6.2: De jaren na de oorlog

H6: Nederland en Europa na 1945
6.2: De jaren na de oorlog
1 / 37
suivant
Slide 1: Diapositive
GeschiedenisMiddelbare schoolmavoLeerjaar 2

Cette leçon contient 37 diapositives, avec quiz interactifs, diapositives de texte et 3 vidéos.

time-iconLa durée de la leçon est: 45 min

Éléments de cette leçon

H6: Nederland en Europa na 1945
6.2: De jaren na de oorlog

Slide 1 - Diapositive

Slide 2 - Diapositive

Leerdoelen
1. Je kunt beschrijven hoe het Marshallplan hielp bij de wederopbouw.
 
2. Je kunt beschrijven wat een verzorgingsstaat is en hoe dit in Nederland is ontstaan.


Slide 3 - Diapositive

Wederopbouw
Na de Tweede Wereldoorlog moest heel Nederland weer worden opgebouwd. Huizen, fabrieken, spoorbruggen: alles was vernield.

Er is heel hard gewerkt om alles weer leefbaar te krijgen. Deze periode noem je de wederopbouw. (Tijd na de Tweede Wereldoorlog waarin Nederland weer opgebouwd werd)


Slide 4 - Diapositive

Herhalingsvraag: Wat is de Marshallhulp?
A
Hulp aan arme kinderen in Afrika
B
Hulp van de VS aan Europa na de 2e wereldoorlog.
C
Hulp voor militairen
D
Hulp voor de SU tijdens de Koude Oorlog.

Slide 5 - Quiz

Marshallplan
De Verenigde Staten gaven heel Europa hulp bij de wederopbouw. Dit gebeurde via het Marshallplan. Nederland kreeg geld, goederen, grondstoffen en voedsel. 

De VS wilde hiermee de wereldeconomie verbeteren én het communisme tegengaan. 

Slide 6 - Diapositive

Vanaf 1945 zorgde minister-president Drees voor nieuwe sociale wetten: 
  • De algemene ouderdomswet (AOW)
  • Werkloosheidswet (WW
  • Wet op arbeidsongeschiktheid (WAO

Met behulp van een studiebeurs kregen jongeren de kans om verder te studeren. 

Nederland werd een echte verzorgingsstaat: een samenleving waarin de overheid zorgt voor haar burgers. 
Verzorgingsstaat 

Slide 7 - Diapositive

Klik op de afbeelding om in te zoomen.
Welk risico brengt de verzorginsstaat met zich mee?

Slide 8 - Question ouverte

Slide 9 - Vidéo

Werktijd
STAP 1
STAP 2
Klaar? 

Maak 6.2: De jaren na de oorlog (opdr. 1a - 11b)

Hoe?
  • Zelfstandig werken
  • Vraag? Steek je vinger op!
Nakijken
Even wat voor jezelf 

Slide 10 - Diapositive

H6: Nederland en Europa na 1945
6.2: De jaren na de oorlog

Slide 11 - Diapositive

Slide 12 - Diapositive

Leerdoelen
1. Je kunt de rol van nationalistische bewegingen bij het verkrijgen van onafhankelijkheid beschrijven.
 
2. Je kunt de invloed van de Tweede Wereldoorlog bij het streven naar onafhankelijkheid beschrijven.
 
3. Je kunt uitleggen hoe de internationale druk leidde tot de onafhankelijkheid van Indonesië.

Slide 13 - Diapositive

Slide 14 - Vidéo

Werktijd
STAP 1
STAP 2
Klaar? 

Maak 6.2: De jaren na de oorlog opdr. 12a - 21c

Hoe?
  • Zelfstandig werken
  • Vraag? Steek je vinger op!
Nakijken via Tijd voor GS
Even wat voor jezelf 

Slide 15 - Diapositive

Opdracht: kijk naar de wereldkaart.
Geef in de volgende dia antwoord op de volgende vraag: 'Waar gaat deze kaart over?'

Slide 16 - Diapositive

Waar gaat de kaart over?

Slide 17 - Question ouverte

Wat is modern imperialisme?
A
De Europese inspanningen om ervoor te zorgen dat de bevolking van de koloniën welvarend zou worden.
B
De Europese machtsuitbreiding in Azië en Afrika na 1870, waardoor grote koloniale rijken ontstonden.
C
De Europese ontdekkingsreizen in de zeventiende eeuw, met als doel de relatie tussen Europa en Azië te verbeteren.
D
Geen van de genoemde antwoorden is juist.

Slide 18 - Quiz

Dekolonisatie
Omschrijving dekolonisatie: 'het onafhankelijk worden van kolonies.'
   

