Paragraaf 2.2 oefen opgaven

check leerdoelen:

O Je kent klimaatkenmerken volgens het klimaatsysteem van Köppen.
O Je kunt m.b.v. het klimaatsysteem van Köppen bepalen welk klimaat past bij een klimaatgrafiek
O Je kent de klimaatfactoren. 
O Je weet de algemene regels horende bij de klimaatfactoren.
o Je kunt uitleggen wat wordt bedoeld met een relatief warme of koude zeestroom.

1 / 29
suivant
Slide 1: Diapositive
AardrijkskundeMiddelbare schoolhavoLeerjaar 4

Cette leçon contient 29 diapositives, avec quiz interactifs et diapositive de texte.

time-iconLa durée de la leçon est: 45 min

Éléments de cette leçon

check leerdoelen:

O Je kent klimaatkenmerken volgens het klimaatsysteem van Köppen.
O Je kunt m.b.v. het klimaatsysteem van Köppen bepalen welk klimaat past bij een klimaatgrafiek
O Je kent de klimaatfactoren. 
O Je weet de algemene regels horende bij de klimaatfactoren.
o Je kunt uitleggen wat wordt bedoeld met een relatief warme of koude zeestroom.

Slide 1 - Diapositive


Welke letters passen volgens het klimaatsysteem van Köppen achtereenvolgens bij de temperatuurlijnen in de diagrammen hiernaast?
A
A, E, D
B
A, B, C
C
C, B, D
D
C, A, C

Slide 2 - Quiz

Welk klimaat is afgebeeld. Noteer met letters van Köppen.

Slide 3 - Question ouverte

Welk klimaat is afgebeeld. Noteer met letters van Köppen.

Slide 4 - Question ouverte

Welk klimaat is afgebeeld. Noteer met letters van Köppen.

Slide 5 - Question ouverte

Welk klimaat is afgebeeld. Noteer met letters van Köppen.

Slide 6 - Question ouverte

Welke hoofdletter krijgt het aride klimaat volgens Köppen?
A
A
B
B
C
C
D
D

Slide 7 - Quiz

Warmste maand boven de 10 en koudste maand onder de -3 is een....
A
A-klimaat
B
B-klimaat
C
C-klimaat
D
D-klimaat

Slide 8 - Quiz

Welke temperatuurfactor zorgt ervoor dat de havens in Noorwegen 's winters ijsvrij zijn?
A
Breedteligging
B
Hoogteligging
C
Ligging van gebergten
D
Wind- en zeestromen

Slide 9 - Quiz

De staat New York ligt aan zee, maar heeft wel een landklimaat. Met welke factor heeft dat te maken?
A
De overheersende windrichting
B
De ligging van gebergten
C
De breedteligging
D
De hoogteligging

Slide 10 - Quiz

Als er geen wind- en zeestromen zouden zijn, waar zou het dan warmer worden?
A
De Noordpool
B
De Evenaar
C
Landinwaarts
D
Gematigde breedten aan zee

Slide 11 - Quiz

Bekijk de bron. In Nederland zal
de temperatuurstijging door
opwarming minder sterk zijn.
Wat is hiervan de belangrijkste
oorzaak?
A
In Nederland is de invloed van de zee groter
B
In Nederland komt de wind vooral uit het noorden
C
Nederland heeft een lagere hoogteligging
D
Nederland ligt op een hogere breedte

Slide 12 - Quiz

In de VS heersen o.a. het steppeklimaat en het woestijnklimaat. Door welke factor worden deze klimaten vooral bepaald?
A
De breedteligging
B
De zeestromen
C
De land-zeeverdeling
D
De ligging van gebergten

Slide 13 - Quiz

Noem, met behulp van de klimaatcodes van Köppen 3 klimaten die voorkomen in de gematigde zone.

Slide 14 - Question ouverte

De gematigde zone komt ook voor op het zuidelijk halfrond. Toch vind je hier nauwelijks loof-en naaldbomen. Wat is hiervoor de verklaring?

Slide 15 - Question ouverte

Wat is geen klimaatfactor?
A
hoogteligging
B
afstand tot de evenaar
C
luchtdrukverdeling
D
land-zeeverdeling

Slide 16 - Quiz

A-Klimaat
B-Klimaat
C-Klimaat
D-Klimaat
E-Klimaat
E-Klimaat
B-Klimaat

Slide 17 - Question de remorquage

A-klimaat
B-Klimaat
C-klimaat
D-klimaat
E-klimaat
Pool
Toendra
Hooggebergte
Mediterraan
Zeeklimaat
Steppe
Woestijn
Savanne
Regenwoud
Landklimaat

Slide 18 - Question de remorquage


A
tropisch klimaat
B
Droog klimaat
C
Land klimaat
D
Gematigd klimaat

Slide 19 - Quiz


A
Cf klimaat
B
Cs klimaat
C
Cw klimaat

Slide 20 - Quiz

A-klimaat
B-klimaat
C-klimaat
D-klimaat
E-klimaat
droog klimaat
land klimaat
gematigd klimaat
tropisch klimaat
pool klimaat

Slide 21 - Question de remorquage

Welk klimaattype volgens het systeem van Köppen heeft Rusland?
A
A
B
B
C
C
D
D

Slide 22 - Quiz

Welk klimaat heeft Nederland volgens het klimaatsysteem van Köppen?
A
Cf
B
Cs
C
Cw
D
Df

Slide 23 - Quiz

Welke afkorting van Köppen hoort bij dit klimaat?

A
BS
B
BW
C
Dw
D
Cs

Slide 24 - Quiz

Welk klimaat is dit
volgens Köppen?

A
As, tropisch, droge zomer
B
Aw, tropisch, droge winter
C
Cf, gematigd zeeklimaat, geen droge tijd (f = fehlt)
D
Cw, gematigd zeeklimaat, droge winter

Slide 25 - Quiz

Klopt deze klimaatclassificatie?
A
Ja
B
Nee

Slide 26 - Quiz

Leg uit waarom dit klimaat niet klopt. Benoem ook de klimaatfactoren

Slide 27 - Question ouverte

Welke classificatie zou wel juist zijn?
A
EH
B
BW
C
Af
D
Cs

Slide 28 - Quiz

Aanlandige wind
Kleine zon invalshoek
Regenschaduw
Aflandige wind
Stuwingsneerslag
Stijgingsneerslag

Slide 29 - Question de remorquage