Verkiezingen en politieke partijen

• Maatschappijleer
• Middelbare school
• vwo
• Leerjaar 5

Politieke partijen en              verkiezingen

Leerdoelen

-Je snapt de werking van de verkiezingen in Nederland.

-Je weet wat een partij inhoud en kan partijen met elkaar vergelijken.

-Je kunt het verschil tussen links en rechts in de politiek begrijpen. 

Partijen

- Groep mensen met globaal de zelfde ideeën over een ideale samenleving

- In Nederland hebben we 16 partijen

- One-issuepartijen

-Ook niet-democratische partijen kunnen opgericht worden

- Linkse en rechtse partijen;

LINKS 

- Overheid moet actief ingrijpen

-Actieve klimaatregelen

- Sterke sociale voorzieningen: zorg, uitkeringen, woningsteun. 

-Open voor vluchtelingen en migranten.

-Betaalbare zorg voor iedereen

- Hogere belastingen voor rijken

RECHTS 

- Overheid moet beperkte rol hebben

-Beperkte klimaatregelen

- Minder sociale voorzieningen: mensen moeten er zelf voor zorgen.

-Strenge immigratiebeperkingen

-Mensen moeten meer zelf betalen voor zorg.

- Lagere belastingen

&

In de politiek

hoeveel partijen zitten er in de Tweede Kamer

1. 14 partijen
2. 16 partijen
3. 18 partijen
4. 20 partijen

Dit verschilt wel in andere landen.

 In Oostenrijk mag je al stemmen op je 16de en in Singapore pas op je 21ste.

Hoe oud moet je minimaal zijn om te stemmen in Nederland?

1. 16
2. 21
3. 18
4. 20

Verkiezingen

- In Nederland hebben wij actief kiesrecht en passief kiesrecht.

-

Evenredige vertegenwoordiging

- Alle uitgebrachte stemmen worden verdeeld over 150 zetels.

- De kiesdeler is het aantal stemmen dat nodig is voor een partij om één zetel te krijgen. Je berekent de kiesdeler door het totaal aantal stemmen te delen door de 150 zetels.

Bereken de kiesdeler als het aantal geldige stemmen 12.000.000 is

Kiezers

- 

-Kiezers worden steeds 'zwevender': ze laten de keuze voor een partij afhangen van het moment 

Wat is een belangrijke regel bij de Tweede Kamerverkiezingen in Nederland?

1. Een partij moet minimaal 50% van de stemmen halen om in de Kamer te komen.
2. Alleen de lijsttrekker van een partij kan gekozen worden als Kamerlid.
3. Alle partijen krijgen automatisch één zetel, ongeacht het aantal stemmen.
4. Een partij moet genoeg stemmen halen voor ten minste één zetel om in de Kamer te komen.

Interactieve opdracht: Verkiezingen in de klas!