n'a pas d'instructions

Slide 22 - Diapositive

Cet élément n'a pas d'instructions

Zoek zoveel mogelijk werkwoorden in de verleden tijd

Slide 23 - Diapositive

Cet élément n'a pas d'instructions

Werk in drietallen
De grootste is Manon
De middelste is Max
De kleinste is Mia
En lees de tekst....

Slide 24 - Diapositive

Cet élément n'a pas d'instructions

Slide 25 - Diapositive

Cet élément n'a pas d'instructions

Slide 26 - Diapositive

Cet élément n'a pas d'instructions

Ook handig

Slide 27 - Diapositive

Cet élément n'a pas d'instructions

Slide 28 - Diapositive

Cet élément n'a pas d'instructions

tegenwoordige tijd (NU)
de jongen
rent
op de stoep

Slide 29 - Diapositive

Cet élément n'a pas d'instructions

Verleden tijd (TOEN)
de jongen
op de stoep
rent verandert in de verleden tijd
rent

Slide 30 - Diapositive

Cet élément n'a pas d'instructions

het werkwoord
enkelvoud
meervoud
       rennen
          ren
-en

Slide 31 - Diapositive

Cet élément n'a pas d'instructions

de stam
enkelvoud
          ren
stam
          ren

Slide 32 - Diapositive

Cet élément n'a pas d'instructions

Wanneer schrijf je -de(n) en wanneer -te(n)
't ex- kofschip

Slide 33 - Diapositive

Cet élément n'a pas d'instructions

stam
ren
laatste letter?  
't ex-fokschaap
ja
nee
+ de
+ den
+ te
+ ten
rende
de jongen... op de stoep

let op!  de jongen
is enkelvoud

Slide 34 - Diapositive

Cet élément n'a pas d'instructions

Verleden tijd (TOEN)
de jongen
rende
op de stoep

Slide 35 - Diapositive

Cet élément n'a pas d'instructions

Nu jij!
mama
in de supermarkt
          werken

Slide 36 - Diapositive

Cet élément n'a pas d'instructions

de stam
enkelvoud
stam

Slide 37 - Diapositive

Cet élément n'a pas d'instructions

stam
werk
laatste letter?  
't ex-fokschaap
ja
nee
+ de
+ den
+ te
+ ten
gisteren ..... het meisje

let op!  het meisje 
is enkelvoud

Slide 38 - Diapositive

Cet élément n'a pas d'instructions

mama
werkte
in de supermarkt

Slide 39 - Diapositive

Cet élément n'a pas d'instructions

let op!
de kinderen
op de bank
praten

Slide 40 - Diapositive

Cet élément n'a pas d'instructions

het werkwoord
enkelvoud
meervoud
praten
       praat
-en

Slide 41 - Diapositive

Cet élément n'a pas d'instructions

de stam
enkelvoud
praat
stam
praat

Slide 42 - Diapositive

Cet élément n'a pas d'instructions

stam
praat
laatste letter?  
't ex-fokschaap
ja
nee
+ de
+ den
+ te
+ ten
praatten
gisteren .....  de jongens

let op! de kinderen is meervoud!

Slide 43 - Diapositive

Cet élément n'a pas d'instructions

de kinderen
praatten
op de bank

Slide 44 - Diapositive

Cet élément n'a pas d'instructions

Plus de leçons comme celle-ci

dag 5 *** zinnen met verleden tijd (wie + doet + waar)

- Leçon avec 19 diapositives
NT2Basisschool

Steensoep werken in 3 groepen

- Leçon avec 35 diapositives
NT2BasisschoolGroep 7

dag 6 *** zinnen met verleden tijd (wie+doet+wie)

- Leçon avec 18 diapositives
NT2BasisschoolGroep 4

dag 4 *** zinnen met verleden tijd (wanneer + doet + wie)

- Leçon avec 21 diapositives
NT2BasisschoolGroep 4-6

Werkwoordspelling VT (sterke en zwakke werkwoorden)

- Leçon avec 33 diapositives
NederlandsPraktijkonderwijsLeerjaar 2

*** knipwerkwoord in de verleden tijd

- Leçon avec 17 diapositives
NT2BasisschoolGroep 5

Proefles o.v.t. zwakke en sterke werkwoorden, 1F

- Leçon avec 27 diapositives par SCORE Nederlands vo/mbo
NederlandsMiddelbare schoolvmboLeerjaar 1
SCORE Nederlands vo/mboSCORE Nederlands vo/mbo

Spelling persoonsvorm in de vt

- Leçon avec 25 diapositives
Steunles spellingMiddelbare schoolvmbo, mavoLeerjaar 1