Qu'est-ce que LessonUp
Rechercher
Canaux
Connectez-vous
S'inscrire
‹
Revenir à la recherche
Adjectives 2BA
Adjectives
Bekijk het filmpje op Stepping Stones nog een keer.
Chapter 3.
Grammar 5.
1 / 21
suivant
Slide 1:
Diapositive
Engels
Middelbare school
vmbo b
Leerjaar 2
Cette leçon contient
21 diapositives
, avec
quiz interactifs
et
diapositives de texte
.
La durée de la leçon est:
30 min
Commencer la leçon
Partager
Imprimer la leçon
Éléments de cette leçon
Adjectives
Bekijk het filmpje op Stepping Stones nog een keer.
Chapter 3.
Grammar 5.
Slide 1 - Diapositive
Wat weet je al ?
Een Engelse zin is altijd opgedeeld in dezelfde woordvolgorde:
Wie doet wat wanneer
Slide 2 - Diapositive
Adjective.
Je kunt een adjective aan een zin toevoegen.
Een adjective is een bijvoeglijk naamwoord, het zegt iets over het zelfstandig naamwoord.
Je zet de Adjective voor het zelfstandig naamwoord.
Slide 3 - Diapositive
Zelfstandig naamwoord
Dat klinkt ingewikkeld!
In het Nederlands is een zelfstandig naamwoord een woord waar je
de
,
het
of
een
voor kan zetten.
Bijvoorbeeld:
De
jurk,
het
huis,
een
brood.
De lidwoorden in het engels zijn:
a, an, the
A
dress,
an
apple,
the
box
.
Slide 4 - Diapositive
Adjective in de zin
Een Adjective zet je voor het zelfstandig naam woord
Voorbeeld zin:
He bought jeans.
Voorbeeld zin met adjective:
He bought
new
jeans.
New zegt iets over jeans.
Slide 5 - Diapositive
Adjective in de zin
Soms zet je een adjective
achter
een werkwoord.
Dit kan bij de werkwoorden: look, seem, be, appear.
In dat geval geeft een adjective meer informatie over het onderwerp van de zin.
I
am
focussed
on learning.
You
seem
curious
about that.
Slide 6 - Diapositive
Nog wat voorbeeld zinnen
Zonder adjective
met adjective
I like this dress
I like this green dress
He has made a cake
He has made a perfect cake
We ate candy
We ate sour candy
They drank coffee
They drank hot coffee
Anouk plays a game
Anouk plays a silly game
Slide 7 - Diapositive
Huiswerk:
Paragraaf E t/m opdracht 35 a
Slide 8 - Diapositive
Tijd voor een kleine quiz
Om te kijken of we het allemaal snappen :).
Slide 9 - Diapositive
Zit er in de zin een adjective?
Slide 10 - Diapositive
I like pink cotton candy
A
yes
B
no
Slide 11 - Quiz
He has written a letter
A
yes
B
no
Slide 12 - Quiz
My dad has brown shoes
A
yes
B
no
Slide 13 - Quiz
My mom has a beautiful necklace
A
yes
B
no
Slide 14 - Quiz
My sister is young
A
yes
B
no
Slide 15 - Quiz
I like to ride my blue bike
A
yes
B
no
Slide 16 - Quiz
Put in the correct order:
brother - jeans - blue - my - has
Slide 17 - Question ouverte
Put in the correct order:
father - my -beautiful - watch - a - buys
Slide 18 - Question ouverte
Put in the correct order:
watches - he- movie - boring - a
Slide 19 - Question ouverte
Ik snap adjectives nu beter.
😒
🙁
😐
🙂
😃
Slide 20 - Sondage
Zijn er nog vragen?
Slide 21 - Diapositive
Plus de leçons comme celle-ci
Adjectives 2BA
Mars 2021
- Leçon avec
18 diapositives
Engels
Middelbare school
vmbo b
Leerjaar 2
2VE Adjectives + Adverbs
Juin 2022
- Leçon avec
19 diapositives
Engels
Middelbare school
vmbo t, havo, vwo
Leerjaar 2
vrijdag 24-3 adjectives
Mars 2023
- Leçon avec
20 diapositives
Engels
Middelbare school
vmbo b
Leerjaar 2
ADJECTIVES
il y a 22 jours
- Leçon avec
12 diapositives
Engels
Middelbare school
vmbo b
Leerjaar 2
Adjectives goede versie
Mars 2024
- Leçon avec
20 diapositives
Engels
Middelbare school
vmbo t
Leerjaar 2
ADJECTIVES
Décembre 2023
- Leçon avec
12 diapositives
Engels
Middelbare school
vmbo b
Leerjaar 2
ADJECTIVES
Décembre 2023
- Leçon avec
12 diapositives
Engels
Middelbare school
vmbo b
Leerjaar 2
ADJECTIVES
Mai 2024
- Leçon avec
12 diapositives
Engels
Middelbare school
vmbo b
Leerjaar 2