Thema 3 Bs 4 Geslachtschromosomen

1 / 18
suivant
Slide 1: Diapositive
BiologieMiddelbare schoolhavoLeerjaar 4

Cette leçon contient 18 diapositives, avec quiz interactifs et diapositives de texte.

time-iconLa durée de la leçon est: 40 min

Éléments de cette leçon

Slide 1 - Diapositive

Poezen en katers uit hetzelfde nest hebben
even veel kans op witte vlekken in hun vacht.
Op wat voor chromosoom zal dit gen liggen?

Slide 2 - Question ouverte


Gezonde lapjeskatten (3 kleuren) zijn altijd vrouwtjes. Op wat voor chromosoom zal het gen voor oranje kleur en bruine kleur liggen?

Slide 3 - Question ouverte

Slide 4 - Diapositive

Planning (40 min les!)
  1. Terugblik
  2. Uitleg X-chromosomale overerving
  3. Samen oefenen 
  4. Evalueren en afsluiten

Slide 5 - Diapositive

Zet de juiste omschrijving bij het juiste begrip.
46
23
2
Zoveel exemplaren heb je van ieder gen in een lichaamscel van de mens
Zoveel chromosomen zitten in iedere lichaamscel van de mens (=autosomaal)
Zoveel chromosomen zitten in iedere geslachtscel van de mens

Slide 6 - Question de remorquage

Hoe noemen we deze
afbeelding
en wat is het geslacht?
A
Dit is een genenbank en het is een man
B
Dit is een karyogram en het is een man
C
Dit is een genenbank en het is een vrouw
D
Dit is een karyogram en het is een vrouw

Slide 7 - Quiz

Stel een "Rus" konijn wordt gekruist
met een "Donker geel" konijn.
Alle nakomelingen zijn "Midden geel".
Hoe noemen we het fenotype
van deze nakomelingen?
A
een dominant fenotype
B
een recessief fenotype
C
een intermediair fenotype
D
een heterozygoot fenotype

Slide 8 - Quiz

Is het fenotype 'lapjeskat' een monohybride eigenschap?
A
ja
B
nee

Slide 9 - Quiz

Leerdoelen 3.4
  • 3.4.1 Je kunt beschrijven hoe geslachtschromosomen het geslacht van een mens bepalen.

  • 3.4.2Je kunt een kruisingsschema maken voor X-chromosomale overerving en de frequentie van bepaalde genotypen en fenotypen van nakomelingen hieruit afleiden

  • 3.4.3 Je kunt de frequentie van bepaalde genotypen en fenotypen van nakomelingen afleiden uit een stamboom over X-chromosomale overerving.

Slide 10 - Diapositive

Kleurenblind
  • Werken de kegeltjes niet goed
  • Veel voorkomende: Roodgroen kleurenblindheid

  • Dan zie je geen getallen in de afbeelding

Slide 11 - Diapositive

Slide 12 - Diapositive

Slide 13 - Diapositive

Een overerving kan:
autosomaal of X-chromosomaal zijn.

Wat is het verschil?

Slide 14 - Diapositive

Slide 15 - Diapositive

Samen oefenen

Kruisingsvraagstuk rood-groenkleurenblindheid
Klaar? Kijk na, verbeter met andere kleur pen. 
Lever in bij docent.

Heb je opdracht 1 en 2 goed?
Dan mag je opdracht 44 t/m 48 bvj boek overslaan.
timer
15:00

Slide 16 - Diapositive

Hoe ging dit?
Kijk nog eens naar je leerdoelenlijst. 
Heb je leerdoel 3.3.2 behaald?  
Heb jij tijdens het maken van het huiswerk moeite met leerdoel 3.3.4?
Schrijf je dan in voor de R-les aanstaande donderdag of volgende week maandag (aansluitend aan de bio-les)

Slide 17 - Diapositive

Huiswerk
Opdrachten
40 t/m 43, 44 t/m 17, en 49 & 50. 

Had jij kruisingsvraagstuk Kleurenblindheid volledig goed?
Dan mag je 44 t/m 47 overslaan.
 ALLEEN als je hebt nagekeken met andere kleur pen en de opdracht hebt ingeleverd.

Slide 18 - Diapositive