5.1 +5.2 TL HAVO 15 april

• Science
• Middelbare school
• vmbo g
• Leerjaar 1

Welkom donderdag 15 april

Planning vandaag

• Vragen?
• Verder met hoofdstuk 5.1
• Theorie
• Aan de slag

Neem plaats (volgens de plattegrond)

Tas op de grond, telefoon in de tas

PC heb je nodig voor het inloggen bij ItsLearning.

Pak je leerboek en je activiteitenboek

Praktijktoets Elektriciteit:

na de meivakantie

§5.1+5.2 

Je leert: 

- het reactie schema is van verbranding en hoe ik deze (CO2 en H2O) gassen kan aantonen

- wat het broeikaseffect is, oorzaak en gevolg

- wat de invloed is van meetbereik op nauwkeurigheid bij een thermometer

- hoe je een thermometer moet aflezen

- dat warmte getransporteerd wordt (stroming, straling en geleiding)

- hoe je warmte binnenhoudt

Van de vorige keer weet je 

wat warmtebronnen zijn

- wat verbranding is

- wat ontbrandingstemperatuur is

Wat weet je al of nog?

Inloggen met je eigen naam en 

maximaal 2 icoontjes (plaatjes)

Let op de timer!

Wat zjn fossiele brandstoffen?

Welke voorwaarden zijn er nodig om brand te krijgen

Het broeikaseffect

Broeikaseffect:

Het tegenhouden van warmtestraling door broeikasgassen.

Versterkt broeikaseffect:

De laag broeikasgassen wordt dikker, waardoor er meer warmte blijft hangen op aarde. 

Gevolgen van de klimaatverandering

IJsmassa's (gletsjers, poolijs) smelten sneller.

Waterpeil in rivieren en zeeën zal stijgen.

Meer droogte

Meer woestijnen

Meer bosbranden

Uitsterven van diersoorten

Welke stof in de lucht houdt de straling van warmte voor een deel tegen?

1. water
2. koolstofdioxide
3. zuurstof

Komt een deel van Nederland onder water te staan, wanneer de zeespiegel stijgt?

Andere manieren om je huis te verwarmen: Zonnecellen

Aardwarmte of geothermie

Energie zon verwarmt water, dit water wordt opgeslagen in boiler.

Gebruik maken van de warme uit de aardkorst, die water opwarmt, hoe dieper hoe warmer. Hoge investeringskosten. Alternatief de warmtepomp.

Alternatieven voor fossiele brandstoffen

Het werkingsprincipe 

Warmtepomp:

Bevat vloeistof met laag kookpunt, deze wordt verwarmd door warmte uit de aarde. Vloeistof verdampt; wordt samengedrukt in compressor. Druk en temperatuur van de damp stijgt en wordt afgegeven aan het water van de CV.

Temperatuur water CV stijgt, temperatuur vloeistof daalt, condenseert van gas naar vloeistof in een condensor en het proces begint opnieuw

Verwarmen van een huis 

1. Afvalwarmte.
   Bij productie van elektriciteit wordt deze warmte als verwarming gebruikt
2. Warmtekrachtkoppeling
   Kleine elektriciteitscentrales in een gebouw: elektriciteit en warmte

Alternatieven voor fossiele brandstoffen

Bij transport van warmte gaat er snel veel warmte verloren

Hoe kun je temperatuur meten?

Reservoir

Sijgbuis

Werking

In het reservoir: alcohol

(geen kwik meer)

Temperatuur >> 

stoffen zetten uit; 

vloeistof meer dan vaste stof

vloeistof gaat omhoog in stijgbuis

Meetbereik

Het gebied waarbinnen je de temperatuur kunt aflezen

Wat is het meetbereik van de thermometer?

1. 0 tot 50 graden Celsius
2. 100 graden Celsius
3. - 50 tot + 50 graden Celsius

Welke waarde geeft deze thermometer aan?

1. 35 graden Celsius
2. -35 graden Celsius
3. 34 graden Celsius
4. -34 graden Celsius

Hoe lees je een thermometer af?

1. Tussen welke twee getallen staat de vloeistof?

2. Hoeveel streepjes staan er tussen de twee getallen?

3. Hoeveel graden Celsius  is dat?

4. Hoeveel stappen staat de vloeistof vanaf het laagste getal van stap 1?

5. bereken het aantal graden celcius

1.  Tussen 20 en 30
2.  10 stappen
3.  10:10= 1
4.  3 stappen
5. 20 +(3*1) = 23 graden celcius

Transport van Warmte

warmte verspreid zich van een hoge temperatuur naar een lage temperatuur= warmtestransport

- Geleiding

- Stroming

- Straling

Warmte transport radiator

Geleiding: warmte wordt doorgegeven

Goede geleider: metaal

Slechte geleider: isolator (vb kunststof)

1. Door geleiding: radiator warm

Radiator geeft straling af, verwarmt lucht vlakbij. Lucht zet uit, kleinere dichtheid en stijgt op.

2/3. Warme lucht stroomt langs plafond en voorwerpen in ruimte, koelt daardoor af, daalt daardoor

4. koude lucht stroomt terug

Warmte transport Staal: goede warmtegeleider

Kunstof: isolator, slechte warmtegeleider

Warmte transport via geleiding Voorwaarde:
Er moet contact zijn tussen de stof die warmte opneemt en de stof die warmte opneemt.

• Warmtegeleider: neemt makkelijk warmte op maar geeft het ook snel door (b.v. metaal)
• Warmte-isolator: geeft niet makkelijk warmte door. (b.v. hout of kurk)
• Isoleren = warmtetransport tegengaan.
• Dit lukt goed met een laagje stilstaande lucht of een vacuum b.v. dekbed, thermoskan, dubbelglas.

Er is contact tussen twee vaste stoffen. De warmte gaat van de ene vaste stof naar de andere vaste stof.
Welke warmteoverdracht bedoelen we hier?

1. straling
2. stroming
3. geleiding

Waar of niet waar?
Stilstaande lucht is een goede isolator

1. Waar
2. niet waar

Als aardgas niet volledig verbrandt, ontstaat er een giftige stof.
welke stof is dit?

1. koolstofdioxide
2. kalkwater
3. roet
4. koolstofmonoxide

§5.1+5.2 

Je leert: 

- het reactie schema is van verbranding en hoe ik deze (CO2 en H2O) gassen kan aantonen

- wat het broeikaseffect is, oorzaak en gevolg

- wat de invloed is van meetbereik op nauwkeurigheid bij een thermometer

- hoe je een thermometer moet aflezen

- dat warmte getransporteerd wordt (stroming, straling en geleiding)

- hoe je warmte binnenhoudt

Van de vorige keer weet je 

wat warmtebronnen zijn

- wat verbranding is

- wat ontbrandingstemperatuur is

Huiswerk Havo/VWO

Doorlezen 5.1+5.2

Maken 5.1 Opgave 1 t/ m 11

Maken 5.2 Opgave 1 t/m 13

Huiswerk TL

Doorlezen 5.1

Maken 5.1 Opgave 1 t/m 22

Maken 5.2 Opgave 1 t/m 9