Cette leçon contient 18 diapositives, avec quiz interactif et diapositives de texte.
La durée de la leçon est: 45 min
Éléments de cette leçon
Ordenen planten
Slide 1 - Diapositive
huiswerk checken
Vragen over bacteriën en schimmels?
Opdracht: 13a en 18b en c
Slide 2 - Diapositive
BS 4 Planten
Slide 3 - Diapositive
Leerdoel
Je kunt planten indelen in sporenplanten en zadenplanten
Je kunt zaadplanten indelen in twee klassen: naakt- en bedektzadigen
Je kunt kenmerken van de verschillende groepen noemen
Slide 4 - Diapositive
Indeling van planten
Planten hebben de celkenmerken van planten.
Planten kun je indelen naar de manier van voortplanten:
Zaadplanten -> hebben wel bloemen
Sporenplanten -> hebben geen bloemen
Slide 5 - Diapositive
Het rijk van de planten
Slide 6 - Diapositive
Zaadplanten
Zaadplanten hebben allemaal bloemen(en wortels, stengels en bladeren).
Voortplanting:
De zaden in de bloemen kunnen uitgroeien tot vruchten en dan tot nieuwe plant.
Slide 7 - Diapositive
De indeling van planten
Slide 8 - Diapositive
Sporenplanten
Sporenplanten hebben geen bloemen, maar wel wortels , stengels en bladeren.
Voorbeelden van sporenplanten zijn mossen en varens.
De voortplanting van sporenplanten vindt plaats met sporen. Een spore is een cel waaruit een nieuwe plant kan ontstaan. (in dit plantje vindt alsnog bevruchting plaats)
Slide 9 - Diapositive
Sporenplanten, voortplanting door sporen.
Mossen: sporendoosjes
op steeltjes
Varens: sporenhoopjes aan de
onderkant van de bladeren
Slide 10 - Diapositive
zoekkaart
Gebruik een zoekkaart om de naam van een organisme te vinden
Slide 11 - Diapositive
Slide 12 - Diapositive
De bouw van een bloem
Hiernaast zie je een schematische tekening van een bloem.
Veel bloemen bestaan uit een
Mannelijke deel en een
Vrouwelijke deel.
Slide 13 - Diapositive
Helmhokje
Mannelijk onderdeel van bloem.
Produceert stuifmeel.
Kroonblad
Gekleurd of groen onderdeel van bloem.
Gekleurd en groot bij insectenbloem. Trekt insecten aan.
Groen (onopvallend) of afwezig bij windbloem.
Zaadbeginsel
Vrouwelijk onderdeel van de bloem.
Hier liggen de eicellen van de bloem in de zaadbeginsels, om zaden te maken bij bestuiving.
Kelkblad
Groene bladeren die om de knop van een bloem heen zit ter bescherming. Blijven als kleine groene bladeren onderaan de bloem zichtbaar of vallen af.
Stempel
Vrouwelijk onderdeel van de bloem.
Stempel is bovenste deel van de stamper. Vangt de stuifmeelkorrels op.
Vruchtbeginsel
Vrouwelijk onderdeel van de bloem.
Hier liggen de zaadbeginsels in.
Steel
Deel waarmee de bloem vastzit aan de rest van de plant.
Slide 14 - Diapositive
Slide 15 - Diapositive
Opdracht
Maak een tekening (volgens de tekenregels)
Van de doorsnede van een bloem.
Zet alle onderdelen onder elkaar naast de tekening.