Nieuw Nederlands | 3GT - H4 Lezen

• Nederlands
• Middelbare school
• vmbo g
• Leerjaar 3

Bij welk tekstverband hoort het volgende signaalwoord?

TEN EERSTE

1. Voorbeeld
2. Opsomming
3. Tegenstelling

Bij welk tekstverband hoort het volgende signaalwoord?

ZOALS

1. Voorbeeld
2. Opsomming
3. Tegenstelling

Bij welk tekstverband hoort het volgende signaalwoord?

MAAR

1. Voorbeeld
2. Opsomming
3. Tegenstelling

Bij welk tekstverband hoort het signaalwoord 'denk aan'

1. opsomming
2. tegenstelling
3. voorbeeld

Bij welk tekstverband hoort het signaalwoord 'aan de andere kant...'

1. voorbeeld
2. tegenstelling
3. opsomming

Bij welk tekstverband hoort het signaalwoord 'bovendien'?

1. opsomming
2. tegenstelling
3. voorbeeld

Bij welk tekstverband hoort het signaalwoord 'hoewel'?

1. opsomming
2. tegenstelling
3. voorbeeld

Bij welk tekstverband hoort het signaalwoord 'tenslotte'?

1. tegenstelling
2. voorbeeld
3. opsomming

Bij welk tekstverband hoort het signaalwoord 'onder andere'?

1. tegenstelling
2. voorbeeld voorbeeld
3. opsomming

Bij welk tekstverband hoort het signaalwoord 'zoals'?

1. tegenstelling
2. opsomming
3. voorbeeld

Welk signaalwoord hoort bij het verband tijdsvolgorde?

1. waardoor
2. zoals
3. later
4. als

Welk signaalwoord hoort bij het verband oorzaak-gevolg?

1. omdat
2. doordat
3. tenzij
4. inmiddels

Welk signaalwoord hoort bij het verband voorwaarde?

1. ten eerste
2. echter
3. ter illustratie
4. indien

Bij welk verband hoort het signaalwoord DAARDOOR?

Aan de slag

Maak de volgende opdrachten van H4 Lezen uit je boek:

Opdracht 1/2/3

! Kom daarna terug naar deze les !

Hoe ging het maken van de opdrachten? Goed of juist niet, waarom? Welke vragen heb je nog?

Dit is het einde van de les.