Cette leçon contient 28 diapositives, avec quiz interactifs, diapositives de texte et 4 vidéos.
Éléments de cette leçon
PERIODE 1 WEEK 2
Slide 1 - Diapositive
EVEN OVERHOREN
Slide 2 - Diapositive
Hoe noemen we het wanneer een persoon in zichzelf is gekeerd
A
extrahent
B
introhent
C
extravert
D
introvert
Slide 3 - Quiz
Wanneer je alles zegt wat in je opkomt, dan ...
A
neem je geen blad voor de mond
B
loopt je hart ervan over
C
zit je tong los
D
heb je een scherpe tong
Slide 4 - Quiz
Wanneer je meer praat dan anderen, dan ...
A
spreek je met twee monden
B
voer je het hoogste woord
C
sta je met je mond vol tanden
D
heb je zilveren tanden
Slide 5 - Quiz
Wanneer je helemaal niets zegt, dan zwijg je als ...
A
Willem
B
de dood
C
het graf
D
een deur
Slide 6 - Quiz
De toetsen in de eerste toetsweek tellen beide voor ... % mee.
A
10%
B
15%
C
20%
D
25%
Slide 7 - Quiz
Wanneer moet je uiterlijk je boekenlijst hebben ingeleverd?
A
na de eerste periode
B
na de tweede periode
C
na de derde periode
D
aan het eind van het jaar
Slide 8 - Quiz
0
Slide 9 - Vidéo
B OEK BLZ. 124
voorbereiding presentatie
Slide 10 - Diapositive
Slide 11 - Diapositive
Slide 12 - Diapositive
wat zijn de voordelen van het gebruik van een diashow?
1 voor de luisteraar
2 voor de spreker
Slide 13 - Diapositive
De spreker heeft door de verschillende dia’s een duidelijk overzicht van wat hij in zijn presentatie gaat vertellen.
De luisteraar verstaat en begrijpt beter wat de spreker wil overbrengen, doordat hij de kernwoorden kan meelezen of houvast heeft aan de afbeeldingen en/of filmpjes.
Belangrijke verschillen:
– de effecten in Prezi zijn anders (inzoomen en draaien)
– PowerPoint heeft een heel duidelijke structuur, weinig poespas.
Bijvoorbeeld: Prezi gebruik je als je telkens een detail of voorbeeld van een groter geheel wilt behandelen. Denk aan: vijf nieuwe vakken op school.
PowerPoint is handiger als je een duidelijk overzicht wilt houden van de hele presentatie.
Slide 14 - Diapositive
Slide 15 - Diapositive
Slide 16 - Diapositive
Slide 17 - Diapositive
Corona
Slide 18 - Carte mentale
Slide 19 - Diapositive
Slide 20 - Vidéo
Slide 21 - Diapositive
Slide 22 - Vidéo
Slide 23 - Vidéo
FICTIE
wat zou het genre zijn van dit boek?
Slide 24 - Diapositive
genre is een verzameling van verhalen die tot dezelfde soort horen:
voorbeelden:
avonturenromans
historische romans
liefdesromans
oorlogsromans
psychologische romans
science fiction
Slide 25 - Diapositive
TIJD
Chronologisch is met de gebeurtenissen mee.
Het boek kan ook in het midden of aan het eind van het verhaal beginnen; de schrijver vertelt de voorgeschiedenis dan in flash-backs. Dat is dus niet chronologisch
Slide 26 - Diapositive
HET EINDE
bij een gesloten einde weet de lezer alles wat hij wil weten
bij een open einde zijn sommige zaken nog niet opgelost of nog niet duidelijk geworden; je mag dan je eigen einde verzinnen
Slide 27 - Diapositive
we maken de kijk- en luistervaardigheidstoets van 2010