Les 3 Vaardigheden

• Aardrijkskunde
• Middelbare school
• vwo
• Leerjaar 3

Huiswerk:

• Maak opdracht 1, 2 en 3a van bladzijde 43. 
  

Vraag 2a: 1

1. vlak terrein
2. top van heuvel
3. tegen helling

Vraag 2a: 3

1. hoog
2. gemiddeld
3. laag

Vraag 2a 11

1. in verval
2. slecht
3. wordt opgeknapt

Antwoord vraag 4

Huiswerk

• Leer de aantekeningen.
• Maak 1 t/m 4 van blz. 44 en 45.

Schaal = de verhouding tussen de afstand op de kaart en diezelfde afstand in werkelijkheid.

Bijvoorbeeld:

• 1:5.000.000 (spreek uit 1 staat tot 5 miljoen)
  
• 1 cm op de kaart is in werkelijkheid 5 miljoen centimeter
• 1 cm = 50.000 m (cm -> m = - 2 nullen)
• 1 cm = 50 km (cm -> km = -5 nullen)

Aantekening

Kleinschalig:

• ........... gebied
• ............ details
• > 50.000

Grootschalig:

• ................ gebied
• ................ details
• 50.000 of minder

Kleinschalig:

• groot gebied
• weinig details
• > 50.000

Grootschalig:

• klein gebied
• veel details
• 50.000 of minder

Absolute afstand = Afstand uitgedrukt in km.

• hemelsbreed

Relatieve afstand = afstand uitgedrukt in tijd.

• niet voor iedereen gelijk
• kan veranderen

Leg uit waarom de relatieve afstand niet voor iedereen gelijk is.

Leg uit hoe de relatieve afstand kan toenemen.

Huiswerk

• Leer de aantekeningen.
• Maak 1 t/m 4 van blz. 44 en 45.