5.3

H5.3
Beelden maken met een lens
1 / 26
suivant
Slide 1: Diapositive
Natuurkunde / ScheikundeMiddelbare schoolvmbo tLeerjaar 3

Cette leçon contient 26 diapositives, avec quiz interactifs, diapositives de texte et 2 vidéos.

time-iconLa durée de la leçon est: 50 min

Éléments de cette leçon

H5.3
Beelden maken met een lens

Slide 1 - Diapositive

Lesplanning
  • Leerdoelen 5.3
  • Uitleg + aantekeningen
  • Video bekijken
  • Aan de slag

Slide 2 - Diapositive

Leerdoelen 5.3
5.3.1 Je kunt het verschil beschrijven tussen positieve lenzen en negatieve lenzen.
5.3.2 Je kunt uitleggen hoe een positieve lens een evenwijdige bundel zonlicht breekt.
5.3.3 Je kunt toelichten wat wordt bedoeld met brandpunt en brandpuntsafstand.
5.3.4 Je kunt uitleggen hoe een negatieve lens een evenwijdige bundel zonlicht breekt.
5.3.5 Je kunt het verschil uitleggen tussen een reëel beeld en een virtueel beeld.
5.3.6 Je kunt het beeld construeren dat een positieve lens van een voorwerp vormt.
5.3.7 Je kunt de voorwerpsafstand en de beeldafstand opmeten in een tekening.

Slide 3 - Diapositive

3 soorten lichtbundels

Slide 4 - Diapositive

Lenzen
Met lenzen kun je een lichtbundel veranderen.

Hoe?

Slide 5 - Diapositive

Positieve lenzen zijn in het midden dikker dan aan de rand. 

Daarom worden ze ook wel bolle lenzen genoemd. 

Slide 6 - Diapositive

Bolle lens
Een bolle lens knikt de lichtstralen naar binnen.



CONVERGERENDE WERKING

Slide 7 - Diapositive

Bolle lens
De lijn die door het midden van de lens gaat en loodrecht op de lens staat.
Afstand tussen brandpunt en lens.

Slide 8 - Diapositive

Een sterkere lens knikt de lichtstralen meer naar binnen. De brandpuntsafstand is dan kleiner.

Slide 9 - Diapositive

Een negatieve of holle lens is in het midden 
dunner dan aan de rand.

Slide 10 - Diapositive

Lichtstralen worden door een negatieve lens naar buiten geknikt. Een divergerende werking.

Slide 11 - Diapositive

Construeren van beeld
We doen het altijd met drie lichtstralen:

1  - Door het midden van de lens, verandert niet van richting
2 - Evenwijdig aan hoofdas. Na de lens door brandpunt (F).
3 - Voor de lens door het brandpunt en na de lens evenwijdig      aan de hoofdas.

Slide 12 - Diapositive

Beeld tekenen positieve lens

Slide 13 - Diapositive

Slide 14 - Diapositive

Slide 15 - Diapositive

Slide 16 - Diapositive

Slide 17 - Diapositive

Slide 18 - Vidéo

Aan de slag
Maken 5.3 opgaves: 
1, 2, 3, 4, 6, 7 & 9

In je werkboek fysiek: 2, 4c, 6a, 9

Slide 19 - Diapositive

Slide 20 - Vidéo

Noem een ander woord voor positieve lens
A
bolle lens
B
holle lens

Slide 21 - Quiz

Lichtstralen die uit elkaar lopen vormen een
A
evenwijdige stralenbundel
B
divergerende stralenbundel
C
convergerende stralenbundel

Slide 22 - Quiz

Lichtstralen die naar elkaar lopen vormen een
A
evenwijdige stralenbundel
B
divergerende stralenbundel
C
convergerende stralenbundel

Slide 23 - Quiz

Met een bolle lens maak je een
A
evenwijdige stralenbundel
B
divergerende stralenbundel
C
convergerende stralenbundel

Slide 24 - Quiz

Met een holle lens maak je een
A
evenwijdige stralenbundel
B
divergerende stralenbundel
C
convergerende stralenbundel

Slide 25 - Quiz

Met en plat stukje glas maak je
A
evenwijdige stralenbundel
B
divergerende stralenbundel
C
convergerende stralenbundel

Slide 26 - Quiz