6.3 Misdaad en Straf 2020


6.2 Misdaad en straf

1 / 52
suivant
Slide 1: Diapositive
BurgerschapMBOStudiejaar 1

Cette leçon contient 52 diapositives, avec quiz interactifs, diapositives de texte et 6 vidéos.

time-iconLa durée de la leçon est: 50 min

Éléments de cette leçon


6.2 Misdaad en straf

Slide 1 - Diapositive

Slide 2 - Diapositive

Strafrecht
Hier krijg je mee te maken als je betrapt wordt op een overtreding of misdrijf. Zorgt voor een passende straf:
Geldboete, taakstraf, gevangenis of TBS

Een dader van een misdrijf krijgt je een strafblad
Dader heeft recht op een advocaat (controleert of alles volgens regels gaat en pleit om vrijspraak of zo laag mogelijk straf.

Slide 3 - Diapositive

Overtreding:
minder ernstige strafbare feiten
Schoolverzuim
Geen autogordel
Bellen op de fiets
Openbare dronkenschap
Boete en/of een taakstraf

Slide 4 - Diapositive

Mishandeling
Verkrachting

MISDRIJF: 
ernstig strafbaar feit

Slide 5 - Diapositive

Rijden onder invloed
Inbraak / diefstal

MISDRIJF

Slide 6 - Diapositive

Op verkrachting is een gevangenisstraf gesteld van maximaal 12 jaar. 

Slide 7 - Diapositive

Slide 8 - Diapositive



Wanneer krijgt iemand levenslang?

  • Bij moord of meerdere moorden 
  • terroristisch misdrijf of leiding geeft aan een terroristische organisatie
  • bij een aanslag tegen de regering of de koning

Slide 9 - Diapositive


Is levenslange gevangenisstraf in Nederland ook echt levenslang?

Slide 10 - Question ouverte

Levenslang = LEVENSLANG !
De enige manier om vrij te komen is:

via een herziening: als de veroordeelde later onschuldig wordt bevonden.

via een herbeoordeling: na 25 jaar straf geven juristen en gedragswetenschappers van het Adviescollege Levenslanggestraften advies aan de minister  of een veroordeelde kan beginnen met activiteiten gericht op mogelijke terugkeer in de samenleving. Men kijkt naar zjijn ontwikkeling, of er kans is op herhaling en hoe slachtoffers of nabestaanden er tegenover staan. Uiterlijk 2 jaar daarna krijgt de koning advies van de minister, het Openbaar Ministerie en de rechter die de straf heeft opgelegd. De koning beslist of hij wel of geen gratie verleent. 

Slide 11 - Diapositive

Maatregel van rechter aan mensen die een zwaar misdrijf pleegden en daarvoor geheel of gedeeltelijk ‘ontoerekeningsvatbaar’ zijn verklaard. De dader lijdt aan een persoonlijkheidsstoornis en/of een ernstige psychiatrische stoornis. Daardoor bestaat ook het gevaar dat hij of zij opnieuw in de fout gaat.


TBS (terbeschikkingstelling)

Slide 12 - Diapositive

Slachtoffer overtreding of misdrijf?

Doe aangifte bij politie
Zij maken een verslag -> procesverbaal, 
wat jij tekent voor akkoord

Slide 13 - Diapositive

  • Ernstig misdrijf -> politie zoekt dader

  • Verdachte aangehouden en voldoende bewijs?  Officier van justitie stelt vervolging in

  • Strafzitting in rechtbank: officier van justitie toont schuld verdachte aan en stelt straf voor. 
   Advocaat staat dader bij.

  • Verdachte heeft laatste woord in zitting


Slide 14 - Diapositive

  • rechter beslist op basis van bewijs. Is verdachte schuldig (dus dader) of onschuldig
 
  • Rechter bepaalt straf ( en eventueel schadevergoeding)

  • Zowel officier van justitie als de verdachte kunnen in hoger beroep als ze het niet eens zijn met de straf (nieuwe strafzaak) 


Slide 15 - Diapositive

Slide 16 - Vidéo

Wie is wie?

  1. Verdachte
  2. Rechter
  3. Advocaat
  4. Getuige(n)
  5. Pers
  6. Publiek
  7. Officier van Justitie
  8. Griffier
Officier van Justitie
Getuige(n)
Verdachte
Advocaat
Griffier
Rechter
Pers
Publiek

Slide 17 - Diapositive

vervolg paragraaf 6.4 andere lessonup

Slide 18 - Diapositive

Slide 19 - Vidéo

Alle burgers moeten zich aan de grondwet houden.
A
WAAR
B
NIET WAAR

Slide 20 - Quiz

Welk begrip hoort bij de omschrijving: "iets wat je moet."?
A
misdaad
B
recht
C
plicht
D
strafbaar feit

Slide 21 - Quiz

Welk begrip hoort bij de omschrijving: "iets wat je mag."?
A
misdaad
B
recht
C
plicht
D
strafbaar feit

Slide 22 - Quiz

Wat is misdrijf?
A
Goede daad
B
Slechte daad
C
Drijfmis
D
Misdaad

Slide 23 - Quiz

Welk gedrag wordt gezien als een misdrijf?
A
Geen id kaart bij je hebben
B
In het donker fietsen zonder licht
C
Mobiel bellen achter het stuur
D
Een winkeldiefstal plegen

Slide 24 - Quiz

Wat is een voorbeeld van een misdaad?
A
een fietsdiefstal
B
een moord
C
zwartrijden in de trein
D
door rood licht rijden met de fiets

Slide 25 - Quiz

Misdrijf of overtreding?
Fiets stelen
A
Misdrijf
B
Overtreding

Slide 26 - Quiz

Misdrijf of overtreding?
Door rood rijden
A
Misdrijf
B
Overtreding

Slide 27 - Quiz

Misdrijf of overtreding?

