Les 20 - Samenvatting renaissance

De renaissance
1 / 20
suivant
Slide 1: Diapositive
NederlandsMiddelbare schoolhavoLeerjaar 4

Cette leçon contient 20 diapositives, avec quiz interactifs et diapositives de texte.

time-iconLa durée de la leçon est: 45 min

Éléments de cette leçon

De renaissance

Slide 1 - Diapositive

Lesdoelen
Als het goed is, weet je aan het eind van deze les: 
- alles over de renaissance; 


Slide 2 - Diapositive

Intreden renaissance
Vanaf het eind van de elfde eeuw brokkelde het feodale stelsel steeds verder af. 

De verstedelijking zette in en het geloof werd steeds minder belangrijk

Het adagium Memento Mori (Mens, gedenk te sterven) werd ingeruild voor Carpe Diem (Pluk de dag!) 

Slide 3 - Diapositive

Renaissance

In Italië ontstaat een hang naar het verleden. Er wordt met weemoed teruggekeken naar de tijd waarin de Romeinen over de wereld heersten. 

Dit leidt tot een nieuwe stroming: de renaissance, oftewel de wedergeboorte (1517-1766)

Sleutelfiguren hierbij waren Francesco Petrarca en Dante Alighieri



Slide 4 - Diapositive

Ideeëngeschiedenis
Waar in de middeleeuwen het katholicisme centraal stond, is dat in de renaissance het humanisme. Humanisten zijn de eerste onderzoekers van de klassieke cultuur. 

Wat is belangrijk voor hen?
- Geestelijke vrijheid (onafhankelijk van de kerk); 
- Ontwikkeling en vorming van de mens; 
- Het belang van het individu (niet God, maar de mens staat centraal) 

Slide 5 - Diapositive

Middeleeuwen tegenover renaissance
In de middeleeuwen was de mens ondergeschikt aan God en het hiernamaals. (Memento Mori, ofwel 'Mens, gedenk te sterven') 

In de renaissance zijn mens en aarde even belangrijk als God en het hiernamaals. (Carpe Diem, ofwel 'Pluk de dag!')

Slide 6 - Diapositive

Verschil met de middeleeuwen
Theocentrisch wordt antropocentrisch

Geen gemeenschap, maar unieke persoonlijkheden

Erkenning voor werk (bijvoorbeeld door te signeren) 

Zelf beslissingen nemen

Slide 7 - Diapositive

Het hoogste ideaal in de renaissance
'Uomo universalis' = de universele mens die op alle gebieden van de menselijke cultuur uitblonk. 

Leonardo Da Vinci was schilder, architect, beeldhouwer en wetenschapper.

In Nederland kennen we Constantijn Huygens (dichter, componist, muzikant, talig talent, diplomaat) 

Slide 8 - Diapositive

Quizzen
Er volgt een aantal vragen over de renaissance.

Slide 9 - Diapositive

Wat is geen literair genre uit de renaissance?
A
Aforisme
B
Epigram
C
Essay
D
Fabel

Slide 10 - Quiz

Wiens naam is onlosmakelijk verbonden aan het sonnet?
A
Erasmus
B
Francesco Petrarka
C
Andrea Alciato
D
Dante Alighieri

Slide 11 - Quiz

Imitatio
Translatio
Aemulatio
Het klassieke voorbeeld vertalen
Het klassieke voorbeeld nadoen
Het klassieke voorbeeld overtreffen

Slide 12 - Question de remorquage

Iemand die uitblinkt op heel veel gebieden van kunst en de wetenschap noemen we een ...
A
Rederijker
B
Übermensch
C
Uomo universalis
D
Humanist

Slide 13 - Quiz

Wat betekent renaissance?
A
Lang leve het leven
B
Mens, gedenk te sterven
C
Wedergeboorte
D
Pluk de dag

Slide 14 - Quiz

Waar en wanneer ontstond de renaissance?
A
Frankrijk, 15e eeuw
B
Italië, 16e eeuw
C
Amsterdam, 14e eeuw
D
Italië, 14e eeuw

Slide 15 - Quiz

Hoe werden de eerste onderzoekers van de klassieke cultuur genoemd?
A
Batavieren
B
Humanisten
C
Barbaren
D
Christenen

Slide 16 - Quiz

Wat verstaan we onder het empirisme
A
Een stroming die zegt dat kennis voortkomt uit ervaring.
B
Een stroming die zegt dat de bijbel de belangrijkste kennisbron is.
C
Een stroming die zegt dat alle kennis voortkomt uit het geloof.
D
Een stroming die zegt dat je veel boeken moet lezen om kennis op te doen.

Slide 17 - Quiz

Wanneer werd de boekdrukkunst uitgevonden?
A
Omstreeks 1350 na Christus
B
Omstreeks 1450 na Christus
C
Omstreeks 1550 na Christus
D
Omstreeks 1650 na Christus

Slide 18 - Quiz

De belangrijkste groep kunstenaars uit het volk in de renaissance waren de ...
A
Jongleurs
B
Rederijkers
C
Troubadours
D
Minstrelen

Slide 19 - Quiz

Slide 20 - Diapositive