Legenda en kaart uitleg

Kaarten en Legenda


plattegrond

kaarten

legenda

Schaal




1 / 27
suivant
Slide 1: Diapositive
RecreatieMiddelbare schoolvmbo kLeerjaar 3

Cette leçon contient 27 diapositives, avec quiz interactifs et diapositives de texte.

time-iconLa durée de la leçon est: 30 min

Éléments de cette leçon

Kaarten en Legenda


plattegrond

kaarten

legenda

Schaal




Slide 1 - Diapositive

Lesdoelen 

  • Je weet welke kaarten er zijn
  • Je weet wat een legenda is.
  • Je kan een kaart begrijpen met behulp van een legenda. 
  • Je weet wat schaal is.
  • Je kunt uitrekenen hoeveel 1 cm op een kaart in werkelijkheid is. 

Slide 2 - Diapositive

Soorten kaarten
<-
wijzen je de weg



->
geven informatie

Slide 3 - Diapositive

Kaarten die de weg wijzen.

Slide 4 - Diapositive

Plattegrond
(wijst de weg)

tekening of kaart waarop je kunt zien waar alles ligt en hoe je ergens kunt komen. 

Slide 5 - Diapositive

Stadskaart
(wijst de weg)

Plattegrond van een stad of dorp met alle straten, wijken,  en gebouwen. 


Slide 6 - Diapositive

Kaarten die informatie geven.

Slide 7 - Diapositive

topografische kaart
(wijst de weg)

Kaart met wegen, steden, dorpen, meren, rivieren, bergen en spoorwegen. 

Slide 8 - Diapositive

Bodemgebruik
(geeft informatie)

Kaart die aangeeft waarvoor de bodem wordt gebruikt. 
(veeteelt, landbouw, enz.)

Slide 9 - Diapositive

Belangrijke informatie op de kaart

Slide 10 - Diapositive

Onderdelen van een kaart
Titel
Waar gaat de kaart over
Legenda
Hier worden de tekens en kleuren van de kaart uitgelegd
Schaalgetal en Schaalstok
Met de schaal en de schaalstok kun je de werkelijke afstand berekenen.
Noordpijl

Slide 11 - Diapositive

Legenda 
Hierin worden alle kleuren en symbolen uitgelegd die op een kaart kunnen staan. 
Legenda

Slide 12 - Diapositive

Schaal
Omdat een kaart een gebied kleiner afbeeldt, zijn de afstanden tussen plaatsen ook verkleind. Je gebruikt de schaal van een kaart als je de werkelijke afstand tussen plaatsen wilt weten.

Hoe werkt het?


Slide 13 - Diapositive

Schaal berekenen
schaalstok of schaalgetal
Schaalstok

Slide 14 - Diapositive

1:1.200.000
1 centimeter op de kaart is in werkelijkheid 2 kilometer 
berekenen schaal
Je meet met je lineaal hoeveel centimeter 2 plaatsen van elkaar liggen op de kaart. Dan kijk je wat de schaal van de kaart is. In dit geval: 1:200.000. Je streept ALTIJD 5 nullen weg: 1 cm is dus 2 kilometer in het echt. 
Stel plaats A en B liggen 5 centimeter uit elkaar op de kaart dan is dat in werkelijkheid 5 x 2 km. = 10 kilometer.
Schaalgetal

Slide 15 - Diapositive

Slide 16 - Diapositive

Weet je het nog?
nu jullie....
Quiz-time

Slide 17 - Diapositive

Stel dat 1 cm op de kaart in werkelijkheid 100.000 cm is.
Hoeveel meter is dit dan?
A
1000
B
10000
C
100
D
1

Slide 18 - Quiz

Stel dat 1 cm op de kaart in werkelijkheid 100.000 cm is.
Hoeveel kilometer is dit dan?
A
1000
B
100
C
10
D
1

Slide 19 - Quiz

Stel dat 1 cm op de kaart in werkelijkheid 500.000 cm is.
Hoeveel meter is dit dan?

Slide 20 - Question ouverte

Wat is de legenda van een kaart?

Slide 21 - Question ouverte

Benoem de 4 belangrijke dingen die op een kaart moeten staan?
A
Inhoud, Legenda, Schaal, windroos
B
Thematische kaart, ovezichtskaart, Navigatiekaart.
C
Titel, schaal, windroos, legenda.
D
Titel, kleur, windroos, inhoud.

Slide 22 - Quiz

Maatstok waarmee je afstanden op een kaart kunt schatten.
A
kaart
B
legenda
C
schaal
D
schaalstok

Slide 23 - Quiz

Voor kaartlezen heb je nodig
A
titel
B
legenda
C
schaal
D
a, b en c

Slide 24 - Quiz

Op welke twee manieren kan de schaal op een kaart weergegeven worden?
A
Met kleuren en een legenda.
B
Met een schaalgetal en een schaalstok.
C
Met een schaalstok en een windroos
D
Met een legenda en een schaalgetal

Slide 25 - Quiz

Wat is een plattegrond?
A
Een stukje grond dat plat gemaakt is
B
Grond waarin je kan planten
C
Een platte kaart met wegen, water enz.
D
Een soort grond zoals klei en modder

Slide 26 - Quiz

Wat is een legenda?
A
Een bekend iemand
B
Een boekje waarin de dagen staan
C
Een plattegrond
D
Een lijst waarop alle gebruikte symbolen worden uitgelegd

Slide 27 - Quiz