Taak 2 Hoe zit de aarde in elkaar?

Van start met MNM


Taak 2
Hoe zit de aarde in elkaar?

1 / 36
suivant
Slide 1: Diapositive
Mens & MaatschappijMiddelbare schoolvmbo bLeerjaar 1

Cette leçon contient 36 diapositives, avec quiz interactifs, diapositives de texte et 5 vidéos.

time-iconLa durée de la leçon est: 45 min

Éléments de cette leçon

Van start met MNM


Taak 2
Hoe zit de aarde in elkaar?

Slide 1 - Diapositive

Slide 2 - Vidéo

Slide 3 - Diapositive

Slide 4 - Vidéo

Taak 2
Filmpje over de opbouw van de aarde gezien?
Lees dan bron 12 in je boek.
Maak vraag 1 , 2 en 3.

Slide 5 - Diapositive

De aardkorst verschuift

Slide 6 - Diapositive

Pangea
  • Super continent
  • Het supercontinent viel 225 miljoen jaar geleden uiteen.

  • De aardplaten dreven uit elkaar.

Slide 7 - Diapositive

Pangea valt uiteen
  • 270 miljoen jaar geleden vormden alle continenten een groot continent, namelijk: Pangea (supercontinent).
     De rest van de aarde werd bedekt door een enorme oceaan, 
     het binnenland was kurkdroog.

  • Op de plaats waar vroeger Pangea lag (en nu Afrika) kwam vanuit het binnenste van de aarde een hete gesteentestroom die tegen de onderkant van de aardkorst duwde. Door die druk ging het supercontinent opzwellen, scheurde en viel uiteen in kleinere continenten.
Pangea
Uiteenvallen Pangea

Slide 8 - Diapositive

convectiestromen
Het stromende, taaie, vloeibare gesteente. 

Slide 9 - Diapositive

De pijltjes geven de richting aan van hoe de aardplaten bewegen.

Slide 10 - Diapositive

Hoe heette het supercontinent?
A
Micronesië
B
Pangea
C
Himalaya

Slide 11 - Quiz

Het buitenste deel van de aarde heet
A
Aardkern
B
Aardmantel
C
Aardkorst
D
Lithosfeer

Slide 12 - Quiz

De aardkorst bestaat uit meerdere aardkorstplaten.
A
waar
B
niet waar

Slide 13 - Quiz

aardkern
aardmantel
aardkorst

Slide 14 - Question de remorquage

Schuif de plaatbewegingen naar de juiste plaats. Kijk goed naar       de pijltjes.  Sleep de rode vakken naar de juiste letter.

Slide 15 - Question de remorquage

Taak 2
Maak vraag 4 en 5 .

Lees daarna bron 14.

Slide 16 - Diapositive

Binnenste vulkaan

Slide 17 - Diapositive

Aardplaten bewegen

- Drijven op magma
- Puzzelstukjes
- Verschillende kanten op 
- Botsen, uit elkaar, langs elkaar en onder elkaar

Slide 18 - Diapositive

Belangrijke begrippen
Aardkorst
Aardmantel
Magma                          Kan je vertellen wat deze betekenen?
Aardkern
Platen
Aardbeving
Epicentrum

Slide 19 - Diapositive

Slide 20 - Vidéo

Taak 2
Lees bron 14
Maak vraag 6, 7 en 8
Lees bron 16
Maak vraag 9 t/m 12

Slide 21 - Diapositive


Waardoor ontstaan de meeste aardbevingen?
A
Door vulkaanuitbarstingen
B
Door Tsunami's
C
Door een breuk diep in de aarde
D
Door gasboringen

Slide 22 - Quiz


Wat is de juiste volgorde van binnenuit?
A
aardkern- aardmantel- aardkorst
B
aardkorst- aardmantel- aardkern
C
aardmantel- aardkern- aardkorst
D
aardkern- aardkorst- aardmantel

Slide 23 - Quiz


Wat is het Epicentrum van een aardbeving?
A
De plaats in de aarde waar de beving plaatsvindt
B
De plaats op de aarde waar je de beving het sterkst voelt

Slide 24 - Quiz


De aardkorst bestaat uit aardplaten. Bewegen de aardplaten?
A
Ja
B
Nee

Slide 25 - Quiz


Wat zijn nog meer natuurrampen?

A
Lawines, tornado's, overstromingen, vulkaanuitbarstingen, Tsunami's
B
vulkaanuitbarstingen, onweer, Tsunami's

Slide 26 - Quiz

Waar ontstaat een vulkaan meestal?
A
In de bergen
B
Op het land
C
Op de rand van 2 aardplaten
D
Tussen 2 aardplaten

Slide 27 - Quiz


Hoe noem je magma dat uit de vulkaan loopt?

A
nog steeds magma
B
Lava

Slide 28 - Quiz

Waardoor loopt de magma naar buiten?
A
Trog
B
Oceaanrug
C
Lava
D
Krater

Slide 29 - Quiz

Taak 2
Lees bron 18
Maak vraag 13, 14 en 15
De taak is nu klaar :-)


Slide 30 - Diapositive

Slide 31 - Vidéo

Slide 32 - Vidéo

2.1 De vorming van de Alpen

Slide 33 - Diapositive

Aardplaten

Slide 34 - Diapositive

Het grote plaatje

Slide 35 - Diapositive

Gebergtevorming
Endogene kracht
Ontstaan plooiingsgebergte
Gebergte dat is ontstaan door plooiing van stukken van de aardkorst.

Slide 36 - Diapositive