Romeinen

De romeinen
Thema: De Romeinen
1 / 35
suivant
Slide 1: Diapositive
GeschiedenisBasisschoolGroep 5

Cette leçon contient 35 diapositives, avec quiz interactifs, diapositives de texte et 5 vidéos.

Éléments de cette leçon

De romeinen
Thema: De Romeinen

Slide 1 - Diapositive

Cet élément n'a pas d'instructions

Wat weet jij over de Romeinen?

Slide 2 - Carte mentale

Cet élément n'a pas d'instructions

Lesdoelen
  •  ik kan na deze les vertellen wie de Romeinen waren.
  • ik kan na deze les zeker 2 uitvindingen benoemen die de Romeinen gedaan hebben en die wij nu nog steeds gebruiken.

Slide 3 - Diapositive

Cet élément n'a pas d'instructions

Tijdbalk


Tijd van Grieken en Romeinen | 2000 jaar geleden
Het langst geleden
Heel lang geleden
Lang geleden
Onze tijd

Slide 4 - Diapositive

Cet élément n'a pas d'instructions

Slide 5 - Vidéo

Cet élément n'a pas d'instructions

Waar of niet waar?
Het grijze deel hebben de Romeinen veroverd in Nederland.

Slide 6 - Diapositive

Cet élément n'a pas d'instructions

Waarom wilde de Romeinen Nederland veroveren?
A
Omdat ze op vakantie wilden
B
Omdat ze vonden dat Nederland van hun was
C
Hoe meer land, hoe meer macht
D
gewoon voor de lol

Slide 7 - Quiz

Cet élément n'a pas d'instructions

Wat had een Romeinse soldaat aan?

Slide 8 - Carte mentale

Dolk - Zwaard - Helm - Schild - Speer

Slide 9 - Vidéo

Cet élément n'a pas d'instructions

De uitrusting van een Romeinse soldaat
1. Helm 
2.Mantel 
3. Schild 
4. Sandalen
5. Speer 
6. Harnas 
7. Wollen hemd 
8. Dolk 

Slide 10 - Diapositive

Cet élément n'a pas d'instructions

Romeinse uitvindingen

Slide 11 - Diapositive

Cet élément n'a pas d'instructions

Wegen

Slide 12 - Diapositive

Over gras en zand is het moeilijker lopen en een kar te laten rijden. De Romeinen hebben bedacht om met steen een weg aan te leggen. Over een stenen weg is het veel makkelijker lopen en rijden.
Dit hebben we nu nog steeds. We hebben een weg om over te rijden met een auto of een fiets en een voetpad, ook van steen, waarover we kunnen lopen.

Er zijn ook andere manieren om je te verplaatsen. Heeft iemand hier een voorbeeld van?
Kanalen / grachten

Slide 13 - Diapositive

In Europa is ook veel water. Maar over een rivier varen duurt best lang. Ze hadden toen nog geen motor en moesten zelf roeien. Hier hebben de Romeinen ook iets op bedacht: kanalen en grachten. Het grote verschil tussen rivieren en kanalen is de vorm. Mensen hebben kanalen zelf gemaakt en om snel te kunnen varen hebben ze deze recht gegraven. Een rivier is door de natuur gemaakt en kan dus ook heel veel bochten maken. 

Maar ook een kar moest aan de overkant van de rivier kunnen komen. Hoe hebben ze dat dan gedaan?
Bruggen

Slide 14 - Diapositive

Hiervoor gebruikten ze natuurlijk/inderdaad bruggen. De Romeinen hebben bedacht om met stenen een brug te bouwen over het water. Wat knap de Romeinen knap bedacht hebben, zijn de bogen die gebruikt zijn. Deze bogen zorgden ervoor dat de brug heel sterk was en er dus veel mensen en karren overeen konden. 

Over deze bruggen werden niet alleen mensen en spullen vervoerd, maar ook nog iets anders. Water.
Waterleiding, aquaduct

Slide 15 - Diapositive

Een waterbrug noemen we ook wel een aquaduct. Aqua betekent water en duct betekent brug. 
Badhuis

Slide 16 - Diapositive

Om te relaxen en zichzelf schoon te maken hadden de Romeinen ook iets bedacht: een badhuis. De mensen hadden dan met de hele nederzetting samen een grote badkamer, waarin ze konden zwemmen in een zwembad, een sauna hadden en zelfs massages konden krijgen. Dit lijkt op een wellness of spa waar je dit ook nu nog hebt, of natuurlijk onze eigen badkamers.
Alfabet en Romeinse cijfers

Slide 17 - Diapositive

Misschien wel het belangrijkste wat we geleerd hebben van de Romeinen, is het alfabet en de Romeinse cijfers. De Romeinen gebruikten dezelfde letters, alleen dan een andere taal. Nu spreken wij hier Nederlands, maar de Romeinen spraken in het Latijn met elkaar. 

Op klokken en oudere gebouwen zie je nu nog soms de Romeinse cijfers terug. De 1 was een streepje, de 5 was een V en de 10 een X. Op deze manier maakten de Romeinen getallen.
Kalender

Slide 18 - Diapositive

De kalender met de maanden die wij nu gebruiken, komt ook van de Romeinen. De maanden zijn vernoemd naar Keizers, de leiders van het Rijk, of naar goden. Juli komt van Julius Ceasar, een van de grootste leiders van het Romeinse rijk. Maart komt dan bijvoorbeeld weer van de god Mars, de god van de oorlog. Deze god was heel belangrijk voor de Romeinen.

Slide 19 - Vidéo

Cet élément n'a pas d'instructions

Raadspelletje
Welke uitvinding herken je?

Slide 20 - Diapositive

Cet élément n'a pas d'instructions

Slide 21 - Diapositive

Cet élément n'a pas d'instructions

Slide 22 - Diapositive

Cet élément n'a pas d'instructions

bakstenen en dakpannen

Slide 23 - Diapositive

Cet élément n'a pas d'instructions

Slide 24 - Diapositive

Cet élément n'a pas d'instructions

Schaar

Slide 25 - Diapositive

Cet élément n'a pas d'instructions

Slide 26 - Diapositive

Cet élément n'a pas d'instructions

WC

Slide 27 - Diapositive

Cet élément n'a pas d'instructions

Slide 28 - Diapositive

Cet élément n'a pas d'instructions

Vuurtoren

Slide 29 - Diapositive

Cet élément n'a pas d'instructions

Slide 30 - Diapositive

Cet élément n'a pas d'instructions

Sleutel

Slide 31 - Diapositive

Cet élément n'a pas d'instructions

Slide 32 - Diapositive

Cet élément n'a pas d'instructions

Hijskraan

Slide 33 - Diapositive

Cet élément n'a pas d'instructions

Slide 34 - Vidéo

Cet élément n'a pas d'instructions

Slide 35 - Vidéo

Cet élément n'a pas d'instructions