ZK4 3 februari paragraaf 4.4 en 4.5

Welkom
Een goede voorbereiding is het halve werk

- pak je boek 4B, een pen en een rekenmachine
- camera en microfoon zijn uit.
1 / 19
suivant
Slide 1: Diapositive
EconomieMiddelbare schoolvmbo kLeerjaar 4

Cette leçon contient 19 diapositives, avec diapositives de texte.

time-iconLa durée de la leçon est: 90 min

Éléments de cette leçon

Welkom
Een goede voorbereiding is het halve werk

- pak je boek 4B, een pen en een rekenmachine
- camera en microfoon zijn uit.

Slide 1 - Diapositive

Vandaag
7e uur
bespreken van bladzijde 20 en 21
samen vraag 7 van paragraaf 4.4
Zelfstandig werken, afmaken 4.3

8e uur
Uitleg over de EMU en de wisselkoersen
Zelfstandig werken aan bladzijde 24 en 25
Nakijken van bladzijde 24 en 25
Zelfstandig werken aan 4.5

Slide 2 - Diapositive

lesdoelen
Je weet wat de EMU is
Je kunt uitleggen wat de eurozone is
Je kunt uitleggen wat een wisselkoers is
je kunt rekenen met de wisselkoersen

Slide 3 - Diapositive

paragraaf 4.4
Bladzijde 20 en 21, zijn hier vragen over?

Dan kun je deze twee bladzijdes nu gaan nakijken, mbv het nakijkboek
timer
3:00

Slide 4 - Diapositive

Samen vraag 7
Tessa wil € 15.000 op een spaarrekening zetten. In Nederland kan ze 1,1% rente krijgen. Bij een bank in Frankrijk krijgt ze 1,8% rente.

a) De Nederlandse overheid legt Tessa niets in de weg als ze geld overmaakt naar Frankrijk. Wat is hiervan de reden?

Slide 5 - Diapositive

vervolg vraag 7 bladzijde 22
Hoeveel rentevoordeel heeft Tessa jaarlijks als ze in Frankrijk gaat sparen en niet in Nederland? 

Slide 6 - Diapositive

Antwoord
Hoeveel rentevoordeel heeft Tessa jaarlijks als ze in Frankrijk gaat sparen en niet in Nederland? 

1,8% − 1,1% = 0,7%;
€ 15.000 : 100 × 0,7 = € 105 


Slide 7 - Diapositive

Vervolg vraag 7 bladzijde 22
De meeste spaarders sparen bij een bank in eigen
land. Geef hiervoor een verklaring.

Slide 8 - Diapositive

Zelfstandig werken
Afmaken paragraaf 4.4


Slide 9 - Diapositive

EMU
Europese Monetaire Unie

Landen die lid zijn van de EMU betalen allemaal met de Euro. Het wordt daarom ook wel de eurozone genoemd.

Slide 10 - Diapositive

Wisselkoers
De prijs in euro's die je betaalt voor vreemd geld.

Voorbeeld 

Slide 11 - Diapositive

Wisselkoers
voor 1 USD (dollar) betaal je 0,909 euro. (als je in februari geld wisselt)


Slide 12 - Diapositive

Stel
Je wilt 500 dollar hebben, hoeveel euro's moet je dan betalen?

500 x 0,909 = 454,50 euro

Slide 13 - Diapositive

Stel
Je hebt 500 euro, hoeveel dollars kun je daarvoor krijgen:

500 : 0.909 = 550 dollar

Slide 14 - Diapositive

Wisselkoers
Vermenigvuldig met de wisselkoers als je het
bedrag in euro’s wilt weten.

Deel door de wisselkoers als je het bedrag in
vreemd geld wilt weten.

Slide 15 - Diapositive

Let op
Let bij wisselkoersen heel goed op de vraag. 

Slide 16 - Diapositive

Zelfstandig werken
Aan de slag met bladzijde 24 en 25
timer
10:00

Slide 17 - Diapositive

Nakijken
We gaan bladzijde 24 en 25 nakijken

Vraag 5 is lastig.

Slide 18 - Diapositive

Zelfstandig werken
Maken bladzijde 26 en 27 van paragraaf 4.5

Slide 19 - Diapositive