VWO 5 - devoirs - vwo 2016-I tekst 5

Introductie
Op de volgende paar slides vind je de signaalwoorden die wij in de les behandeld hebben. 
Deze slides mag je overslaan als dit allemaal al duidelijk is. 

Daarna vind je de slide met de link naar tekst 5. 
De slides die daarop volgen zijn de vragen bij tekst 5. 


1 / 31
suivant
Slide 1: Diapositive
FransMiddelbare schoolvwoLeerjaar 5

Cette leçon contient 31 diapositives, avec quiz interactifs, diapositives de texte et 1 vidéo.

time-iconLa durée de la leçon est: 45 min

Éléments de cette leçon

Introductie
Op de volgende paar slides vind je de signaalwoorden die wij in de les behandeld hebben. 
Deze slides mag je overslaan als dit allemaal al duidelijk is. 

Daarna vind je de slide met de link naar tekst 5. 
De slides die daarop volgen zijn de vragen bij tekst 5. 


Slide 1 - Diapositive

Signaalwoorden die een bewering voortzetten
Toevoeging, aaneenschakeling, opsomming, opeenvolging
En - Et
Ook, eveneens - Aussi, également
Bovendien, daarenboven - En outre, de plus
Ten eerste - D’abord
Dan, vervolgens - Puis, ensuite
Ten slotte, uiteindelijk - Enfin, finalement
Alles wel beschouwd - En fin de compte, tout compte fait,
après tout
Rangtelwoorden - Premièrement
, Deuxièmement, Troisièmement 
Niet alleen…, maar ook… - Non seulement…, mais encore…

Slide 2 - Diapositive

Toevoeging, aaneenschakeling, opsomming, opeenvolging
Voorbeelden: 
En - Et
En réalité, derrière
une discipline que l’on pourrait croire tombée en désuétude, réservée aux nostalgiques, il y a un univers multiforme et une pratique contemporaine ouverte à tous.  
Achter een discipline waarvan je zou kunnen verwachten dat het niet meer geoefend wordt, dat alleen voor nostalgische mensen zou zijn, is er in werkelijkheid een meervoudig universum en een hedendaagse praktijk die open is voor iedereen. 


Slide 3 - Diapositive

Toevoeging, aaneenschakeling, opsomming, opeenvolging
Voorbeelden: 
Ook, eveneens - Aussi, également
(Het gaat hiervoor over de verschillenden muzikanten.)
Leurs
styles musicaux aussi sont très variés : cela va du classique au hiphop, en passant par le rock et le reggae. 
Hun muziekstijlen zijn ook erg gevarieerd: het gaat van klassiek tot hiphop, en ook van rock tot reggae.
(In de tekst heeft hij al meerdere dingen weerlegd.)
Il contredit également l’idée répandue qu’il suffit de suivre un régime et de faire de l’exercice trois ou quatre fois par semaine pour annuler les effets d’un travail sédentaire. 
Hij spreekt ook het wijdversprijde idee tegen dat het genoeg is om een dieet te volgen en 3 tot 4 keer per week te sporten om het effect van sedentair werk te stoppen. 

Slide 4 - Diapositive

Toevoeging, aaneenschakeling, opsomming, opeenvolging
Voorbeelden: 
Dan, vervolgens - Puis, ensuite
Puis le HEMA ouvrit ses portes, enfin un magasin destiné au grand public !
Vervolgens opende de HEMA zijn deuren, eindelijk een winkel voor iedereen!
Passer neuf heures par jour derrière un bureau ruine la santé, et peu importe que l’on aille ensuite à la salle de sport ou que l’on s’installe devant la télé.
Negen uur per dag achter een bureau doorbrengen verwoest de gezondheid, het maakt dan niet veel meer uit of je vervolgens naar de sportschool gaat of voor de tv gaat zitten.

Slide 5 - Diapositive

Signaalwoorden die een bewering voortzetten
Bevestiging
Inderdaad - En effet, effectivement
Terecht, met reden - À juste titre, avec raison
Natuurlijk, vanzelfsprekend - Évidemment, certainement, bien sûr, naturellement
Ongetwijfeld - Sans aucun doute
Verklaring, uitleg
Want, omdat - Car, parce que
Omdat - Puisque
Daarom, dat komt omdat - C’est pourquoi, c’est que
Daarom, dan ook - Aussi (aan het begin van de zin)
Dat wil zeggen, te weten - C’est-à-dire, à savoir
Te meer omdat - D’autant plus que
Zo, op die manier - Comme ça
: - :



Slide 6 - Diapositive

Exercices
Si tu cliques sur le bouton 'Texte 5' le texte s'ouvrira. 

Slide 7 - Diapositive

Stappenplan - grote lijnen
1. Lees van elke alinea de eerste en laatste zin. 
2. Schrijf kort op waar de alinea over gaat gebaseerd op deze twee zinnen. 
Lees nu eerst in grote lijnen de 4e en 5e alinea.

Slide 8 - Diapositive

Qu’est-ce qui est vrai d’après le 4ème alinéa ?
A
Les gens surestiment l’effet positif d’un régime équilibré.
B
En exerçant un travail sédentaire, les gens maigres courent moins de risques que les obèses.
C
Les spécialistes mettent trop l’accent sur le rapport entre l’inactivité et l’obésité
D
Le travail sédentaire nuit à la santé de chaque individu, même si on fait du sport régulièrement.

