De Balans: Het Evenwicht Tussen Activa en Passiva

De Balans: Het Evenwicht Tussen Activa en Passiva
1 / 28
suivant
Slide 1: Diapositive
BedrijfseconomieMBOStudiejaar 3

Cette leçon contient 28 diapositives, avec quiz interactifs et diapositives de texte.

time-iconLa durée de la leçon est: 60 min

Éléments de cette leçon

De Balans: Het Evenwicht Tussen Activa en Passiva

Slide 1 - Diapositive

Cet élément n'a pas d'instructions

Leerdoel
Aan het eind van de les kun je uitleggen wat een balans is en hoe activa en passiva hiermee samenhangen.

Slide 2 - Diapositive

Cet élément n'a pas d'instructions

Wat weet je al over balansen, activa en passiva?

Slide 3 - Carte mentale

Cet élément n'a pas d'instructions

Wat is een balans?
Een balans is een financieel overzicht dat de activa en passiva van een bedrijf op een bepaald moment weergeeft.

Activa & passiva = altijd gelijk!

Waarom?
Al hetgeen je bezit minus je schulden is je eigen vermogen

Slide 4 - Diapositive

Cet élément n'a pas d'instructions

Wat zijn activa?
A
Activa zijn de kosten van een bedrijf.
B
Activa zijn schulden van een bedrijf.
C
Activa zijn bezittingen van een bedrijf.
D
Activa zijn de opbrengsten van een bedrijf.

Slide 5 - Quiz

Cet élément n'a pas d'instructions

Wat zijn activa?
Activa zijn de bezittingen van een bedrijf, zoals contant geld, inventaris, gebouwen en voertuigen.

Slide 6 - Diapositive

Bezittingen: inventaris, goodwill, voorraad, debiteuren, liquide middelen.
Welke van de volgende behoren tot activa?
A
Leningen
B
Salarissen
C
Gebouwen
D
Voorraden

Slide 7 - Quiz

Cet élément n'a pas d'instructions

Vaste activa & vlottende activa
Vaste activa: activa waarbij men bij opstart in moet investeren

Zoals: inventaris, verbouwingen, goodwill e.d.
Kosten mag je over 5-10 jaar uitschrijven

Slide 8 - Diapositive

Bezittingen: inventaris, goodwill, voorraad, debiteuren, liquide middelen.
Wat zijn afschrijvingen?
A
Afschrijvingen zijn de winst die een bedrijf behaalt door de verkoop van bedrijfsmiddelen.
B
Afschrijvingen zijn de betalingen die een bedrijf doet aan zijn crediteuren.
C
Afschrijvingen zijn de waardevermindering van bedrijfsmiddelen over een bepaalde periode.
D
Afschrijvingen zijn de kosten die een bedrijf maakt om nieuwe bedrijfsmiddelen aan te schaffen.

Slide 9 - Quiz

Cet élément n'a pas d'instructions

Afschrijvingen
Kosten over 5-10 jaar uitsmeren.

Je mag elk jaar een bepaald percentage  afschrijven.
Zien we terug in de W&V rekening.

Slide 10 - Diapositive

Bezittingen: inventaris, goodwill, voorraad, debiteuren, liquide middelen.
Hoe wordt de afschrijving berekend?
A
De afschrijving wordt berekend door de aanschafwaarde van het bedrijfsmiddel te vermenigvuldigen met een vast percentage.
B
De afschrijving wordt berekend door de aanschafwaarde van het bedrijfsmiddel te verminderen met de restwaarde en deze te verdelen over de gebruiksduur.
C
De afschrijving wordt berekend door de aanschafwaarde van het bedrijfsmiddel te delen door de restwaarde.
D
De afschrijving wordt berekend door de aanschafwaarde van het bedrijfsmiddel te vermenigvuldigen met de gebruiksduur.

Slide 11 - Quiz

Cet élément n'a pas d'instructions

Vaste activa & vlottende activa
Vlottende activa: bezittingen die continue aan verandering onderhevig zijn.

Zoals: voorraad en kas.
Voorraad: altijd per balansdatum (31-12) tellen.= inkoopprijs.
Debiteuren:  oordelen op inbaarheid.
Kasgeld (geld onderweg)

Slide 12 - Diapositive

Bezittingen: inventaris, goodwill, voorraad, debiteuren, liquide middelen.
Wat zijn passiva?
A
Inkomsten van een bedrijf.
B
De eigenaren van een bedrijf.
C
Activa van een bedrijf.
D
Schulden en verplichtingen van een bedrijf.

Slide 13 - Quiz

Cet élément n'a pas d'instructions

Wat zijn passiva?
Passiva zijn de schulden en verplichtingen van een bedrijf, zoals leningen, leverancierskrediet en salarisbetalingen.

