§11.4

1 / 15
suivant
Slide 1: Diapositive
Nask / TechniekMiddelbare schoolvmbo tLeerjaar 4

Cette leçon contient 15 diapositives, avec quiz interactifs et diapositives de texte.

time-iconLa durée de la leçon est: 60 min

Éléments de cette leçon

Slide 1 - Diapositive

Slide 2 - Diapositive

Slide 3 - Diapositive

Pak alvast je boek erbij blz 110/111

Slide 4 - Diapositive



1: Tigo doet een proefje, hij doet zinkoxide in verdund salpeterzuur. Welke reactie vind er plaats, maak de vergelijking.

2: Mads doet ook een proefje, hij doet ammonia in zoutzuur . Welke reactie vind er plaats, maak de vergelijking.
Tip 1:
Stap 1: schrijf eerst het zuur-ion op (dit is altijd H+)
Stap 2: Schrijf het basische-ion op.
Stap 3: Wat is de standaard vergelijking?
Tip 2:
Stap 4: Is de base goed oplosbaar? Zo ja dan voldoet de standaard vergelijking. Zo niet schrijf de base met metaalion op voor de pijl en als ion na de pijl.
Stap 5: Maak een kloppende zoutformule (base) voor de pijl.
Stap 6: Maak de vergelijking kloppend
Opdracht:
Klaar? Lees §11.4 goed door en begin aan de werkboek vragen
timer
5:00

Slide 5 - Diapositive

Opdracht antwoorden:
Klaar? Lees §11.4 goed door en begin aan de werkboek vragen
Antwoord proefje Tigo
Antwoord proefje Mads

Slide 6 - Diapositive

Pak je boek, lees blz 113 en 114 goed door. Bekijk de voorbeelden
timer
3:00
Aan het einde van de les kun je deze doelen toepassen.

Slide 7 - Diapositive

Zuur + Base --> Neutraal
0        + 14      -->   7
1         + 13      -->    7
2        + 12      -->    7
3        + 11       -->    7
4        + 10      -->   7
5        + 9        -->   7
6        + 8       -->   7

Demo

Slide 8 - Diapositive


Juna doet een experiment, ze wil bepalen hoeveel zuur er aanwezig is in de oplossing. Ze voegt eerst een indicator toe. Daarna druppelt ze er een base in totdat de oplossing neutraal is. 
Waarom voegt Juna de indicator toe?

Slide 9 - Question ouverte


Op welke manier moet Juna de buret met de base aflezen?
A
B
C
D

Slide 10 - Quiz

Bekijk welke gegevens je gekregen hebt.
blz 114 boek

Slide 11 - Diapositive

OPDRACHT:
Tigo heeft met een titratie de hoeveelheid fosforzuur in cola bepaald. Hij weet dat je met 1.0 ml natronloog 60 mg fosforzuur neutraliseert. Hij heeft 7,8 ml natronloog toegevoegd.
Bereken hoeveel mg fosforzuur er in 1 ml cola zit.
Tip
Stap 1: Gegevens
Stap 2: Gevraagd
Stap 3: Verhoudingstabel
Stap 4: Berekening
Stap 5: Antwoord met eenheid
Klaar? 
Ga met de werkboekvragen 1 t/m 15 aan de gang.

Slide 12 - Diapositive

OPDRACHT:
Tigo heeft met een titratie de hoeveelheid fosforzuur in cola bepaald. Hij weet dat je met 1.0 ml natronloog 60 mg fosforzuur neutraliseert. Hij heeft 7,8 ml natronloog toegevoegd.
Bereken hoeveel mg fosforzuur er in 1 ml cola zit.
Tip
Stap 1: Gegevens
Stap 2: Gevraagd
Stap 3: Verhoudingstabel
Stap 4: Berekening
Stap 5: Antwoord met eenheid
Klaar? 
Ga met de werkboekvragen 1 t/m 15 aan de gang.
antwoord

Slide 13 - Diapositive

timer
1:00

Slide 14 - Diapositive

Exit-ticket
Veel frisdranken, waaronder zogenoemde Up-dranken, bevatten citroenzuur. Joost bepaalt het citroenzuurgehalte van een bepaald soort Up-drank. Hij gebruikt daarvoor het volgende voorschrift:


− Doe Up-drank in een bekerglas en laat dit een paar dagen staan zodat de oplossing geen koolstofdioxide meer bevat;
− meet daarna nauwkeurig 10,0 mL van de Up-drank (zonder koolstofdioxide) af en breng dit over in een erlenmeyer;
− voeg enkele druppels fenolftaleïen toe;
− titreer de kleurloze oplossing met natronloog tot kleuromslag.

Joost blijkt bij het eindpunt van de titratie 9,1 mL natronloog te hebben toegevoegd. Uit een andere proef weet hij dat 1,0 mL van de gebruikte natronloog reageert met 3,2 mg citroenzuur.
Bereken hoeveel gram citroenzuur in 100 mL van de Up-drank aanwezig is.
Maak deze opdracht en lever hem in.
Tip
Volg de stappen van blz 114.

Let op de vraag gaat over 100 ml, de titratie is gedaan met 10 ml.

Slide 15 - Diapositive