Cette leçon contient 50 diapositives, avec quiz interactifs et diapositives de texte.
La durée de la leçon est: 120 min
Éléments de cette leçon
P4.1 Kracht en soorten beweging
natuurkunde overal
Op tafel:
- papier/pen/potlood
- laptop
Slide 1 - Diapositive
Inhoud
- Uitleg Lesson-up (2 min)
- Planning (2 min)
- Leerdoelen 4.1 (1 min)
- Instructie 4.1 (25 min)
- Controle leerdoelen (5 min)
- Zelfwerktijd (20 min)
Slide 2 - Diapositive
Planning
- Week 50
4.1 en 4.2
- Week 51
4.3 en 4.4
- Week 2
Herhalen en oefenen
- Week 3 - Toetsweek
Slide 3 - Diapositive
Lesson-up
Lesson-up is een online tool voor het geven van lessen
Slides in combinatie met video's, quizvragen, open vragen en spelletjes
Lessen zijn naderhand ook zelfstandig te doen
Slide 4 - Diapositive
Deze paragraaf
Je leert hoe kracht met beweging samenhangt
Moet de baanrenster tijdens de rit,
als ze met constante snelheid rijdt,
nog steeds kracht zetten?
Slide 5 - Diapositive
Vandaag
Herhaling klas 2 en klas 3, hoofdstuk 1
* rekenen met de formule voor gemiddelde snelheid
* bewegingen herkennen in een v,t- diagram
* afstanden en snelheden met behulp van x,t- en v,t- diagrammen bepalen en berekenen
Slide 6 - Diapositive
Wat weet je nog over het onderwerp 'beweging'?
Slide 7 - Carte mentale
Beweging betekent snelheid. Wat is het symbool voor snelheid? Wat is de eenheid van snelheid?
A
symbool: v
eenheid: m/s
B
symbool: s
eenheid: m/s
C
symbool: v
eenheid: km/h
D
symbool: s
eenheid: km/h
Slide 8 - Quiz
Wat is snelheid?
A
De afstand die je aflegt in een uur
B
De tijd die je nodig hebt om een kilometer af te leggen
C
De afstand die je aflegt in een bepaalde tijd
D
De tijd die je nodig hebt om een meter af te leggen
Slide 9 - Quiz
Als je snelheid wilt bereken moet je de volgende formule gebruiken:
=
Afstand
Tijd
Snelheid
Slide 10 - Question de remorquage
Herhaling
Snelheid (v): Hoeveel meter je elke seconde aflegt (m/s)
Je berekend dit met:
- afstand (s) in meter
- tijd (t) in seconde
vgem=ts
Slide 11 - Diapositive
Hoogste constante snelheid
Vertraging
Grootste versnelling
Kleinste versnelling
Laagste constante snelheid
Slide 12 - Question de remorquage
Over een sprint van 100 m doe je 13,4 seconden. Wat is je snelheid?
Slide 13 - Carte mentale
Naar Uitgeest rijdt ik gemiddeld 83 km/h. De afstand is 225 km. Hoe lang doe ik erover?
Slide 14 - Carte mentale
Herhaling
vgem=ts
Grootheid
Symbool
Eenheid 1
Eenheid 2
afstand
s
m
km
tijd
t
s
h
snelheid
v
m/s
km/h
Slide 15 - Diapositive
Ik ga 3,6 km/h, hoeveel m/s is dat?
Slide 16 - Carte mentale
Omrekenen km/h --> m/s
Slide 17 - Diapositive
Wat is sneller? 10 km/h of 10 m/s
A
10 km/h
B
10 m/s
Slide 18 - Quiz
20 m/s =
33,3 m/s =
54 km/h =
18 km/h =
72 km/h
15 m/s
5 km/h
5 m/s
120 km/h
5,6 m/s
72 m/s
5,6 km/h
15 km/h
120 m/s
194 km/h
65 km/h
Slide 19 - Question de remorquage
s,t - diagram
Wanneer rijd je sneller?
- de eerste 2 seconden?
- de laatste 4 seconden?
Hoe zien we dat?
Wat is een eenparige beweging?
Slide 20 - Diapositive
Wat is een eenparige versnelling?
Bij een eenparige beweging is de snelheid constant
Bij een eenparige versnelling is de ................................
Hoe ziet dat eruit in v,t-diagram >> denk na!
Slide 21 - Diapositive
Welke beweging hoort bij welk v,t-diagram?
eenparige beweging
eenparige versnelling
Eenparige vertraging
Slide 22 - Question de remorquage
Hoeveel afstand leg je af tijdens versnellen?
- bij eenparig:
oppervlakte onder de grafiek
- bij eenparig versneld: oppervlakte onder de grafiek
Slide 23 - Diapositive
De afgelegde afstand in een v,t-diagram is gelijk aan de grafiek.
De snelheid in een s,t diagram is gelijk aan de grafiek.
Een schuine recht lijn in een s,t-diagram geeft een weer.
Een schuine lijn in een v,t-diagram hoort bij een vertraagde beweging
de helling
de oppervlakte
de helling
de oppervlakte
constante snelheid
versnelling
omhoog
omlaag
Slide 24 - Question de remorquage
Bepaal de afgelegde weg in de eerste 45 sec
Slide 25 - Question ouverte
Bepaal de afgelegde weg in de eerste 10 sec
Slide 26 - Question ouverte
Het stoplicht springt op groen. Je versnelt in 3 seconden naar een snelheid van 15 km/h. Hoeveel meter leg je in die 3 seconden af?
