Pronouns + question words recap + I: writing and grammar (chapter 1)

Today's planning
- Daily routine brieven -> verbeteren. 
- Uitleg 1: wat zijn pronouns (persoonlijke voornaamwoorden?  (volume: stilte)
- Uitleg 2: hoe maak je vragen in het Engels? (volume: stilte)
- LessonUp Quiz (volume: zacht praten)


1 / 10
suivant
Slide 1: Diapositive

Cette leçon contient 10 diapositives, avec diapositives de texte et 1 vidéo.

Éléments de cette leçon

Today's planning
- Daily routine brieven -> verbeteren. 
- Uitleg 1: wat zijn pronouns (persoonlijke voornaamwoorden?  (volume: stilte)
- Uitleg 2: hoe maak je vragen in het Engels? (volume: stilte)
- LessonUp Quiz (volume: zacht praten)


Slide 1 - Diapositive

Lesson goals
At the end of this lesson

  • I know what personal pronouns are (persoonlijke voornaamwoorden)
  • I know what question words are (vraagwoorden)
  • I know how to use personal pronouns and questionwords in a sentence



 

Slide 2 - Diapositive

Slide 3 - Diapositive

Personal pronouns

Slide 4 - Diapositive

Slide 5 - Vidéo

Personal Pronouns





Slide 6 - Diapositive

Slide 7 - Diapositive

Question words

Who                  Which                What
When               Where                 Why               How

Slide 8 - Diapositive

And now...
Maak opdrachten  55 t/m 59 op blz. 76 – 79 (seventy-six and seventy-nine)

Klaar? doe opdrachten 1 t/m 5 op blz. 44 - 45 (fourty-four and fourty-five) 

Zelfstandig werken -> fluisterniveau


Slide 9 - Diapositive

End of the lesson
1. Spullen opruimen (put away your things)
2. Blijven zitten en wachten tot de bel gaat (stay seated until the bell rings)
3. Stoel aanschuiven (pull in your chair)
4. Telefoons pakken (get your phones)
5. Bye, see you next lesson!

Slide 10 - Diapositive