Slide 14 - Diapositive

Passiva: hoe deze zijn gefinancierd met vreemd vermogen (lening, bank, rekening courant, crediteuren) 
Wat zijn passiva?
Schulden:
  • Leningen bank
  • Leningen derden
  • Rekening courant
  • Crediteuren
  • Belastingen
  • Overige passiva (kosten waarvan je nog geen factuur ontvangen hebt)

Slide 15 - Diapositive

Passiva: hoe deze zijn gefinancierd met vreemd vermogen (lening, bank, rekening courant, crediteuren) 
Welke van de volgende behoort niet tot passiva?
A
Uitstaande leningen.
B
Saldo van crediteuren.
C
Geld op de bankrekening van het bedrijf.
D
Openstaande facturen.

Slide 16 - Quiz

Cet élément n'a pas d'instructions

Balansformule
De balansformule is: Activa = Passiva. Dit betekent dat de totale waarde van de activa gelijk moet zijn aan de totale waarde van de passiva.

Slide 17 - Diapositive

Activa en passiva zijn altijd gelijk= in balans
Voorbeeldbalans

Slide 18 - Diapositive

Cet élément n'a pas d'instructions

Balans in evenwicht
Wanneer de balans in evenwicht is, betekent dit dat de totale waarde van de activa gelijk is aan de totale waarde van de passiva.

Slide 19 - Diapositive

Cet élément n'a pas d'instructions

Wat is eigenvermogen?
A
Het totale vermogen van een persoon of organisatie.
B
Het bedrag dat een persoon of organisatie heeft geïnvesteerd.
C
De winst die een persoon of organisatie heeft behaald.
D
Het verschil tussen de bezittingen en de schulden van een persoon of organisatie.

Slide 20 - Quiz

Cet élément n'a pas d'instructions

Wat is het belang van eigenvermogen voor een bedrijf?
A
Eigenvermogen is de totale waarde van de bezittingen van een bedrijf.
B
Eigenvermogen beïnvloedt alleen de belastingaangifte van een bedrijf.
C
Het eigenvermogen vertegenwoordigt de financiële gezondheid en stabiliteit van een bedrijf.
D
Eigenvermogen heeft geen invloed op de financiële situatie van een bedrijf.

Slide 21 - Quiz

Cet élément n'a pas d'instructions

Oefening: is balans in evenwicht?
Gegeven:
Inventaris= €5.000 
Crediteuren= € 1.500
Goodwill= €2.000
Belastingen= € 1.000
Verbouwingen= € 3.000
Leningen bank= € 2.500


Slide 22 - Diapositive

activa zijn €10.000 en passiva zijn €5.000. Is de balans in evenwicht?
Activa

Goodwill             = €2.000
Inventaris           = €5.000 
Verbouwingen= € 3.000
--------------------------------
                                  € 10.000
Passiva

Leningen bank = € 2.500
Crediteuren        = € 1.500
Belastingen         = € 1.000
----------------------------------
                                      € 5.000

Slide 23 - Diapositive

Cet élément n'a pas d'instructions

Activa

Goodwill             = €2.000
Inventaris           = €5.000 
Verbouwingen= € 3.000
--------------------------------
                                  € 10.000

----------------------------------
Totaal                      € 10.000
Passiva

Leningen bank = € 2.500
Crediteuren        = € 1.500
Belastingen         = € 1.000
----------------------------------
                                      € 5.000
Eigen vermogen    € 5.000
--------------------------------
Totaal                         € 10.000

Slide 24 - Diapositive

Cet élément n'a pas d'instructions

Samenvatting
Een balans is een financieel overzicht dat de activa en passiva van een bedrijf laat zien.
Activa zijn bezittingen en passiva zijn schulden en verplichtingen.

De balans moet altijd in evenwicht zijn: Activa = Passiva.

Slide 25 - Diapositive

Cet élément n'a pas d'instructions

Schrijf 3 dingen op die je deze les hebt geleerd.

Slide 26 - Question ouverte

De leerlingen voeren hier drie dingen in die ze in deze les hebben geleerd. Hiermee geven ze aan wat hun eigen leerrendement van deze les is.
Schrijf 2 dingen op waarover je meer wilt weten.

Slide 27 - Question ouverte

De leerlingen voeren hier twee dingen in waarover ze meer zouden willen weten. Hiermee vergroot je niet alleen betrokkenheid, maar geef je hen ook meer eigenaarschap.
Stel 1 vraag over iets dat je nog niet zo goed hebt begrepen.

Slide 28 - Question ouverte

De leerlingen geven hier (in vraagvorm) aan met welk onderdeel van de stof ze nog moeite. Voor de docent biedt dit niet alleen inzicht in de mate waarin de stof de leerlingen begrijpen/beheersen, maar ook een goed startpunt voor een volgende les.