waar of niet waar?
1 / 21
Éléments de cette leçon
Slide 1 - Diapositive
Op 5 mei is het dodenherdenking.
A
waar
B
niet waar
Slide 2 - Quiz
Nederland is lid van de Europese Unie.
A
waar
B
niet waar
Slide 3 - Quiz
Vanaf 1848 mochten vrouwen in Nederland stemmen.
A
waar
B
niet waar
Slide 4 - Quiz
Nederland kreeg na de Tweede Wereldoorlog veel geld van Amerika.
A
waar
B
niet waar
Slide 5 - Quiz
Texel is een eiland bij Zeeland.
A
waar
B
niet waar
Slide 6 - Quiz
Schiphol is een groot vliegveld bij Amsterdam
A
waar
B
niet waar
Slide 7 - Quiz
Nederlanders brachten vroeger slaven naar de koloniën.
A
waar
B
niet waar
Slide 8 - Quiz
Nederland heeft een president.
A
waar
B
niet waar
Slide 9 - Quiz
De Gouden Eeuw was van 1800 tot 1900
A
waar
B
niet waar
Slide 10 - Quiz
Willem van Oranje vocht tegen de koning van Spanje
A
waar
B
niet waar
Slide 11 - Quiz
Spanje was vroeger de baas in Nederland.
A
waar
B
niet waar
Slide 12 - Quiz
Er zijn veel polders in de provincie Limburg
A
waar
B
niet waar
Slide 13 - Quiz
De hoofdstad van Nederland is Rotterdam.
A
waar
B
niet waar
Slide 14 - Quiz
Utrecht ligt in de Randstad.
A
waar
B
niet waar
Slide 15 - Quiz
De Afsluitdijk ligt tussen Noord-Holland en Friesland.
A
waar
B
niet waar
Slide 16 - Quiz
Koning Willem-Alexander is familie van Willem van Oranje.
A
waar
B
niet waar
Slide 17 - Quiz
De V.O.C. is een bekend schilderij van Rembrandt.
A
waar
B
niet waar
Slide 18 - Quiz
De Nederlandse Antillen heetten vroeger Nederlands-Indië.
A
waar
B
niet waar
Slide 19 - Quiz
Door de grondwet van 1848 kreeg de koning minder macht.
A
waar
B
niet waar
Slide 20 - Quiz
Anne Frank was ondergedoken in Duitsland.
A
waar
B
niet waar
