Trappen van vergelijking

Kapitel 4 - Grammatik B
Trappen van vergelijking
1 / 30
suivant
Slide 1: Diapositive
DuitsMiddelbare schoolmavoLeerjaar 3

Cette leçon contient 30 diapositives, avec quiz interactifs et diapositives de texte.

time-iconLa durée de la leçon est: 10 min

Éléments de cette leçon

Kapitel 4 - Grammatik B
Trappen van vergelijking

Slide 1 - Diapositive

Die Steigerung
(Trappen van vergelijking) 

Slide 2 - Diapositive

Slide 3 - Diapositive

Slide 4 - Diapositive

Slide 5 - Diapositive

Wanneer krijgt de overtreffende trap en extra -e?
A
bij alle bijvoeglijk naamwoorden
B
bijvoeglijk naamwoord eindigt op: -d,-t
C
bijvoeglijk naamwoord eindigt op: -d/-t ,s-klank
D
bijvoeglijk naamwoord eindigt op: -n/-m

Slide 6 - Quiz

de trappen van vergelijking: lieb
A
lieb - lieber - liebsten
B
lieb - lieber - am liebsten
C
lieb - lieber - liebest
D
lieb - lieber - am liebesten

Slide 7 - Quiz

trappen van vergelijking: weit
A
weit - weiter - weitesten
B
weit - weiter - am weitsten
C
weit - weiter - am weitesten

Slide 8 - Quiz

Welke trappen van vergelijking zijn juist?
A
alt, älter, am ältesten
B
alt, alter, am altesten
C
alt, älter, am ältsten
D
alt, alter, am altsten

Slide 9 - Quiz

Kies de juiste vormen van de trappen van vergelijking:
A
kalt - kälter - am kältesten
B
kalt - kalter - am kaltesten
C
kalt - kälter - am kälteste
D
kalt - kälter - am kaltesten

Slide 10 - Quiz

Kies de juiste vormen van de trappen van vergelijking:
A
viel - vieler - am meisten
B
viel - mehr - am meisten
C
viel - mehr - am meiste
D
viel - mehr - am meist

Slide 11 - Quiz

maak de trappen van vergelijking van:
klein

Slide 12 - Question ouverte

maak de trappen van vergelijking van:
schön

Slide 13 - Question ouverte

maak de trappen van vergelijking van:
alt

Slide 14 - Question ouverte

maak de trappen van vergelijking van:
groß

Slide 15 - Question ouverte

maak de trappen van vergelijking van:
hoch

Slide 16 - Question ouverte

maak de trappen van vergelijking van:
dünn

Slide 17 - Question ouverte

maak de trappen van vergelijking van:
gern

Slide 18 - Question ouverte

maak de trappen van vergelijking van:
viel

Slide 19 - Question ouverte

maak de trappen van vergelijking van:
schnell

Slide 20 - Question ouverte

(dick) Künstler Süßstoff macht .... als Zucker.
Vul de goede vorm van de trappen van vergelijking in.

Slide 21 - Question ouverte

(schwer) Mein Koffer ist .... als dein Koffer.
Vul de goede vorm van de trappen van vergelijking in.

Slide 22 - Question ouverte

(schön) Welche der Inseln ist am ....? Vul de goede vorm van de trappen van vergelijking in.

Slide 23 - Question ouverte

(interessant) Das Museum in München ist am ....? Vul de goede vorm van de trappen van vergelijking in.

Slide 24 - Question ouverte

(spät) Er kam .... als wir nach Hause.
Vul de goede vorm van de trappen van vergelijking in.

Slide 25 - Question ouverte

(zufrieden) Felix ist .... mit seinem Leben als Lara.
Vul de goede vorm van de trappen van vergelijking in.

Slide 26 - Question ouverte

(breit) Welcher See in Deutschland ist am ....?
Das ist natürlich der Bodensee!
Vul de goede vorm van de trappen van vergelijking in.

Slide 27 - Question ouverte

(teuer) Die Produkte im Supermarkt sind am ....
Vul de goede vorm van de trappen van vergelijking in.

Slide 28 - Question ouverte

(treu) Mein Hund ist viel .... als dein Hund.
Vul de goede vorm van de trappen van vergelijking in.

Slide 29 - Question ouverte

Ik vind het maken van de trappen van vergelijking in het Duits ...
A
makkelijk
B
moeilijk
C
het gaat
D
ik snap er nog helemaal niets van

Slide 30 - Quiz