Woordenschat NN hoofdstuk 4 h/v 1

leken
A
ondeskundigen
B
ongeïnteresseerden
C
slimmeriken
D
geïnteresseerden
1 / 28
suivant
Slide 1: Quiz
NederlandsMiddelbare schoolhavoLeerjaar 1

Cette leçon contient 28 diapositives, avec quiz interactifs.

time-iconLa durée de la leçon est: 45 min

Éléments de cette leçon

leken
A
ondeskundigen
B
ongeïnteresseerden
C
slimmeriken
D
geïnteresseerden

Slide 1 - Quiz

recente
A
nieuwe
B
niet oude
C
oude
D
niet nieuwe

Slide 2 - Quiz

Wat is
'mentaal'?
A
stoere mannentaal
B
geestelijk, niet lichamelijk
C
beelddenken
D
niet belangrijk

Slide 3 - Quiz

Wat is de tegenstelling van "essentieel"?
A
Onbelangrijk
B
Erg belangrijk
C
Onmisbaar

Slide 4 - Quiz

misvatting betekent
A
niet luie
B
niet belangrijke
C
onjuiste opvatting

Slide 5 - Quiz

Welke spelling klopt?
A
carrierè
B
carrière
C
carriere

Slide 6 - Quiz

faciliteiten
A
meerdere gebouwen
B
grote voorbeelden
C
voorzieningen

Slide 7 - Quiz

het idool
A
een zanger of zangeres
B
een bekende voetballer
C
bekend persoon die je erg bewondert

Slide 8 - Quiz

Waarmaken
A
Kandidaat stellen, voordragen
B
Tegenstander
C
Uitkomst, afloop
D
Realiseren, bewijzen

Slide 9 - Quiz

Wat is de betekenis van: stimulans
A
prestatieverhogend middel
B
realistisch idee
C
goed plan
D
prikkel

Slide 10 - Quiz

uniek =
A
meemaken
B
laten zien
C
uitnodigende
D
enig in zijn soort

Slide 11 - Quiz

Fysiek
A
Letterlijk
B
Denkvermogen
C
Lichamelijk
D
Uithoudingsvermogen

Slide 12 - Quiz

Wat is de betekenis van: optimale
A
goede
B
ideale
C
stevige
D
optimistische

Slide 13 - Quiz

Wat betekent 'diëtiste'?
A
iemand die je voedingspatroon in de gaten houdt
B
iemand die ondersteunt bij persoonlijke communicatie, stem, taal, spraak en gehoor
C
iemand die bewegings- en houdingsproblemen probeert te verhelpen
D
iemand die je slaappatroon in de gaten houdt

Slide 14 - Quiz

begaafd betekent:
A
snel geschaafd
B
achtergesteld
C
snel geïrriteerd
D
getalenteerd

Slide 15 - Quiz

identiek
A
in spiegelbeeld
B
volledig hetzelfde
C
volledig verschillend
D
achterstevoren

Slide 16 - Quiz

Wat betekent 'wezenlijk'?
A
belangrijk
B
zonder moeite
C
opzettelijk
D
opmerkelijk

Slide 17 - Quiz

Wat betekent 'mits'?
A
ruimte en voorzieningen
B
veelbelovende
C
Maar, alleen als
D
belangrijk

Slide 18 - Quiz

De ambitie betekent....
A
iets graag doen
B
de wil om iets te bereiken
C
leergierig
D
moedig

Slide 19 - Quiz

Welk woord past het beste in onderstaande zin?

De gemaskerde mannen gebruikten […] geweld tijdens de overval; ze sloegen de bankmedewerker hard en bonden hem vast aan een stoel
A
fysiek
B
karakteristiek
C
identiek
D
irrelevant

Slide 20 - Quiz

Wat betekent het woord accommodatie?
A
vaccinatie
B
inenting
C
pas ontstaan
D
plek met voorzieningen

Slide 21 - Quiz

Wat is de betekenis van: geestdriftige
A
bozige
B
grappige
C
enthousiaste
D
opgefokte

Slide 22 - Quiz


Door dik en dun
A
altijd, onvoorwaardelijk
B
met een slecht humeur de dag beginnen
C
is het gedaan, is het zover gekomen
D
maken van niets een groot probleem

Slide 23 - Quiz

tussen hoop en vrees
A
in onzekerheid
B
hevig; met een onzekere afloop
C
ooit; nu of later
D
door mislukkingen

Slide 24 - Quiz

zonder kop of staart
A
op papier vastgelegd
B
helemaal
C
zonder duidelijk verband
D
van de geboorte tot aan de dood

Slide 25 - Quiz

Wat is het meervoud van:

imago?
A
imagoos
B
imagos
C
imago's

Slide 26 - Quiz

wat betekent : het imago ?
A
het schilderij
B
de rijke mensen
C
de toename
D
het beeld

Slide 27 - Quiz


Hoe is het gegaan?
😒🙁😐🙂😃

Slide 28 - Sondage