werkwoorden onregelmatig in de tt en de vtt Jaar 2

werkwoorden onregelmatig in de tt en de vtt
Kan ik onregelmatige werkwoorden vervoegen?
Kan ik werkwoorden met klinkerwisseling vervoegen?
1 / 25
suivant
Slide 1: Diapositive
SpaansMiddelbare schoolvwoLeerjaar 2

Cette leçon contient 25 diapositives, avec quiz interactifs et diapositive de texte.

time-iconLa durée de la leçon est: 18 min

Éléments de cette leçon

werkwoorden onregelmatig in de tt en de vtt
Kan ik onregelmatige werkwoorden vervoegen?
Kan ik werkwoorden met klinkerwisseling vervoegen?

Slide 1 - Diapositive

tener(ie), ella
A
tiene
B
tenies
C
tienes
D
tenie

Slide 2 - Quiz

Welke personen horen bij de derde persoon meervoud, schrijf op in het Spaans.

Slide 3 - Carte mentale

hacer, yo

Slide 4 - Question ouverte

querer (ie), vosotros
A
queramos
B
quieréis
C
quieráis
D
queréis

Slide 5 - Quiz

Wat is de eerste persoon meervoud in het Spaans? (persoonlijk vnw)

Slide 6 - Question ouverte

ir, yo
A
vay
B
yo
C
oye
D
voy

Slide 7 - Quiz

Hoe vertaal je "jullie" in het Spaans?

Slide 8 - Question ouverte

estar, tú
A
estas
B
estes
C
este
D
estás

Slide 9 - Quiz

Wat zijn de uitgangen van een werkwoord dat eindigt op -ar?

Slide 10 - Carte mentale

Ser, usted
A
esa
B
eres
C
es
D
son

Slide 11 - Quiz

acostarse (ue), nosotros
A
os acuestan
B
nos acostamos
C
se acuesta
D
nos acuestamos

Slide 12 - Quiz

Wat is het voltooid deelwoord van hacer?

Slide 13 - Question ouverte

Hoe vervoeg je het werkwoord haber?

Slide 14 - Carte mentale

servir (i), ellas
A
sirven
B
servin
C
sirve
D
serven

Slide 15 - Quiz

salir, yo
A
salo
B
salga
C
salgo
D
salge

Slide 16 - Quiz

voltooid deelwoord: tener
A
tenida
B
tenidos
C
techo
D
tenido

Slide 17 - Quiz

Wat is het voltooid deelwoord van: escribir?

Slide 18 - Question ouverte

poder (ue), vosotros
A
podéis
B
podemos
C
puedemos
D
podeis

Slide 19 - Quiz

Vervoeg: vestirse (i), ustedes

Slide 20 - Question ouverte

Vul in: de juiste vorm van encantar
A María ......................... la música.

Slide 21 - Question ouverte

Is deze zin juist? A mí gusta el fútbol.
A
Ja, zin is juist
B
geen idee
C
nee, moet zijn: a mí me gusta el fútbol.
D
Nee, moet zijn: a mí me gustan el fútbol.

Slide 22 - Quiz

Vul in de juiste vorm van gustar:
A nosotros .............................. el chocolate.

Slide 23 - Question ouverte

Vul in de juiste vorm van gustar:
A ellas ....................................... los gatos

Slide 24 - Question ouverte

Ik ken de onregelmatige werkwoorden
😒🙁😐🙂😃

Slide 25 - Sondage