1.8 Spelling - Talent

• Nederlands
• Middelbare school
• vmbo b, k
• Leerjaar 1,2

Nederlands klas 1

• Pak je schrift en ga rustig zitten
• Pak je leesboek , je Talentboek en je etui op tafel

Lekker lezen

• Pak je schrift en begin met lezen
• We blijven stil zodat we allemaal rustig kunnen lezen

Startopdracht

Volgende week de toets van Hoofdstuk 1.

Welke paragrafen moet je hiervoor leren?

Paragraaf:

Startopdracht

In deze paragrafen heb je geleerd:

1.3 Lezen

• een titel en een tussenkopje herkennen;

• hoe je het onderwerp van een tekst vindt;

• een alinea herkennen.

1.7 Spelling

• de persoonsvorm herkennen.

1.8 Grammatica

• hoe je de stam en de ik-vorm van een werkwoord spelt;

• hoe je de persoonsvorm in de tegenwoordige tijd spelt;

• hoe je het begin en eind van zinnen maakt;

• acht dicteewoorden.

Startopdracht

applaudisseren 

- in de handen klappen 

de carrière

-  de loopbaan

het compliment 

- zeggen dat je iets heel goed kunt

noteren 

-opschrijven 

origineel

-apart

de paragraaf 

- een deel van een hoofdstuk

populair 

-geliefd

-zelfverzekerd

 met veel zelfvertrouwen

Startopdracht

Maak een woordzoeker met de dicteewoorden

(woordzoeker.nl)

• Gebruik je iPad alleen als dat nodig is. 
• Wil je iets vertellen, graag je vinger omhoog.
• We luisteren naar elkaar, ook om te leren.
• We gaan niet naar de wc, tenzij het écht niet anders kan. 

Afspraken

Check
Hoe voel je je op dit moment?

😒🙁😐🙂😃

Toets H1

Leren en oefenen voor de toets

 

Lezen blz.

Grammatica blz.

Spelling blz. 54

Lees/leer de blauwe stukken in het boek of online, oefen online:

* overhoor jezelf

* versterk jezelf

1.8 Spelling

In deze paragraaf leer je:

-hoe je de stam en de ik-vorm van een      werkwoord spelt

-hoe je de persoonsvorm in de tegenwoordige tijd spelt

-hoe je het begin en het eind van zinnen maakt

-acht dicteewoorden

Talent  Spelling blz. 54

Maak aantekeningen, schrijf belangrijke dingen op en noteer de begrippen

Instructie en aantekeningen

lessonup.com

lessonup.com

PERSOONSVORM IN DE TEGENWOORDIGE TIJD

De persoonsvorm ziet er in de tegenwoordige tijd zo uit:

enkelvoud stam

ik loop

loop ik

loop jij?

De ik-vorm noemen we de stam van het werkwoord.

PERSOONSVORM IN DE TEGENWOORDIGE TIJD

De persoonsvorm ziet er in de tegenwoordige tijd zo uit:

enkelvoud stam + t

jij/u loopt

hij/zij loopt

het loopt

PERSOONSVORM IN DE TEGENWOORDIGE TIJD

Meervoud hele werkwoord 

 wij lopen

jullie lopen

zij lopen

Deze les	hoe zit het ook alweer? samen door het (online)boek + uitlegfilmpje kijken
Wat?	nakijken opdr. 1, 2, 3 + afm. opdr. 4, 5, 6
Hoe?	Lees eerst de opdracht goed door. Beantwoord daarna de vragen in je werkboek.
Hulp	Vraag? Steek je vinger op.
Tijd	Timer
Klaar?	Oefenen online

Aan het werk 

Deze les	nakijken en bespreken opdr. 1 t/m 4
Wat?	m. opdr. 5/6/7 en opdr. 8 t/m 11
Hoe?	Lees eerst de opdracht goed door. Beantwoord daarna de vragen in je werkboek.
Hulp	Vraag? Steek je vinger op.
Tijd	Timer
Klaar?	Oefenen online

Aan het werk 

Deze les	herhalen/oefenen in lessonup
Wat?	Overhoor jezelf - leerdoelen checken (1.3, 1.7, 1.8) Versterk jezelf maken - kies
Hoe?	Lees eerst de opdracht goed door. Beantwoord daarna de vragen in je werkboek.
Hulp	Vraag? Steek je vinger op.
Tijd	Timer
Klaar?	Versterk jezelf (ww spelling en leestekens (en/of )NUMO sprongtoets

Aan het werk 

1.8 Spelling

Aan het einde van deze lessen weet je

-hoe je de stam en de ik-vorm van een werkwoord spelt

-hoe je de persoonsvorm in de tegenwoordige tijd spelt

-hoe je het begin en het eind van zinnen maakt

-acht dicteewoorden

Hoe is het deze les gegaan?

😒🙁😐🙂😃

Bij de les?

Heb je alles af?

Heb je nog vragen?

Volgende les!

Oefenen voor de toets

NUMO