H4 Woordenschat Stijlfiguren: pleonasme en tautologie

Pleonasme en tautologie
1 / 22
suivant
Slide 1: Diapositive
NederlandsWOStudiejaar 3

Cette leçon contient 22 diapositives, avec quiz interactifs, diapositives de texte et 1 vidéo.

time-iconLa durée de la leçon est: 30 min

Éléments de cette leçon

Pleonasme en tautologie

Slide 1 - Diapositive

H1 Woordenschat: Stijlfiguren herhaling, tegenstelling en opsomming.
H2 Woordenschat: Stijlfiguren hyperbool, understatement en eufemisme

- Je leert over 2 nieuwe stijlfiguren: pleonasme en tautologie
Je kan pleonasmen en tautologieën herkennen, begrijpen en gebruiken.
Uitleg pleonasme + voorbeelden
Uitleg tautologie + voorbeelden
Nederlands H4 Woordenschat, blz. 120-121
Opdracht 1 t/m 5

Hoe ging het? 

Slide 2 - Diapositive

Slide 3 - Vidéo

Pleonasme
Bij een pleonasme wordt een eigenschap die onlosmakelijk verbonden is met het genoemde, nog eens in een bepaling uitgedrukt, al dan niet bewust. 
Voorbeelden zijn een houten boomstam, het groene gras en een ronde cirkel.

Slide 4 - Diapositive

Tautologie
Een tautologie noemt een begrip tweemaal of meerdere malen, en bestaat doorgaans uit twee of meer woorden van dezelfde woordsoort. Voorbeelden zijn:
 Alles is pais en vree (afwezigheid van ruzie), enkel en alleen, nooit ofte nimmer, onmiddellijk en meteen, niettemin toch.

Slide 5 - Diapositive

Pleonasme of tautologie?

De naakte nudist veroorzaakte nogal wat opschudding bij zijn onverwachte entree.
A
Pleonasme
B
tautologie

Slide 6 - Quiz

Mijn haar zit schots en scheef.

Pleonasme of tautologie?
A
pleonasme
B
tautologie

Slide 7 - Quiz

Dat is een mooie, houten boomstam.

Pleonasme of tautologie?
A
pleonasme
B
tautologie

Slide 8 - Quiz

Tautologie en pleonasme zijn...
A
wat ze zijn
B
stijlfiguren (eigenlijk ook stijlfouten)
C
beeldspraak
D
spraakfouten

Slide 9 - Quiz

Ik vind een mondelinge spreekbeurt moeilijk.
In deze zin is sprake van een ....
A
pleonasme
B
tautologie

Slide 10 - Quiz

Aanvankelijk wilden wij in het begin volstaan met een klein feest.
In deze zin is sprake van een ....
A
pleonasme
B
tautologie

Slide 11 - Quiz

Tautologie of pleonasme?

Het aandeel van de Nationale-Nederlanden is naar beneden gekelderd.
A
pleonasme
B
tautologie

Slide 12 - Quiz

Honderd km/uur is op de snelweg de uiterste limiet.
Pleonasme of tautologie?
A
pleonasme
B
tautologie

Slide 13 - Quiz

Tautologie of pleonasme?
De palen van de brug zijn gemaakt van grijs beton.
A
tautologie
B
pleonasme

Slide 14 - Quiz

Herhaling van de betekenis van een woord of begrip.
Een eigenschap van het woord wordt extra herhaald.
Pleonasme
Tautologie

Slide 15 - Question de remorquage

Maar dat is echter niet waar
de hete zon 
de uiterste limiet
een houten boomstam
een verbetering ten goede
Misschien hebben ze wellicht een oplossing
Ik ben haast bijna op kantoor
Pleonasme
Tautologie

Slide 16 - Question de remorquage

Pleonasme of tautologie?

Wij hoeven tomaten tegenwoordig niet meer uit het buitenland te importeren.
A
Pleonasme
B
tautologie

Slide 17 - Quiz

Pleonasme of tautologie?
Die nutteloze verspilling van papier moet stoppen.
A
pleonasme
B
tautologie

Slide 18 - Quiz

Bovendien moeten jullie ook beter je best doen.
In deze zin is sprake van een ....
A
pleonasme
B
tautologie

Slide 19 - Quiz

Pleonasme of tautologie?
De bazin van het stagebedrijf kon het niet vaak genoeg opnieuw herhalen: zo had zij het echt niet bedoeld.
A
Pleonasme
B
Tautologie

Slide 20 - Quiz

Tautologie of pleonasme?
Vanzelfsprekend zal ik dat werk natuurlijk wel nakijken.
A
tautologie
B
pleonasme

Slide 21 - Quiz

Maken
Opdracht 1 t/m 5


blz. 120-123

Slide 22 - Diapositive