3K H5 Licht

Hoofdstuk 5: Licht
1 / 46
suivant
Slide 1: Diapositive
NatuurkundeMiddelbare schoolvmbo k, tLeerjaar 3

Cette leçon contient 46 diapositives, avec diapositives de texte et 1 vidéo.

time-iconLa durée de la leçon est: 50 min

Éléments de cette leçon

Hoofdstuk 5: Licht

Slide 1 - Diapositive

Cet élément n'a pas d'instructions

Hoofdstuk 5 Licht
Paragraaf 1: Licht, schaduw en spiegels
--> Werkboek B meenemen + geodriehoek + potlood

Na deze les kun je:
5.1.1 Je kunt beschrijven hoe licht en andere vormen van straling zich verspreiden.
5.1.2 Je kunt uitleggen wat er kan gebeuren als licht op een voorwerp valt.
5.1.3 Je kunt het verschil toelichten tussen spiegelende en diffuse terugkaatsing.
5.1.4 Je kunt de schaduw tekenen van een voorwerp dat door een lichtbron wordt verlicht.
5.1.5 Je kunt uitleggen hoe lichtstralen door een vlakke spiegel worden teruggekaatst.
5.1.6 Je kunt het spiegelbeeld tekenen van een voorwerp dat voor een spiegel staat.
5.1.7 Je kunt tekenen hoe een lichtbundel door een spiegel wordt teruggekaatst.



Slide 2 - Diapositive

Cet élément n'a pas d'instructions

lichtstralen

een lichtstraal is altijd een rechte lijn.


Slide 3 - Diapositive

Cet élément n'a pas d'instructions

lichtbundels
Veel lichtstralen samen noem je een lichtbundel.

Je hebt 3 soorten lichtbundels:
  • evenwijdige lichtbundel
  • divergente lichtbundel
  • convergente lichtbundel

Slide 4 - Diapositive

Cet élément n'a pas d'instructions

Absorberen en reflecteren

Slide 5 - Diapositive

Cet élément n'a pas d'instructions

Absorberen

Slide 6 - Diapositive

Cet élément n'a pas d'instructions

Absorberen, doorlaten of terugkaatsen

Een voorwerp kan licht:

- doorlaten (bijv. raam)
-absorberen (= opnemen. Bijv. een zwart gordijn)
-reflecteren (=weerkaatsen. Bijv witte kleding)
Dit geldt ook voor de andere soorten straling.

Slide 7 - Diapositive

Cet élément n'a pas d'instructions

  • Licht kaatst alle kanten op
Spiegelende terugkaatsing
  • Hoek van Inval = Hoek van terugkaatsing
  • Spiegelwet 
Difusse terugkaatsing

Slide 8 - Diapositive

Cet élément n'a pas d'instructions

Schaduwgebied puntbron
|  schaduw|
|schaduw   |

Slide 9 - Diapositive

Cet élément n'a pas d'instructions

Schaduw
Schaduw is de plek waar geen licht komt

Hoe teken je de schaduw:

  • Teken de randstralen
  • Kleur het gebied tussen de randstralen in

Slide 10 - Diapositive

Cet élément n'a pas d'instructions

Diffuse terugkaatsing
  • De  lichtbundel kaatst naar alle kanten terug.
Spiegelende terugkaatsing
  • Een lichtbundel die uit één richting komt, wordt onder dezelfde hoek  teruggekaatst.



              
       Spiegelwet       
  • Hoek van Inval = 
       Hoek van terugkaatsing
  • Normaallijn / Loodlijn  

Slide 11 - Diapositive

Cet élément n'a pas d'instructions

Spiegelwet
1. Teken de normaal (stippellijn!)
2. Meet de hoek van inval
3. Hoek van inval = hoek van terugkaatsing
4. Teken de hoek van terugkaatsing
Vergeet het pijltje niet!
1. Teken de normaal (stippellijn!)
2. Meet de hoek van inval
3. Hoek van inval = hoek van terugkaatsing
4. Teken de hoek van terugkaatsing
Vergeet het pijltje niet!
Spiegelwet

Slide 12 - Diapositive

Cet élément n'a pas d'instructions

Spiegelwet

Slide 13 - Diapositive

Cet élément n'a pas d'instructions

Spiegelwet

Slide 14 - Diapositive

Cet élément n'a pas d'instructions

Een voorwerp in een spiegel(beeld) tekenen

Slide 15 - Diapositive

Cet élément n'a pas d'instructions

Je kunt het gezichtsveld van een spiegel bepalen d.m.v. de spiegelwet

Slide 16 - Diapositive

Cet élément n'a pas d'instructions

Wat moet je nu doen?
Maken opdrachten 5.1
- Begin met opdracht 10 t/m 14
(deze moeten als eerste gemaakt worden)
- Klaar: maak opdracht 1 t/m 9