A
Gevangenis
B
Huis van Bewaring

Slide 28 - Quiz

Als je 1 blikje cola steelt:
A
Ben je asociaal
B
Pleeg je een misdrijf
C
Bega je een overtreding

Slide 29 - Quiz

Een roofoverval is een voorbeeld van:
A
een misdrijf.
B
asociaal gedrag dat niet verboden is.
C
een overtreding.
D
een strafbaar feit dat minder erg is.

Slide 30 - Quiz

Je kan ook vervolgd worden als je ook vervolgd worden als je medeplichtig bent
A
Overtreding
B
Misdrijf

Slide 31 - Quiz

Hoe noem je de uitspraak van een rechter?
A
oordeel
B
uitslag
C
vonnis
D
conclusie

Slide 32 - Quiz

Welke personen spelen een belangrijke rol bij een rechtszaak?
A
verdachte, rechter, advocaat
B
officier van justitie, rechter, advocaat
C
verdacht, rechter, officier van justitie
D
getuige, advocaat, rechter

Slide 33 - Quiz

Wie klaagt de verdachte aan?
A
de rechter
B
de verdachte
C
de advocaat
D
de officier van justitie

Slide 34 - Quiz

De officier van justitie voert de taken uit van:
A
de politieagenten
B
het Openbaar Ministerie
C
de rechters

Slide 35 - Quiz

Wie probeert in de rechtbank te bewijzen dat de verdachte schuldig is?
A
advocaat
B
rechter
C
officier van justitie
D
griffier

Slide 36 - Quiz

Wie heeft het laatste woord voordat de rechter een uitspraak doet?
A
het publiek
B
de verdachte
C
de rechter
D
de officier van justitie

Slide 37 - Quiz

Wie zitten er in de rechtszaal?
A
rechter, verdachte, advocaat ,
B
rechter, dader, advocaat
C
rechter, verdachte burgemeester
D
rechter, advocaat, ministers

Slide 38 - Quiz

Een verdachte is pas schuldig als de rechter een oordeel heeft gegeven.
A
Waar
B
Niet waar

Slide 39 - Quiz

Slide 40 - Diapositive

Slide 41 - Diapositive

Slide 42 - Vidéo

Welke soorten straf ken je?

Slide 43 - Question ouverte

CRIMINALITEIT

PARAGRAAF 5
TB blz. 138
WB blz. 167
opdrachtenboekje blz. 9,10,11

Slide 44 - Diapositive





1. De opening






Controleren van jouw gegevens

Slide 45 - Diapositive

Welk gedrag wordt beschouwd als een misdrijf?
A
Geen id kaart bij je hebben
B
In het donker fietsen zonder licht
C
Mobiel bellen achter het stuur
D
Een winkeldiefstal plegen

Slide 46 - Quiz

Wat betekent het als de officier van justitie een schikking voorstelt?
A
Je moet voor de rechter verschijnen
B
Je moet een boete betalen.

Slide 47 - Quiz

Wanneer gaat de officier van justitie over tot vervolgen?
A
Als iemand opgepakt is, maar onschuldig is.
B
Als de OvJ zeker is dat diegene straf verdient.
C
Als iemand de gevangenis in moet.

Slide 48 - Quiz

Slide 49 - Vidéo

Slide 50 - Vidéo

Slide 51 - Vidéo

Strafmaatverhogende factoren


De maximum gevangenisstraf kan met een derde worden verhoogd indien:

- het feit wordt gepleegd door twee of meer verenigde personen
- de schuldige het feit begaat tegen zijn kind, een kind over wie hij het gezag uitoefent, een kind dat hij verzorgt of opvoedt als behorend tot zijn gezin, zijn pupil, een aan zijn zorg, opleiding of waakzaamheid toevertrouwde minderjarige of zijn minderjarige bediende of ondergeschikte.

- de schuldige het feit begaat tegen een persoon beneden de leeftijd van achttien jaar bij wie misbruik van een kwetsbare positie wordt gemaakt.

-de schuldige het feit begaat tegen een persoon beneden de leeftijd van achttien jaar en het feit is voorafgegaan, vergezeld of gevolgd van geweld.

Indien de verkrachting de dood ten gevolge heeft, wordt gevangenisstraf van ten hoogste achttien jaren of een geldboete van de vijfde categorie opgelegd.

Slide 52 - Diapositive