Engelse werkwoorden

• Nederlands
• Middelbare school
• havo
• Leerjaar 2

Huiswerk nakijken

Maak oefening 1, 2 en 4 vanaf blz. 59.

Engelse werkwoorden

Wij leren Engelse werkwoorden op de juiste manier vervoegen.

Filmpje

Theorie

Quiz

Aan de slag

1. Welke werkwoordspellingsregels gebruik je bij Engelse werkwoorden?

1. De 'normale' Nederlandse
2. De Engelse

(Engelse werkwoorden)
2. Wij hebben (basketballen)

1. gebasketballd
2. gebasketbald

(Engelse werkwoorden)
3. Hij (racen-vt)

1. racte
2. racette
3. racde
4. racete

Engelse werkwoorden

4. Jij (stressen-tt)

1. stresst
2. strest
3. stresd
4. stressd

(Engelse werkwoorden)
5. Hij (lunchen-vt)

1. lunchte
2. lunchde
3. lunchtte
4. lunchdde

Vervoeging Engelse werkwoorden
6. Kies de juiste schrijfwijze:

1. Hij heeft de hele dag gegamed.
2. Hij heeft de hele dag gegamet.
3. Hij heeft de hele dag gegamt.
4. Hij heeft de hele dag gegamd.

(Engelse werkwoorden)
7. Zij hebben (volleyballen)

1. gevolleybald
2. gevolleyballd

8. Engelse werkwoorden

1. Schrijf je als de Nederlandse zwakke werkwoorden
2. De ik-vorm heeft vaak dezelfde vorm als de stam
3. Ik-vorm ik pass hij-vorm hij passt
4. ik-vorm ik skate verleden tijd skatete

8. (Engelse werkwoorden)
Wij hebben (paintballen)

1. gepaintbald
2. gepaintballd

9. Engelse werkwoorden
Hij heeft de bal over het net (smashen).

1. gesmasht
2. gesmashed
3. gesmashet
4. gesmashd

10. (Engelse werkwoorden)
Hij (timen - vt)

1. timde
2. timdde
3. timete
4. timede

11. Hoe spel je Engelse werkwoorden?

1. Volgens de Nederlandse spellingsregels
2. Volgens de Engelse spellingsregels
3. Volgens aparte spellingsregels
4. Hangt af van het woord. Sommige spelling volgens Nederlandse regels, andere Engels.

12. Engelse werkwoorden

Jij (deleten-tt)

1. deletet
2. delet
3. deletete
4. delete

13. Engelse werkwoorden

Hij ... (timen - vt).

1. Hij timde.
2. Hij timdde.
3. Hij timete.
4. Hij timede.

14. Vervoeging Engelse werkwoorden
Kies de juiste schrijfwijze:

1. Hij gamet de hele dag.
2. Hij gamed de hele dag.
3. Hij gamt de hele dag.
4. Hij game't de hele dag.

15.Engelse werkwoorden
hoe schrijf je het volgende werkwoord in de hij-vorm, tt: deleten

1. deletet
2. delet

16. (Engelse werkwoorden)
Hij (barbecueën-vt)

1. barbecuedde
2. barbecuede
3. barbecuete
4. barbecuette

17. Welk Engels werkwoord is correct gespeld?

1. Hij racet naar huis.
2. Ik downloadt die file wel even voor je?
3. Hij heeft de overwinning geclaimt.
4. Zij flirte met hem.

Engelse werkwoorden schrijf je net als:

1. Sterke werkwoorden
2. Zwakke werkwoorden

Maak oefening 1 t/m 4 vanaf blz. 66.