Meer dan lezen §2 Onderwerp en hoofdgedachte

§ 2 
Onderwerp en hoofdgedachte
1 / 13
suivant
Slide 1: Diapositive

Cette leçon contient 13 diapositives, avec quiz interactifs, diapositives de texte et 2 vidéos.

Éléments de cette leçon

§ 2 
Onderwerp en hoofdgedachte

Slide 1 - Diapositive

Meer dan lezen 
timer
10:00
Tijdens het stillezen: huiswerk controle
A: opdracht 1 t/m 7
AH: opdracht 1 t/m 8.1

Slide 2 - Diapositive

Leesstrategieën
Korte herhaling

Slide 3 - Diapositive

Wat is een leesstrategie?
A
Een manier van lezen.
B
Een manier van kijken
C
Een plan van aanpak.
D
Een aanpak.

Slide 4 - Quiz

Wat is het leesdoel van de leesstrategie ‘precies lezen'?
A
Je wilt weten met wat voor tekst je te maken hebt.
B
Je wilt de tekst begrijpen.
C
Je wilt de tekst onthouden.
D
Je hebt een vraag en die wil je snel beantwoorden.

Slide 5 - Quiz

Als ik iets opzoek in het woordenboek, gebruik ik de leesstrategie:
A
Oriënterend lezen
B
Precies lezen
C
Globaal lezen
D
Zoekend lezen

Slide 6 - Quiz

Onderwerp
Elke tekst gaat ergens over. Dat noem je het onderwerp. Je kunt met één woord of met een paar woorden zeggen wat het onderwerp is, bijvoorbeeld: goochelen of gezonde snacks.

Zo vind je het onderwerp van een tekst:
- lees de tekst oriënterend
- geef zo kort mogelijk antwoord op de vraag: waar gaat deze tekst over?

Slide 7 - Diapositive

Slide 8 - Vidéo

Hoofdgedachte
Hoofdgedachte van de tekst is één volledige zin die het belangrijkste samenvat wat in de tekst over het onderwerp gezegd wordt. Dus in één zin waar de hele tekst over gaat.

Let op! de hoofdgedachte is nooit een vraag!
Zo vind je de hoofdgedachte:
- lees de tekst precies
- kijk aan het begin en aan het einde van de tekst of de hoofdgedachte daar letterlijk staat. Als dit niet zo is, vraag je dan af vraag je dan af wat het antwoord is op de vraag: wat is het belangrijkste wat in de tekst over het onderwerp gezegd wordt?

Slide 9 - Diapositive

Slide 10 - Vidéo

De hoofdgedachte geeft antwoord op de volgende vraag:
A
Wat is het belangrijkste dat over het onderwerp wordt gezegd?
B
Wat is de mening van de schrijver?
C
D
Wat is het onderwerp van de tekst?

Slide 11 - Quiz

Fout geformuleerd

Het onderwerp is
Hoe ontstaat een bijensteek?


Waarom haal je lage cijfers?
Goed geformuleerd

Het onderwerp is
Het ontstaan van een bijensteek

Redenen voor lage cijfers

Slide 12 - Diapositive

Aan de slag!
Kijk in de planner wat je moet gaan maken. Er is deze week geen instructie meer.
A: samen opdracht 1 + start opdr 2
AH: samen opdracht 1 (opdracht 1.3 niet)

Donderdag invaller of uitval, het huiswerk moet wel af.


Slide 13 - Diapositive