Fictie of non-fictie

Fictie lezen
1 / 18
suivant
Slide 1: Diapositive
NederlandsMiddelbare schoolvmbo tLeerjaar 1

Cette leçon contient 18 diapositives, avec quiz interactifs, diapositives de texte et 2 vidéos.

time-iconLa durée de la leçon est: 45 min

Éléments de cette leçon

Fictie lezen

Slide 1 - Diapositive

Cet élément n'a pas d'instructions

Doel van de les
Aan het eind van de les:
- weet jij wat het verschil tussen fictie en non-fictie is
- kun jij beoordelen of het fictieve verhaal realistisch is of fantasie
- weet jij wat bedoeld wordt met personen, tijd en plaats in een verhaal.

Slide 2 - Diapositive

Cet élément n'a pas d'instructions

Fictie: ja of nee?
Verzonnen = fictie:
Leesboeken, strips, films, toneelstukken en gedichten. 

Niet verzonnen = non-fictie.
Schoolboeken, nieuwsberichten, kookboeken en een handleiding.


Slide 3 - Diapositive

Cet élément n'a pas d'instructions

Slide 4 - Diapositive

Cet élément n'a pas d'instructions


Is dit fictie: ja of nee?
A
ja
B
nee

Slide 5 - Quiz

Cet élément n'a pas d'instructions


Is dit fictie: ja of nee?
A
ja
B
nee

Slide 6 - Quiz

Cet élément n'a pas d'instructions

Realistische verhalen:
A
Zouden echt kunnen gebeuren, maar zijn verzonnen.
B
Zijn echt gebeurd.
C
Zijn niet echt gebeurd.

Slide 7 - Quiz

Cet élément n'a pas d'instructions

Is een verhaal waarin dieren kunnen praten, realistisch of niet-realistisch?
A
Realistisch
B
Niet-realistisch (fantasie)

Slide 8 - Quiz

Cet élément n'a pas d'instructions

Is een boek van Harry Potter realistische of niet-realistische fictie?
A
realistisch
B
niet-realistisch (fantasie)

Slide 9 - Quiz

Cet élément n'a pas d'instructions

Slide 10 - Vidéo

Fragment 2

Bekijk nu samen met je klas het tweede fragment uit de film en maak wederom duidelijk aan je leerlingen dat ze goed de Four Freedoms in hun achterhoofd moeten houden, zodat ze tijdens het kijken hun antwoord en voorbeelden kunnen opschrijven.
Fictie: ja of nee?
LEG JE ANTWOORD UIT.

Slide 11 - Question ouverte

Cet élément n'a pas d'instructions

Realistisch of niet-realistisch?
LEG JE ANTWOORD UIT.

Slide 12 - Question ouverte

Cet élément n'a pas d'instructions

Hier-en-nu of in het verleden?
LEG JE ANTWOORD UIT.

Slide 13 - Question ouverte

Cet élément n'a pas d'instructions

Slide 14 - Vidéo

Cet élément n'a pas d'instructions

Fictie: ja of nee?
LEG JE ANTWOORD UIT.

Slide 15 - Question ouverte

Cet élément n'a pas d'instructions

Realistisch of niet-realistisch?
LEG JE ANTWOORD UIT.

Slide 16 - Question ouverte

Cet élément n'a pas d'instructions

Waar speelt het zich af?
LEG JE ANTWOORD UIT.

Slide 17 - Question ouverte

Cet élément n'a pas d'instructions

Heb jij het lesdoel behaald?
Fictie / non-fictie
Realistisch / niet-realistisch (fantasie)
Personen, tijd en plaats

A
Ik beheers dit heel goed!
B
Ik snap het wel, maar het toepassen blijft lastig.
C
Ik heb dit doel nog niet behaald.
D
Anders....

Slide 18 - Quiz

Cet élément n'a pas d'instructions