Na de Tweede Wereldoorlog kunnen veel Europese landen hun kolonies in Afrika en Azië niet meer in bezit houden. De kolonies in Afrika en Azië worden in deze periode (vooral in de jaren '50 en '60) zelfstandige landen / onafhankelijke landen.








Slide 19 - Diapositive

Oorzaken dekolonisatie
1. Enkele geleerde mensen uit de kolonie (bv Gandhi uit India en Soekarno uit Nederlands-Indië/ Indonesië) studeren in een Europees moederland. Zij leren op de universiteit de begrippen nationalisme, vrijheid en gelijkheid en gaan vervolgens politieke partijen oprichten, waarin zij in verzet komen tegen de grote armoede en de vele hongersnoden in de kolonie en de uitbuiting van de West-Europese overheersing. De nieuwe politieke partijen eisen inspraak in het bestuur.

2. De Europese moederlanden zijn door onderlinge strijd in de Tweede Wereldoorlog (WOII) verzwakt en volledig uitgeput + Japan laat als Aziatisch land in de WOII zien dat een (west)-Europees land is te verslaan.

3. Na de WOII zijn er twee supermachten, namelijk de Verenigde Staten en de Sovjet-Unie. Deze landen tegenstander van 'het in bezit hebben van kolonies'. (De VS is zelfs zelf ook een kolonie geweest van Engeland). De twee supermachten stimuleren dus dekolonisatie. 
Soekarno
Gandhi

Slide 20 - Diapositive

Verloop dekolonisatie: 
Het verloop in 3 fases:

Fase 1: (1945-1953): dekolonisatie Midden-Oosten en Zuidoost-Azië);

- 1947: Moederland Engeland verlaat vrijwillig Brits-Indië, gevolg: ontstaan India voor de Hindoes en Pakistan voor de moslims;
- 1945-1954: Moederland Frankrijk voert een koloniale oorlog om kolonie Indochina te behouden, maar verliest. Gevolg: oprichting van nieuwe landen Vietnam, Laos en Cambodja.
- 1949: Nederlands-Indië wordt ook na een koloniale oorlog. onafhankelijk van moederland Nederland en krijgt een nieuwe naam: Indonesië.  

Slide 21 - Diapositive

Verloop dekolonisatie:

Fase 2: (1951-1980): dekolonisatie Afrika;
- 1960: 'het jaar van Afrika': het jaar waarin 17 landen (!!!) onafhankelijk worden.
Sommige landen worden zonder geweld onafhankelijk (bv Congo en Marokko), maar ook enkelen na een oorlog (bv Algerije, Angola en Mozambique)
Tijdsvolgorde dekolonisatie in Afrika.

Slide 22 - Diapositive

Verloop dekolonisatie:
Fase 3: (1965-1975): dekolonisatie Caribisch gebied:

- 1975: Suriname wordt zonder geweld onafhankelijk van moederland Nederland.
- De Nederlandse Antillen (ABC- eilanden en de SSS-eilanden) worden of zelfstandige landen binnen Nederland of een 'bijzondere gemeente'. 





Volgende dia: Filmpje dekolonisatie Suriname (0:50) met 1 quizvraag.

Slide 23 - Diapositive

Slide 24 - Vidéo

Welke uitspraak over Suriname is juist?
A
De grootste bevolkingsgroep in Suriname is van Afrikaanse komaf.
B
Eerst vindt in Suriname de dekolonisatie plaats, vervolgens wordt de slavernij afgeschaft.
C
De bevolkingsgroep de Creolen in Suriname zien dekolonisatie niet zitten.
D
Geen van de genoemde uitspraken is juist.

Slide 25 - Quiz

Gevolgen dekolonisatie
1. De nieuwe onafhankelijke landen hebben geen ervaring om hun eigen land te besturen, gevolg: veel dictators in de voormalige kolonies, veel burgeroorlogen en weinig vrijheid en democratie.

2. De uitbuiting gaat gewoon door, nu niet meer van West-Europese landen, maar van West-Europese bedrijven, zoals Shell.


Slide 26 - Diapositive

Voorbeeld: Dekolonisatie Nederlands-Indië
 - In de WOII neemt Japan 'onze kolonie' Nederlands-Indië in, maar capituleert (geeft zich over) in 1945.

- Vervolgens denkt Nederland de kolonie gewoon weer te kunnen besturen, maar de Indonesische nationalist Soekarno roept de nieuwe staat 'Indonesië' uit, maar Nederland accepteert dit niet. 

