B&F, spelling, blok 5 week 1 les 4

• Spelling
• Basisschool
• Groep 5

Spelling

Blok 5 week 1 les 4

Centwoord

Eerst even opfrissen. Welke woorden van het uw-rijtje weet jij nog?

In welke tijd staat deze zin?

Zij breit een trui.

1. tegenwoordige tijd
2. verleden tijd

In welke tijd staat deze zin?

Hij bemoeit zich met het spel.

1. tegenwoordige tijd
2. verleden tijd

In welke tijd staat deze zin?

Gaf jij Moortje een aai?

1. tegenwoordige tijd
2. verleden tijd

In welke tijd staat deze zin?

Wij lachten hard om de clown.

1. tegenwoordige tijd
2. verleden tijd

Welk centwoord is dit?

Welk centwoord is dit?

Welk centwoord is dit?

Welk centwoord is dit?

Welk centwoord is dit?

Welk centwoord is dit?

Welk centwoord is dit?

Vanaf de volgende slide begint het dictee. 

Succes!

Nu de zin. Denk aan de
hoofdletters en leestekens!

Dit was het einde van de les

Maak nu de les in Gynzy (blok 5 week 1 les 4)