les 2 grammatica opfris (werkwoordspelling / spellingsregels) en bronnen gebruiken

• Nederlands
• MBO
• Studiejaar 1

Les 2

Programma

Grammatica werkwoordspelling opfrissen

Bronnen gebruiken

Werkwoordspelling

Werkwoordspelling

Werkwoordspelling

Spellingsregels 

Meervoud? 

Tussenletters?

Aan elkaar of los?

Eind op -e of -en?

Tussenletters gebruiken

Tussenletters -en:

Het eerste deel heeft alleen meervoud op -en.

krant + jongen = krantenjongen

Eerste deel krant: krant - kranten

Tussenletters gebruiken

Tussenletters -e:

Het eerste deel is geen zelfstandig naamwoord.

lach + bek = lachebek

lach is een vorm van het werkwoord lachen

Sommige of sommigen?

Beide of beiden?

Als alle, eerste, enige, enkele, laatste of sommige zelfstandig in een zin staat, komt er een n achter als het om mensen gaat.

Gaat het niet om mensen, dan komt er geen n achter.

Als deze woorden voor een znw staan,
komt er nooit een n achter.

Bronnen 

Wat is een betrouwbare bron?

Antwoord

Betrouwbare bronnen kun je vinden via het internet, de bibliotheek/mediatheek, in radio- en/of tv-programma’s en interviews of enquêtes met deskundigen.

Onbetrouwbare bronnen

Betrouwbare bron: check!

Je kunt de betrouwbaarheid van bronnen controleren op: www.webdetective.nl. 

Wat is het verschil tussen een citaat en een bronvermelding?

01:05

Via welk kanaal werd dit nepnieuws verspreid?

1. Facebook
2. Whatsapp
3. Twitter
4. Een ziekenhuis

01:44

Hoe kwam Lubach erachter dat dit nepnieuws was?

03:13

Hoe ontstond dit nepnieuws over paracetamol slikken i.p.v. ibuprofen?

1. Door een tweet van de Franse minister van gezondheid dat ibuprofen klachten verergerd.
2. Door een Whatsappbericht van een buurman over de stand van Jupiter en het planten van groente in je moestuin.
3. Door een gerucht in Frankrijk om cocaïne te gebruiken.

2.2 Bronnen gebruiken

Verzamel betrouwbare bronnen. Bekijk altijd meerdere bronnen, want dan krijg je een volledig beeld van het onderwerp. 

1. Sla de bron op onder een duidelijke naam.

2. Noteer direct de bron van je informatie.

3. Pak je schrijfplan erbij. Zoek bij elk deelonderwerp de belangrijkste informatie uit je bronnen. Markeer deze informatie in de tekst. 

4. Je mag tekst niet letterlijk overnemen. Zet de tekst in eigen woorden gebruik een citaat. 

5. Gebruikte bronnen beschrijf je in de bronvermelding. 

Wat moet je doen als je citeert?

1. De tekst in cursief zetten (schuingedrukt)
2. Een witregel voor en na het citaat gebruiken.
3. De tekst in eigen woorden zetten.
4. De tekst tussen aanhalingstekens zetten.

Opdrachten

2.2 bronnen gebruiken opdracht 1 en 2

Wat is het belangrijkste dat je deze les geleerd hebt?

Hoe werkt het met LessonUp?