Hoofdstuk 3 PS

• Maatschappijkunde
• Middelbare school
• mavo
• Leerjaar 3

Migratie naar Nederland

Leerdoelen deze les

1.  Je kan de begrippen emigratie en immigratie uitleggen en herkennen.

2. Je kan de 3 verschillende soorten motieven van migratie uitleggen en voorbeelden daarvan geven en herkennen.

3. Je kan uitleggen waar de meeste immigranten in Nederland vandaan komen en hun redenen benoemen.

4. Je kan enkele wetten en verdragen benoemen en toelichten die met het toelatingsbeleid van Nederland hebben te maken.

5. Je kan in het kort de stappen van de Nederlandse asielproceduren benoemen.

Emigratie en immigratie

Emigratie: weggaan uit je eigen land.

Immigratie: dat je een land binnenkomt.

           Immigratie                                                      Emigratie

3 soorten motieven

1- Politieke motieven

2- Economische motieven

3- Sociale motieven

Politieke motieven

-Vaak door oorlog en geweld.

-Vervolging vanwege overtuiging, geaardheid of wat dan ook.

Economische motieven

-Vanwege werk en carrièremogelijkheden. 

-Arbeidsmigranten die betere economische situatie zoeken.

Sociale motieven

-Relaties kunnen een aanleiding zijn om te emigreren.

-Gezinsvorming: iemand trouwt met een partner uit het buitenland en gaan in NL wonen. 

-Gezinshereniging: iemand laat zijn of haar gezin of partner overkomen uit het land dat hij of zij heeft verlaten.

Even oefenen

-Voetballer Neymar verhuist van Barcelona naar Parijs om daar te gaan voetballen. Welk motief?

-De man uit Colombia vertrok uit zijn land. 3 weken later trouwde hij met een Nederlandse vrouw en ze bleven in Nederland wonen. Welk motief?

-Verschillende jongemannen vertrokken uit Bangladesh omdat homo's daar niet geaccepteerd worden. Welk motief?

Waar komen de immigranten vandaan?

• Koloniën, gebieden buiten eigen land die werden gebruikt om winst te maken.

-> Bijvoorbeeld uit Nederlands-Indië. Molukkers.

-> Suriname en Nederlandse Antillen

• Arbeidsmigranten, om Nederland te helpen na de oorlog bijvoorbeeld. Gastarbeiders werden zij genoemd. 
• Asielzoekers vanwege verschillende redenen.

Wetten en verdragen

• Universele Verkalring voor de Rechten van de Mens.

      -> vrijheid en gelijkheid staat hierin vastgesteld!

• Europees Verdrag voor de Rechten van de Mens.
  -> gezinshereniging en gezinsvorming moet mogelijk zijn!  
• Vluchtelingenverdrag van Genève. 
  -> voor elke asielzoeker moet er bepaald worden of hij een tijdelijke vergunning kan krijgen!
• Verdrag van Schengen. -> Vrij reizen, wonen en werken binnen de EU.

Asielprocedure Nederland (bron 7)

1. Aankomst aanmeldcentrum Ter Apel.
2. Overplaatsing naar een AZC in Nederland.
3. Gesprekken met de Immigratie- en Naturalisatiedienst (IND)
4. Besluit van IND of asielzoeker mag blijven of niet.
5. Zo wel -> verblijfsvergunning voor de asielzoeker.
6. Zo niet -> Afwijzing, asielzoeker moet terug naar eigen land.
7. Asielzoeker kan in hoger beroep gaan, dan besluit de rechter

Maken

Maak de volgende opdrachten:

1-12 van bladzijden 27-31.

Je maakt de opdrachten alleen, je mag oortjes in.

Vraag: Steek even je hand op.

Klaar? Maak opdracht 14 van bladzijde 32

Na de tijd bespreken we de antwoorden.

Opdrachten maken

Maak de volgende opdrachten van bladzijden 32-37:

14, 15, 18, 20.

Je maakt dit alleen, je mag wel oortjes in.

Vraag: Steek even je hand op.

Klaar: Maak de begrippenlijst van bladzijde 38.

We gaan dit op een later moment nakijken.

Wat niet af is, is huiswerk.

Leerdoelen deze les

1.  Je kan de begrippen emigratie en immigratie uitleggen en herkennen.

2. Je kan de 3 verschillende soorten motieven van migratie uitleggen en voorbeelden daarvan geven en herkennen.

3. Je kan uitleggen waar de meeste immigranten in Nederland vandaan komen en hun redenen benoemen.

4. Je kan enkele wetten en verdragen benoemen en toelichten die met het toelatingsbeleid van Nederland hebben te maken.

5. Je kan in het kort de stappen van de Nederlandse asielproceduren benoemen.