Slide 27 - Question ouverte
Check-out
Kun je nu:
* rekenen met de formule voor gemiddelde snelheid
* bewegingen herkennen in een v,t- diagram
* afstanden en snelheden met behulp van x,t- en v,t- diagrammen bepalen en berekenen
Slide 28 - Diapositive
En dan nu nog de plaats tijd diagram. Koppel de begrippen aan de juiste grafieken.
Tekst
Stilstaande beweging
Versnelde beweging
Vertraagde beweging
Eenparige beweging
Slide 29 - Question de remorquage
(s,t)-diagram
(v,t)-diagram
Slide 30 - Question de remorquage
Kies de juiste diagrammen bij deze beweging
(x,t)-diagram
(v,t)-diagram
Slide 31 - Question de remorquage
Welke twee diagrammen beschrijven de beweging van de fietser?
(x,t)-diagram
(v,t)-diagram
Slide 32 - Question de remorquage
De resulterende kracht (Fres)
Om te blijven bewegen is er (op aarde) altijd een kracht nodig!
De resulterende kracht is alle krachten bij elkaar opgeteld:
Als Fres = 0 N dan is de snelheid constant (of 0!)
Als Fres > 0 N dan versnelt het voorwerp
Als Fres < 0 N dan vertraagt het voorwerp
Slide 33 - Diapositive
Slide 34 - Diapositive
Wat kan je in de volgende situaties zeggen over de resulterende kracht?
1. Een parachutist springt uit een vliegtuig
2. Een regendruppel valt met constante snelheid naar beneden
3. Een boek ligt op tafel
4. Een auto botst
Fres = 0 N
Fres = 0 N
Fres = 0 N
Fres > 0 N
Fres > 0 N
Fres > 0 N
Slide 35 - Question de remorquage
Maya rijd met constante snelheid op haar fiets naar school. Zij moet hiervoor een kracht leveren van 120 N. Wat kun je zeggen over de weerstandskracht(en) op dat moment?
A
Deze zijn groter dan de trapkracht
B
Deze zijn kleiner dan de trapkracht
C
Deze zijn net zo groot als de trapkracht
D
Dat is niet te bepalen
Slide 36 - Quiz
De volgende dag heeft ze tegenwind. Toch rijd ze met dezelfde snelheid naar school. Wat weet je nu over de kracht die ze moet leveren?
A
Tegenwind = meer weerstandkracht dus minder trapkracht nodig
B
Tegenwind = meer weerstandkracht dus meer trapkracht nodig
C
Tegenwind = minder weerstandkracht dus minder trapkracht nodig
D
Tegenwind = minder weerstandkracht dus meer trapkracht nodig
Slide 37 - Quiz
Bepaal de afstand die Peter heeft afgelegd
Slide 38 - Question ouverte
Uitwerking
afgelegde weg = oppervlakte onder v,t diagram
Let op, tijd in min vs tijd in sec
1ste driehoek
1/2 x (4x60) x 16 = 1920 m
rechthoek
((13-4)x60) x 16 = 8640 m
2de driehoek
1/2 x (2x60) x 16 = 960 m
Totaal
1920 + 8640 + 960 = 11520 m = 11,52 km
Slide 39 - Diapositive
Bepaal de afstand die Yvonne heeft afgelegd
Slide 40 - Question ouverte
Uitwerking
afgelegde weg = oppervlakte onder v,t diagram
Let op, tijd in min vs tijd in sec
1ste driehoek
1/2 x (2x60) x 13 = 780 m
rechthoek
((13-2)x60) x 14 = 8580 m
2de driehoek
1/2 x (2x60) x 13 = 780 m
Totaal
780 + 8580 + 780 = 10140 m = 10,14 km
Slide 41 - Diapositive
Net voordat de bal wordt losgelaten
Net nadat de bal is losgelaten
als de bal naar benedenvalt
welke krachten
resulterende kracht
richting resulterende kracht
Tijn gooit een tennisbal omhoog. Geef van de volgende tijdstippen aan welke krachten er werken, of er een resulterende kracht is en welke kant deze dan op gericht is.
spierkracht
spierkracht
spierkracht
zwaartekracht
zwaartekracht
zwaartekracht
ja
ja
ja
nee
nee
nee
omhoog gericht
omhoog gericht
omhoog gericht
omlaag gericht
omlaag gericht
omlaag gericht
Slide 42 - Question de remorquage
Vlak voordat bal wordt losgelaten
Spierkracht op de bal
Zwaartekracht op de bal (altijd)
Bal versnelt omhoog
Dus resulterende kracht
Spierkracht > zwaartekracht
Slide 43 - Diapositive
Nadat bal is losgelaten
Geen kracht omhoog meer
Alleen zwaartekracht (altijd)
Eerst vertraagd bal (tot hoogste punt)
Daarna versnelt bal naar beneden
Resulterende kracht omlaag gericht
Slide 44 - Diapositive
Check out
Kun je nu:
* resulterende kracht berekenen bij meerdere krachten langs een lijn
* aan de hand van de resulterende kracht nagaan of er een versnelling of vertraging is
Slide 45 - Diapositive
Wat vind je nog moeilijk? Waar wil je nog meer uitleg over? Wat lukt al goed?
Slide 46 - Question ouverte
Ik vond deze manier van les krijgen....
Heel onprettig
onprettig
neutraal
prettig
heel prettig
Slide 47 - Sondage
Vandaag
* resulterende kracht berekenen bij meerdere krachten langs een lijn
* aan de hand van de resulterende kracht nagaan of er een versnelling of vertraging is
Slide 48 - Diapositive
Huiswerk
Maak opgave 1, 2, 3, 4, 6, 7, 9, 10, 11, 12, en 13
Slide 49 - Diapositive
Huiswerk
opgave 1, 2, 3, 4, 10, en 11 heb je in de lesson-up al gedaan