Cette leçon contient 21 diapositives, avec quiz interactifs et diapositives de texte.
La durée de la leçon est: 45 min
Éléments de cette leçon
Kapitel 4, Luzern!
Deutsch Klasse 2
Na Klar! Kapitel 4
WLJ/FIK
Slide 1 - Diapositive
Kapitel 4, Luzern!
-Hausaufgaben korrigieren
-Geschichte der Schweiz
-Hausaufgaben machen
Slide 2 - Diapositive
Slide 3 - Diapositive
Slide 4 - Diapositive
Slide 5 - Diapositive
Slide 6 - Diapositive
Slide 7 - Diapositive
Geschichte der Schweiz
In der Schweiz gibt es 26 Kantone. Kantone sind wie Provincies in den Niederlanden. Die Schweiz entstand 1291 nach dem Bund (=verbond) der Urkantone (=oude Kantons). Welche Kantone sind die Urkantone? Schaue auf die nächste Folie und ergänze die Wortspinne.
In Zwitserland zijn er 26 kantons. Zwitserland ontstond na een bond van de oerkantons (Urkantone). Welke kantons zijn de oerkantons, denk je? Vul in!
Slide 8 - Diapositive
Slide 9 - Diapositive
Welche Kantone sind die Urkantone?
Slide 10 - Carte mentale
Dinge aus der Schweiz
Lees de omschrijvingen op elke slide. Welk product/ ding wordt hiermee bedoeld?
Slide 11 - Diapositive
Diese Schokolade kommt aus der Schweiz. Sie schmeckt sehr gut. Eine andere bekannte Marke ‘Lindt’
Slide 12 - Question ouverte
Das ist ein bekanntes Käsegericht mit geschmolzenem Käse. Ein anderes berühmtes Käsegericht ist Raclette.
Slide 13 - Question ouverte
Die Schweiz ist bekannt für ihre Uhren. Es gibt viele Marken. Nenne eine Marke.
Slide 14 - Question ouverte
Diese Kaffeemaschine und der Kaffee wurden bekannt durch die Werbung (reclame) mit George Clooney.
Slide 15 - Question ouverte
Erfindungen aus der Schweiz
Lees de tekst op de volgende pagina. Noteer bij elke afbeelding wie de uitvinder is. Dit kan zowel een bedrijf, als ook een persoon zijn!
Slide 16 - Diapositive
Slide 17 - Diapositive
Afbeelding A:
Slide 18 - Question ouverte
Afbeelding B:
Slide 19 - Question ouverte
Afbeelding C:
Slide 20 - Question ouverte
An die Arbeit!
Ga aan het werk met opgave 5,6,10,11 van Lektion 3, Kapitel 4.
Eerste 10 minuten in stilte, daarna mag je rustig overleggen.
Muziek luisteren= prima.
Ben je klaar? Steek dan je hand omhoog, ik kom controleren! Ga daarna verder met de woordtrainer van de licentie.