Let op, we werken dit hoofdstuk in het boek
Dit is huiswerk voor maandag (opdr. 1 t/m 14)

Slide 17 - Diapositive

Cet élément n'a pas d'instructions

Hoofdstuk 5 Licht
--> Werkboek B meenemen + geodriehoek + potlood

5.2: Van infrarood tot ultraviolet 
5.2.1 Je kunt uitleggen hoe je de verschillende kleuren in zonlicht zichtbaar kunt maken.
5.2.2 Je kunt de kleuren in het spectrum van zonlicht in de juiste volgorde benoemen.
5.2.3 Je kunt behalve licht twee soorten straling noemen die door de zon worden uitgezonden.
5.2.4 Je kunt uitleggen op welke manier de kleuren van de voorwerpen om je heen ontstaan.
5.2.5 Je kunt drie kenmerkende effecten (uitwerkingen) van uv-straling beschrijven.
5.2.6 Je kunt drie toepassingen van uv-straling in het dagelijks leven beschrijven.
5.2.7 Je kunt drie toepassingen van ir-straling in het dagelijks leven beschrijven.

Slide 18 - Diapositive

Cet élément n'a pas d'instructions

Verschillende kleuren in zonlicht zichtbar maken

Slide 19 - Diapositive

Cet élément n'a pas d'instructions

Het elektromagnetisch spectrum

Slide 20 - Diapositive

Cet élément n'a pas d'instructions

Infrarood (IR)
  • Alles zendt IR straling uit.
  • Hoe hoger de temparatuur, hoe meer IR - straling.
  • IR voel je als warmte
  • Infrarood betekend letterlijk ‘voor het rood’ 

Slide 21 - Diapositive

Cet élément n'a pas d'instructions

IR STRALING

Slide 22 - Diapositive

Cet élément n'a pas d'instructions

Ultraviolet (UV)
  • Teveel UV zonnebrand: je huid          wordt rood en pijnlijk
  • Gezondheidsrisico’s, teveel UV,            grotere kans op kanker
  • Daarvoor is zonnebrandcrème          belangrijk met een juiste
      UV-factor

Slide 23 - Diapositive

Cet élément n'a pas d'instructions

UV STRALING

Slide 24 - Diapositive

Cet élément n'a pas d'instructions

Kleuren zien

Slide 25 - Diapositive

Cet élément n'a pas d'instructions

Kleure zien
Kleuren zien

Slide 26 - Diapositive

Cet élément n'a pas d'instructions

Wat moet je nu doen?
Maken opdrachten 5.2
- Maak opdracht 1 t/m 13
(Let op: Maak deze in je boek)

Dit is huiswerk voor vrijdag (opdr. 1 t/m 13)

Slide 27 - Diapositive

Cet élément n'a pas d'instructions

Hoofdstuk 5 Licht
--> Werkboek B meenemen + geodriehoek + potlood

5.3: Beelden maken met een lens
5.3.1 Je kunt het verschil beschrijven tussen positieve lenzen en negatieve lenzen.
5.3.2 Je kunt uitleggen hoe een positieve lens een evenwijdige bundel zonlicht breekt.
5.3.3 Je kunt toelichten wat wordt bedoeld met ‘brandpunt’ en ‘brandpuntsafstand’.
5.3.4 Je kunt uitleggen hoe een negatieve lens een evenwijdige bundel zonlicht breekt.
5.3.5 Je kunt het verschil uitleggen tussen een reëel beeld en een virtueel beeld.
5.3.6 Je kunt het beeld construeren dat een positieve lens van een voorwerp vormt.
5.3.7 Je kunt de voorwerpsafstand en de beeldafstand opmeten in een tekening.

Slide 28 - Diapositive

Cet élément n'a pas d'instructions

Positieve lenzen:
Aan de rand dunner dan in het midden (bolle lenzen)

Negatieve lenzen:
Aan de rand dikker dan in het midden (holle lenzen)

Slide 29 - Diapositive

Cet élément n'a pas d'instructions

Slide 30 - Diapositive

Cet élément n'a pas d'instructions

brandpuntsafstand
Hoofdas = de lijn door twee brandpunten

Optische midden (O) = Het punt midden tussen de brandpunten.D

Brandpunt = Het snijpunt van de stralen. 

Brandpuntsafstand (f) = de afstand van een brandpunt tot het optische midden van een lens. 

