Cette leçon contient 28 diapositives, avec quiz interactifs et diapositive de texte.
La durée de la leçon est: 30 min
Éléments de cette leçon
Test je kennis van hoofdstuk 5.
Kan de overheid dat regelen.
De test heeft 31 vragen.
Test je kennis hoofdstuk 5.
Kan de overheid dat regelen?
Slide 1 - Diapositive
Alle burgers en bedrijven samen noem je de ...
A
Particuliere sector
B
Primaire sector
C
Collectieve sector
D
Secundaire sector
Slide 2 - Quiz
Accijns zijn een extra verbruiksbelasting op ...?
A
Drugs
B
Alcohol
C
Voedsel
D
Diensten
Slide 3 - Quiz
De lagere overheden zijn: 1. De provincies 2. Gemeenten 3. Rijksoverheid
A
Juist
B
Onjuist
Slide 4 - Quiz
De ontvangsten van de Rijksoverheid waren: € 268 miljard in 2015 € 275 miljard in 2018
Bereken de procentuele stijging ...
A
97,5 %
B
2,6%
C
2,5%
D
Anders
Slide 5 - Quiz
Sleep de goederen en/of diensten naar de juiste sector.
collectieve sector
particuliere sector
Slide 6 - Question de remorquage
Wat zijn kenmerken van collectieve voorzieningen?
A
De particuliere sector betaalt de voorzieningen.
B
De overheid betaalt de voorzieningen.
Slide 7 - Quiz
Marktwerking betekent dat alle bedrijven in deze sector onderling moeten concurreren met hun prijzen en kwaliteit om klanten te winnen ... ?
A
Juist
B
Onjuist
Slide 8 - Quiz
Selin denkt dat marktwerking nadelig is voor de kwaliteit van producten. Mariam is dat niet eens met Selin. Wie heeft/hebben gelijk ?
A
Selin
B
Mariam
C
Beide
D
Geen van beide
Slide 9 - Quiz
Een planeconomie heeft geen marktwerking, terwijl dat wel zo is bij een vrijemarkteconomie en sociale markteconomie ... ?
A
Juist
B
Onjuist
Slide 10 - Quiz
Noord-Korea heeft een planeconomie
Nederland een sociale markteconomie
A
Juist
B
Onjuist
Slide 11 - Quiz
Een vrijemarkteconomie houdt rekening met het betaalbaar houden van basisbehoeften en veiligheid van burgers ... ?
A
Juist
B
Onjuist
Slide 12 - Quiz
Privatisering betekent dat de overheid een particulier bedrijf overneemt ... ?
A
Juist
B
Onjuist
Slide 13 - Quiz
Het CBS verzamelt allerlei informatie over onze economie, bijvoorbeeld maandelijks het inflatiecijfer van alle producten in ons land.
A
Juist
B
Onjuist
Slide 14 - Quiz
Hoeveel procent van de inkomsten van de gemeente Venlo zijn afkomstig van het Rijk ... ?
A
29,9%
B
31,6%
C
70,1%
D
57,6%
Slide 15 - Quiz
Bij een begrotingsoverschot heeft de overheid meer inkomsten dan uitgaven ... ?
A
Juist
B
Onjuist
Slide 16 - Quiz
Juist of onjuist ? 1. Bij een begrotingstekort groeit de staatschuld. 2. Rente over de staatsschuld is een kleine uitgavenpost op de rijksbegroting.
A
1. is juist
B
2. is juist
C
Beide juist
D
Beide onjuist
Slide 17 - Quiz
In welk jaar was de staatsschuld per NL'er het kleinst?
17 miljoen NL'ers
A
2016
B
2015
C
2011
D
2010
Slide 18 - Quiz
Directe en indirecte belastingen zijn de grootste inkomsten van de overheid ... ?
A
Juist
B
Onjuist
Slide 19 - Quiz
Welk(e) antwoord(en) is of zijn voorbeelden van directe belastingen ?
A
Je koopt een nieuwe laptop en betaalt 21% btw
B
Je wint een prijs in de postcode loterij en betaalt kansspelbelasting
C
Je bent miljonair en betaalt jaarlijks vermogensbelasting
D
Als vennoot in je VOF betaal je vennootschapsbelasting
Slide 20 - Quiz
Nederland is een sociaal land. We hebben veel sociale verzekeringen. Deze zijn verdeeld in volksverzekeringen en werknemersverzekeringen.
A
Juist
B
Onjuist
Slide 21 - Quiz
Volksverzekeringen heeft iedere inwoner van Nederland recht op ... ?
A
Juist
B
Onjuist
Slide 22 - Quiz
Werknemersverzekeringen heeft iedere inwoner van Nederland recht op ... ?
A
Juist
B
Onjuist
Slide 23 - Quiz
Juist of onjuist ? 1. De werknemersverzekeringen worden grotendeels door de werkgever betaald ? 2. Je hebt altijd recht op een bijstandsuitkering als je geen werk kunt vinden ?
A
1. is juist
B
2. is juist
C
Beide juist
D
Beide onjuist
Slide 24 - Quiz
Mensen met betaald werk noem je ook wel actieven, mensen zonder betaald werk noem je inactieven.
A
Juist
B
Onjuist
Slide 25 - Quiz
Om de AOW te kunnen blijven betalen kan de overheid: 1. De AOW-leeftijd verder verhogen 2. De AOW-uitkering kunnen verlagen 3. Meer belasting heffen
A
1 is juist
B
1 en 2 zijn juist
C
1, 2 en 3 zijn juist
D
Allemaal onjuist
Slide 26 - Quiz
Demi en Stef hebben 2 kinderen. Per maand ontvangen ze € 168,83 aan kinderbijslag. In welke leeftijds- categorie vallen beide kinderen?
kwartaal
A
Allebei 0 t/m 5 jaar
B
Eén 0 t/m 5 jaar
Eén 6 t/m 11 jaar
C
Allebei 6 t/m 11 jaar
D
Eén 6 t/m 11 jaar
Eén 12 t/m 17 jaar
Slide 27 - Quiz
Het minimumloon in Nederland is een klein beetje hoger dan een bijstandsuitkering ... ?