Magnetische flux en wet van Lenz

• Fysica
• Secundair onderwijs

Introductie interactieve les

Tijdens de les zullen enkele vragen gesteld worden, sla deze op in een word bestand met de naam "Les staande golven en geluid". Na het maken van de les vul je de rubric in die je hebt meegekregen.  Zorg er voor dat het document met de antwoorden verzorgd is. Geef ook steeds aan bij welke slide je antwoord hoort.

Stuur deze bestanden na de les naar: [e-mail]

https://www.youtube.com/watch?v=1fZ35RaSix8
(zie volgende dia)

Een grote magnetische veldsterkte zal voor een ... magnetische flux zorgen.

1. Grote
2. Kleine

De grootte van het oppervlak A van een winding heeft ... invloed op de grootte van de magnetische flux.

1. geen
2. een

Pagina 21: Teken bij a en c een even groot vierkant, en bij b een kleiner. Vergelijk nu a en b, en a en c op vlak van magnetische flux.

Hoe bereken je de magnetische flux als de magnetische veldlijnen niet loodrecht op het oppervlak van de winding staan? Gebruik een tekening ter verduidelijking (tekening is ook op vorige slide terug te vinden).

Rangschik de situaties volgens toenemende flux

<

<

=

<

Oefening 3: Bereken de magnetische flux van een winding met oppervlakte 10,0 cm² die evenwijdig met de veldlijnen van een magnetisch veld met grootte 0,50 T wordt geplaatst. Maak ook een tekening ter verduidelijking.

Oefening 4: Bereken de magnetische flux van een winding met oppervlakte 50,0 cm² die een hoek van 30° maakt met de veldlijnen van een magnetisch veld met grootte 20,0 mT. Maak een tekening ter verduidelijking

https://phet.colorado.edu/sims/html/faradays-law/latest/faradays-law_nl.html

(zie volgende dia)

https:

Nader de spoel met de Z-pool naar de spoel toe.
Op de voltmeter zal dan een ... uitwijking te zien zijn.

1. Negatieve
2. Positieve
3. Geen

Hoe loopt de stroom dan?

1. Van de + kant van de voltmeter naar de - kant
2. Van de - kant van de voltmeter naar de + kant
3. Er is geen stroom

Wat gebeurt er met de uitwijking als je de staafmagneet weer uit de spoel beweegt?

1. De uitwijking keert om en is nu negatief
2. De uitwijking keert om en is nu positief
3. Nog steeds geen uitwijking

De stroom loopt nu...

1. Van de - kant van de voltmeter naar de + kant
2. Van de + kant van de voltmeter naar de - kant
3. Er is nog steeds geen stroom

Zin van de stroom

De zin is afhankelijk van twee factoren:

1. De pool van de magneet waarmee je de spoel nadert.
2. De zin waarin je beweegt met de magneet

Indien je met de N-kant van de magneet de spoel nadert, dan zal de zin van de stroom zo zijn dat de beweging wordt tegengewerkt. Wanneer je de magneet nu verwijdert, zal ook de zin van de stroom omdraaien zodat die de beweging opnieuw tegenwerkt.

Voor de Z-kant van de magneet zal dit omgekeerd zijn. De zin van de stroom zal steeds dezelfde zijn van de zin van de beweging van de magneet.

Wat gebeurt er met de uitwijking van de voltmeter als je de staafmagneet in de spoel plaatst en ze daar laat staan zonder ze verder nog te bewegen?

1. Positieve uitwijking
2. Geen uitwijking
3. Negatieve uitwijking

https://www.youtube.com/watch?v=tC6E9J925pY&t=1s

(vorige dia)

Hoe groter ∆𝛷 in een bepaalde tijdsduur ∆t , hoe groter/kleiner 𝑈_(𝑖,𝑔𝑒𝑚). (pg 23)

1. groter
2. kleiner

Grotere ∆𝛷 in een bepaalde tijdsduur ∆t

Wanneer je teruggrijpt naar de applet, is dit ook op te merken. Wanneer je met de magneet de spoel traag nadert, is er een kleine uitwijking. Bij een snelle nadering, is de uitwijking groter.

Hoe groter ∆t, hoe groter/kleiner 𝑈_(𝑖,𝑔𝑒𝑚). (pg 23)

1. groter
2. kleiner

Hoe groter N, hoe groter/kleiner 𝑈_(𝑖,𝑔𝑒𝑚). (pg 23)

1. groter
2. kleiner

Waarvoor staat het "-" teken in de formule van de ogenblikkelijke spanning?

1. Wet van Lenz: De zin van de stroom in de spoel is zodanig dat hij meewerkt met de flux. Dit heeft dus zijn invloed op de spanning.
2. Wet van Lenz: De zin van de stroom in de spoel is zodanig dat hij de flux tegenwerkt. Dit heeft dus zijn invloed op de spanning.

De eerste figuur toont het verloop van de flux door een spoel en de tweede figuur de inductiespanning als gevolg van de verandering in die flux. Waarom is de inductiespanning nagenoeg gelijk aan 0 op het tijdstip t1?

Op tijdstip t2 is de fluxverandering groot, de inductiespanning is dus groot/klein.

1. groot
2. klein

Oefening 2 pagina 24: Een spoel met doorsnede 6,00 cm² en 1200 windingen staat loodrecht op
het magnetisch veld van een elektromagneet met grootte 0,040 T.
a) Bereken de flux door 1 winding
b) Bereken de gemiddelde inductiespanning als het veld in de spoelwegvalt in 0,025 s

Einde les

Vergeet je antwoorden en rubric niet door te sturen naar:

[e-mail]