Examenmodule theorie 3 en 4

• Frans
• Middelbare school
• vmbo t, mavo
• Leerjaar 4

Oefenen met het vocabulaire

Examenmodule Parler

Unité 3

Unité 4

Ik heb een hekel aan katten.

1. Je déteste chats.
2. Je n’aime pas chats.
3. Je déteste les chats.
4. Je n’aime pas les chats.

Hoe zeg je dat je iets vreselijk vindt?
"C’est………….."

Jij hebt gelijk.

1. Tu as tort.
2. Tu as raison.
3. Tu as eu tort.
4. Tu as eu raison.

……….tu trouves cette musique?
(Hoe vind je deze muziek)

Ik ben bang voor honden.

1. Je suis peur des chiens.
2. J’ai peur des chiens.
3. Je suis peur de chiens.
4. J’ai peur de chiens.

Dat is waar.
C’est………….

1. Marchandise
2. Où
3. En effet
4. Vrai

Horrible

Marrant

Fâché

Surpris

Triste

Bedroefd

Grappig

Verbaasd

Boos

Vreselijk

Hoe zeg je beleefd "Ik wil graag….."

I.p.v. "je voudrais " kun je ook ……..gebruiken.

1. J’aimerais
2. Je veux
3. J’exigerais
4. J’insisterais

Welke lijn nemen we?
………………..quelle ligne?

1. Vous prenez
2. Prend-on
3. On prend
4. Nous prenons

Maak af:
Un billet pour Lille…………….

1. S’il te plaît
2. S’il vous plaît
3. S’il plaît
4. S’il nous plaît

Hoe vraag je om een retourtje?

Un………., s’il vous plaît.

1. Aller
2. Retour
3. Aller-retour
4. Retour-Aller

Vous devez ………….(overstappen)

Je………(stap uit) au prochain arrêt.

Vous pouvez………….(herhalen)?

1. Répète
2. Répétez
3. Répeter
4. Répéter

Hoeveel haltes zijn er?
………….combien d’arrêts?

Als je niet goed genoeg hebt meegedaan verlies je …….punten. (Vul een getal in)

Deze les werk je verder aan:

"Mondeling" Examenmodule Parler 3 en 4

Examenmodule Parler Unité 6

Tijd over? Werk alvast aan je filmpje of presentatie of aan de Examenmodules Lire

Aan het eind van de week worden de namen doorgegeven van de leerlingen die hun Examenidioom nog niet af hebben