Cette leçon contient 16 diapositives, avec quiz interactifs, diapositives de texte et 1 vidéo.
La durée de la leçon est: 45 min
Éléments de cette leçon
Planning:
Introductie
Uitleg: paragraaf 2 H7
maken opdracht 6 t/m 9
nabespreken paragraaf 2
afsluiting
aan het einde van de les kan/weet je:
Waarom er twee Korea’s zijn
Wat de politieke verschillen zijn tussen Noord- en Zuid-Korea
De economische verschillen zijn tussen Noord- en Zuid-Korea
Waarom Noord-Korea door veel landen als een dreiging wordt ervaren
Slide 1 - Diapositive
Slide 2 - Vidéo
uitleg/aantekeningen
Slide 3 - Diapositive
Noord-Korea = arm
Communistisch land (staat)
Planeconomie: - bedrijven in eigendom van de staat - de staat bepaalt alles - in plannen staat wat je moet produceren - - geen concurrentie, zorgt voor slechte kwaliteit producten -> geen reclame in straatbeeld - Er is minimumloon want staat bemoeit zich met naleven afspraken
Zuid-Korea = rijk
Kapitalistischland (privé)
Vrijemarkteconomie: - bedrijven in privé eigendom - directie van bedrijven bepaalt alles zelf - concurrentie zorgt voor goede en goedkope producten -> reclame in straatbeeld - Weinig afspraken arbeidsomstandigheden en lonen, want: zoveel mogelijk winst
Economische verschillen
Slide 4 - Diapositive
Propaganda
Het dorp Kijong-dong ligt in de DMZ: 2,5 km brede Gedemilitariseerde Zone tussen Noord-Korea en Zuid-Korea
• Maar: is het een echt dorp?
• Onderdeel van propagandastrijd: grens overlopen
Massaberichten om de mening van mensen te beïnvloeden
Slide 5 - Diapositive
Mondiale spanningen
De spanningen tussen Noord-Korea en Zuid-Korea spelen, want: Noord-Korea heeft kernwapens - bedreigen hele wereld
Voorlopige oplossing is economische strafmaatregelen van de Verenigde Naties. VB: minder export van aardolieproducten naar Noord-Korea, minder vrijheid arbeidsmigranten.
Slide 6 - Diapositive
Ooit één Korea?
Kans op één Korea als oplossing is klein:
Economische bedreiging China en Japan.
Hulp bij ontwikkeling Noord-Korea is duur.
Geen hechte band familieleden.
Slide 7 - Diapositive
B243 Sterke en zwakke staten
Sterke staten:
Bestuurlijk goed georganiseerd
Grote rol politiek, economie en cultuur in de wereld
BV: VS, EU-landen, Rusland, China
Zwakke staten:
Slechte sociale structuur: grote groep armen, kleine groep rijken (elite) met alle politieke en economische macht.
Grootgrondbezit
Corruptie
Slide 8 - Diapositive
zelfstandig werken
lezen paragraaf 2 H7 economische verschillen, mondiale spanningen +B246 maken opdracht 6 t/m 9 gebruik hierbij:
tekstboek blz. 106/107
werkboek blz. 127/128
stoplicht: Rood = stil lezen en werken. Oranje = fluisteren als je wilt overleggen. Groen = normaal praat niveau met werken
timer
1:00
Slide 9 - Diapositive
herhalen/nabespreken
Slide 10 - Diapositive
Bij welk land hoort de stelling? Ik maak vaak dagen van 12 uur, maar mijn baas zegt dat hier geen wet tegen is.
A
Noord-Korea
B
Zuid-Korea
Slide 11 - Quiz
Bij welk land hoort de stelling? Ik had altijd een eigen fabriek, maar die is overgenomen door de overheid, net als alle andere bedrijven.
A
Noord-Korea
B
Zuid-Korea
Slide 12 - Quiz
Bij welk land hoort de stelling? Mijn buren hebben allemaal de nieuwste stofzuiger, dus ik wil ook graag de nieuwste stofzuiger
A
Noord-Korea
B
Zuid-Korea
Slide 13 - Quiz
Bij welk land hoort de stelling? Mijn vader moest nog elke dag werken in de fabriek, maar ik heb nu mijn eigen bedrijf met werknemers in dienst.