- Gevolg: een 4 jaar lange koloniale oorlog van het KNIL-leger, maar Nederland noemt dit politionele acties (rust en orde bewaken). 
- De Verenigde Staten dreigt met het stoppen van geven van Marshall-hulp (geld om Nederland weer na de WOII op te bouwen) als Nederland doorgaat met de koloniale oorlog.  
- Uiteindelijk ondertekent Nederland in 1949 de soevereiniteitsoverdracht (de hoogste macht aan een ander geven) en wordt Indonesië een onafhankelijk land.
Volgende dia: dekolonisatie Indonesie (15 min.) met quizvragen.

Slide 27 - Diapositive

Bekijk hiernaast een print screen uit het filmpje. Wat is het blauwe gebied?
A
Grondgebied van de kolonie Nederland-Indië in de Tweede Wereldoorlog.
B
Grondgebied dat onafhankelijkheidsstrijder Soekarno direct na de Tweede Wereldoorlog opeist.
C
Grondgebied van Japan in de Tweede Wereldoorlog

Slide 28 - Quiz

In de Tweede Wereldoorlog waren in Nederlands-Indië (jappen)kampen te vinden.

Wie leefden in deze kampen?
A
Nederlanders
B
Japanners
C
Indonesiërs
D
Geen van de genoemde antwoorden is juist.

Slide 29 - Quiz

Hoe heet de belangrijkste Indonesische onafhankelijkheidsstrijder die op 17 augustus 1945 de onafhankelijkheid van Indonesië uitroept en later ook de eerste president van Indonesië wordt?
A
Hatta
B
Soekarno
C
Hirohito
D
Geen van de genoemde antwoorden is juist.

Slide 30 - Quiz

Twee uitspraken:
1. De politionele acties vonden plaats enkele jaren voordat de Tweede Wereldoorlog startte.

2. De politionele acties zijn uitgevoerd om dekolonisatie van Indonesië te versnellen.
A
Alleen uitspraak 1 is juist
B
Alleen uitspraak 2 is juist
C
Beide uitspraken zijn juist
D
Beide uitspraken zijn onjuist.

Slide 31 - Quiz

Welke uitspraak is juist?
A
De politionele acties zijn voor Nederland een hele grote mislukking geweest
B
Koningin Beatrix ondertekent in 1949 de onafhankelijkheids- verklaring van Indonesië
C
De Verenigde Naties (de VN) en Amerika zijn voorstander van een onafhankelijk Indonesië
D
Alle genoemde uitspraken zijn juist.

Slide 32 - Quiz

Indonesië en Suriname zijn beiden kolonies geweest van moederland Nederland. Sleep de 4 feiten naar het juiste land:
Indonesie 
Suriname
Geweldloos gekoloniseerd van Nederland.
Onafhankelijk van Nederland vanaf 1975.
Onder druk van de VN (Verenigde Naties) en Amerika is dit land gedekoloniseerd.
politionele acties

Slide 33 - Question de remorquage

De Nederlandse Antillen bestaan uit 6 eilanden, namelijk de ABC-eilanden (1. Aruba, 2. Bonaire en 3. Curaçao) en de SSS-eilanden (4. Saba, 5. Sint-Maarten en 6. Sint-Eustatius.

Bij welk eiland heeft (nog) geen dekolonisatie plaatsgevonden en hoort officieel nog steeds bij Nederland?
A
Aruba
B
Curacao
C
Sint-Maarten
D
Bonaire

Slide 34 - Quiz

Boven de naastgelegen afbeelding staat: "De laatste Britse troepen in India houden een militaire afscheidsparade (1947)'.

Welk begrip hoort bij de afbeelding?
A
diplomatie
B
politionele acties
C
KNIL- leger
D
dekolonisatie

Slide 35 - Quiz

De wereldwijde dekolonisatie kent verschillende soorten oorzaken (motieven), namelijk politieke, economische, sociale en culturele motieven. Sleep elke reden naar het juiste soort motief:
Politiek motief.
Economisch motief
Sociaal motief
Cultureel motief.
Grondstoffen in de kolonies raken uitgeput.
In de kolonies komt het 'nationalisme' op.
Japan bouwt in Tweede Wereldoorlog een groot imperium in Azië en verslaat Europeanen in hun kolonies in Azië.  Kortom, Japan is superieur!
Mensen uit de kolonies voelen zich niet gelijk behandeld.

Slide 36 - Question de remorquage

Geef antwoord op deze leerdoelen.

3. Je kunt de rol van nationalistische bewegingen bij het verkrijgen van onafhankelijkheid beschrijven.
4. Je kunt de invloed van de Tweede Wereldoorlog bij het streven naar onafhankelijkheid beschrijven.
5. Je kunt uitleggen hoe de internationale druk leidde tot de onafhankelijkheid van Indonesië.

Slide 37 - Question ouverte