Slide 9 - Quiz

Qu’est-ce que le dernier alinéa
illustre ?
A
A quel point les activités sportives qui demandent beaucoup d’effort nuisent à la santé.
B
Comment on peut réduire les conséquences fâcheuses d’une existence sédentaire.
C
Pourquoi il vaudrait mieux revenir aux conditions de vie d’il y a deux cent mille ans.
D
Que les pensées de l’écrivain Dante sont encore en vogue de nos jours.

Slide 10 - Quiz

Tip! Zoek gericht naar de informatie
De volgende vraag gaat over de eerste alinea.

Slide 11 - Diapositive

De eerste alinea is inhoudelijk opgebouwd uit twee delen.
Citeer de eerste twee woorden van de zin waarmee het tweede gedeelte van de alinea begint.

Slide 12 - Question ouverte

Tip! Zoek gericht naar verbanden.
De volgende vraag gaat over alinea 2.

Slide 13 - Diapositive

« L’activité … spirale négative” » (lignes 37-42)
Comment ce passage se rapporte-t-il à la phrase qui précède ?

A
Il l’affaiblit.
B
Il la résume.
C
Il l’explique.
D
Il s’y oppose.

Slide 14 - Quiz

Tip! Zoek gericht naar de informatie in de tekst.
De volgende vraag gaat over alinea 3.

Slide 15 - Diapositive

Geef van elke bewering aan of deze wel of niet overeenkomt met de derde alinea.
1 En marchant, on utilise le double des calories qu’on utilise étant assis.
2 Selon des recherches, les hommes meurent plus souvent que les femmes suite à un travail sédentaire.
A
1. niet 2. niet
B
1. niet 2. wel
C
1. wel 2. niet
D
1. wel 2. wel

Slide 16 - Quiz

Tu as fini !
Voilà, tu as fini tes devoirs. 

Op de volgende slides staan extra opdrachten om te herhalen en jezelf uit te dagen. Deze zijn facultatief.
De thema's zijn:
- signaalwoorden uit de les herhalen
- luistervaardigheid : Roland Garros
- leesvaardigheid : 'Les fans de K-pop, soutiens inattendus du mouvement Black Lives Matter'

Slide 17 - Diapositive

Connecteurs / Signaalwoorden

Op de volgende slides kun je oefenen met de signaalwoorden en hun verbanden.

Kies telkens de juiste vertaling van het signaalwoord & het juiste verband.

Slide 18 - Diapositive

Wat is de betekenis en het verband van "également"?
A
vervolgens - aaneenschakeling
B
vervolgens - bevestiging
C
eveneens - aaneenschakeling
D
eveneens - bevestiging

Slide 19 - Quiz

Wat is de betekenis en het verband van "puisque"?
A
omdat - verklaring
B
omdat - aaneenschakeling
C
dus - verklaring
D
dus - aaneenschakeling

Slide 20 - Quiz

Wat is de betekenis en het verband van "à juste titre"?
A
terecht - aaneenschakeling
B
terecht - bevestiging
C
zeker - aaneenschakeling
D
zeker - bevestiging

Slide 21 - Quiz

Wat is de betekenis en het verband van "puis"?
A
vervolgens - aaneenschakeling
B
vervolgens - bevestiging
C
eveneens - aaneenschakeling
D
eveneens - bevestiging

Slide 22 - Quiz

Wat is de betekenis en het verband van "à savoir"?
A
bevestigend - bevestiging
B
bevestigend - verklaring
C
te weten - bevestiging
D
te weten - verklaring

Slide 23 - Quiz

Wat is de betekenis en het verband van "évidemment"?
A
terecht - aaneenschakeling
B
terecht - bevestiging
C
natuurlijk - aaneenschakeling
D
natuurlijk - bevestiging

Slide 24 - Quiz

Luistervaardigheid

Op de volgende slide kun je oefenen met de luistervaardigheid.



Het filmpje gaat over Roland Garros. 
Een tenniscomplex en een bekend tournooi zijn naar hem vernoemd. 

Slide 25 - Diapositive

4

Slide 26 - Vidéo

00:23
Quelle était la passion de Roland Garros ?
A
le cyclisme
B
le tennis
C
l'aviation
D
le foot

Slide 27 - Quiz

00:43
Roland Garros was de 1e persoon die met een vliegtuig de middellandse zee overstak. Wat gebruikte hij hiervoor?
A
een blikopener
B
een kompas
C
een tennisracket
D
een landkaart

Slide 28 - Quiz

01:00
Wat is er niet waar over Roland Garros?
A
Hij vocht mee in de eerste wereldoorlog.
B
Hij verstopte zich in de Alpen in 1915.
C
Hij was drie jaar oorlogsgevangene tot hij ontsnapte.
D
Hij overleed toen hij 30 was, omdat zijn vliegtuig ontplofte.

Slide 29 - Quiz

01:08
Un ami de Roland Garros fait donner son nom au stade de tennis.
Sait-on pourquoi?
A
Oui
B
Non

Slide 30 - Quiz

Leesvaardigheid



Les fans de K-pop, soutiens inattendus du mouvement Black Lives Matter
Sur les réseaux sociaux, encouragés par leurs artistes préférés, les fans de pop coréenne s’organisent pour donner plus d’ampleur au mouvement militant afro-américain.

Slide 31 - Diapositive