Slide 31 - Diapositive

Cet élément n'a pas d'instructions

Positieve en negatieve lenzen
positieve: bolle lenzen --> werken convergerend
negatieve: holle lenzen --> werken divergerend

Slide 32 - Diapositive

Cet élément n'a pas d'instructions

F = brandpunt
f = brandpuntsafstand 

Slide 33 - Diapositive

brandpunt: daar komen lichtstralen samen van een evenwijdige bundel 
In figuur O.9 zie je hoe een evenwijdige bundel na breking door een lens samenkomt in één
punt: het brandpunt F. De denkbeeldige lijn loodrecht op het midden van de lens heet de
optische as of hoofdas. De lenzen A en B zijn positieve lenzen: ze zijn in het midden dikker.
Lens A is sterker en boller dan lens B en heeft een kleinere brandpuntsafstand. Lens C is in
het midden juist dunner. Hij is negatief en divergeert.
Twee soorten beelden
Beeld achter een spiegel.
Virtueel beeld
Beelden die je kunt projecteren.
Reëel beeld

Slide 34 - Diapositive

Cet élément n'a pas d'instructions

5.3.6 Je kunt het beeld construeren dat een positieve lens van een voorwerp vormt.

Slide 35 - Diapositive

Cet élément n'a pas d'instructions

Beeld Construeren
Met een bolle lens kun je een beeld maken van een voorwerp. 

Slide 36 - Diapositive

Cet élément n'a pas d'instructions

Wat moet je nu doen?
Maken opdrachten 5.3
- Maak opdracht 9 t/m 13
Daarna
- Maak opdracht 1 t/m 8
(Let op: Maak deze in je boek)

Dit is huiswerk voor maandag (opdr. 1 t/m 13)

Slide 37 - Diapositive

Cet élément n'a pas d'instructions

Wat gaan we vandaag doen?

Practicum:
PROEF 4 VOORWERPAFSTAND EN BEELDAFSTAND
Werkhouding: 
- Blijf van elkaar af
- Werk serieus
- Pak netjes de spullen en ruim netjes op. 
- Snap je iets niet -> stel een vraag

Slide 38 - Diapositive

Cet élément n'a pas d'instructions

Herhaling beeld tekenen
Hoe moet je een beeld tekenen?
- Lijn vanaf de punt, recht door het midden en dan door
- Lijn vanaf de punt, parallel aan de hoofdas en dan na de lens door de brandpunt
- Lijn door het brandpunt naar de les en dan parallel aan de hoofdas

Slide 39 - Diapositive

Cet élément n'a pas d'instructions

Slide 40 - Vidéo

Cet élément n'a pas d'instructions

Hoofdstuk 5 Licht
--> Werkboek B meenemen + geodriehoek + potlood
5.4: Oog en bril
5.4.1 Je kunt zeven onderdelen van een oog benoemen.
5.4.2 Je kunt beschrijven hoe je ogen een beeld vormen.
5.4.3 Je kunt de functie toelichten van het netvlies, de oogzenuw, de iris en de pupil.
5.4.4 Je kunt beschrijven hoe je ogen scherpstellen op voorwerpen dichtbij en in de verte.
5.4.5 Je kunt uitleggen wat bijziendheid is en hoe je deze afwijking kunt corrigeren.
5.4.6 Je kunt uitleggen wat verziendheid is en hoe je deze afwijking kunt corrigeren.

Slide 41 - Diapositive

Cet élément n'a pas d'instructions

bouw oog
het glasachtig lichaam is doorzichtig.

om het glasachtig lichaam ligt het netvlies.

de netvlies zitten lichtgevoelige cellen. 

op het netvlies worden de lichtstralen via de oogzenuw als elektrische stroomstootjes naar de hersenen gebracht die dan een beeld vormen.

Slide 42 - Diapositive

Cet élément n'a pas d'instructions

Accomoderen

Slide 43 - Diapositive

Cet élément n'a pas d'instructions

Bijziend & Verziend

Slide 44 - Diapositive

Cet élément n'a pas d'instructions

Wat moet je nu doen?
Maken opdrachten 5.4
- Maak opdracht 1 t/m 12
(Let op: Maak deze in je boek)

Dit is huiswerk voor vrijdag (opdr. 1 t/m 12)

Slide 45 - Diapositive

Cet élément n'a pas d'instructions

Wat gaan we vandaag doen?
Vandaag gaan we de D-toets maken van H5.

D-toets is een soortgelijke toets als het proefwerk. 

Maak hem serieus en alleen, snap je iets niet, stel dan een vraag.

Succes met leren!

Slide 46 - Diapositive

Cet élément n'a pas d'instructions