Demonstrative pronouns

1 / 17
suivant
Slide 1: Diapositive
EngelsMiddelbare schoolhavoLeerjaar 1

Cette leçon contient 17 diapositives, avec quiz interactifs, diapositives de texte et 1 vidéo.

time-iconLa durée de la leçon est: 50 min

Éléments de cette leçon

Slide 1 - Diapositive

1

Slide 2 - Vidéo

00:36
Welke 4 "aanwijzende voornaamwoorden" heb je gehoord?
timer
0:30

Slide 3 - Question ouverte

Leerdoel:
Deze les ga je leren wat "demonstrative pronouns" (aanwijzende voornaamwoorden) zijn
welke "demonstrative pronouns" er zijn en wanneer je ze gebruikt.

Slide 4 - Diapositive

Demonstrative pronouns:


> aanwijzend voornaamwoord
> je wijst iets aan 
> iets is dichtbij of iets is ver af (deze appels of die appels)
                                                                 (These apples or those Apples)

Slide 5 - Diapositive

Demonstrative pronouns:
> this = dichtbij + enkelvoud : this apple
> these = dichtbij + meervoud : these apples

> that = ver af + enkelvoud : that bag 
> those = ver af + meervoud : those bags 

Slide 6 - Diapositive

Dichtbij
Ver af 
This
these
That
Those

Slide 7 - Question de remorquage

Look over there! Who is _____ boy?
A
this
B
that
C
these
D
those

Slide 8 - Quiz

I would like ____ tomatoes, please. (you are standing in front of them)
A
this
B
that
C
these
D
those

Slide 9 - Quiz

I can't reach that far, can you pass me ______ bottles?
A
this
B
that
C
these
D
those

Slide 10 - Quiz

1. Wat zijn "demonstrative pronouns"?
2. Welke 4 zijn er?
3. Hoe worden ze gebruikt?

Slide 11 - Question ouverte

Ik weet wat ''demonstrative pronouns'' zijn en ik weet hoe ik ze kan toepassen.
A
Ja
B
Nee
C
ongeveer, ik moet nog even oefenen
D
Ik heb extra uitleg nodig

Slide 12 - Quiz

Ja ingevuld? -> Extra uitdaging:



> SS ex. 57 + 58 + 59 + 60

Slide 13 - Diapositive

Extra oefening:

Slide 14 - Diapositive

How can you tell in a sentence if something/someone is far away or close by?

Slide 15 - Question ouverte

Exercise:
> May I use ...... pencil laying here? 
> May I use ...... pencils laying here? 
> Look over there! Do you see ...... handsome boy? 
> Look over there! Do you see ...... dogs? 

Slide 16 - Diapositive

Exercise:
We are going to do ex. 57 together, after that you can work on ex. 58 individually. 

Slide 17 - Diapositive