Kerstquiz
1 / 25
Éléments de cette leçon
Slide 1 - Diapositive
In welk boek kun je het kerstverhaal lezen?
A
Het evangelie van Lucas
B
Het evangelie van Johannes
C
Het evangelie van Daniël
D
Het evangelie van Jesaja
Slide 2 - Quiz
Wie is de belangrijkste persoon in het kerstverhaal?
A
Maria
B
Jezus
C
Jozef
D
Johannes
Slide 3 - Quiz
Hoe heten Jezus zijn vader en moeder op aarde?
A
Elisabeth en Zacharias
B
Maria en Jozef
C
Jozef en Martha
D
Maria en Jakob
Slide 4 - Quiz
Wie heeft aan Maria verteld dat ze een baby zou krijgen?
A
De engel Gabriël
B
De engel Immanuel
C
Elisabeth
D
Zacharias
Slide 5 - Quiz
In welke stad wordt Jezus geboren?
A
Nazaret
B
Jeruzalem
C
Jericho
D
Betlehem
Slide 6 - Quiz
Wie zijn de baas in het land als Jezus wordt geboren?
A
De Filistijnen
B
Jeruzalem
C
De Romeinen
D
Betlehem
Slide 7 - Quiz
Hoe heet de keizer van de Romeinen?
A
Augustus
B
Herodes
C
Ceasar
D
July
Slide 8 - Quiz
Wat wil de keizer weten?
A
Hoe de baby's in zijn rijk heten
B
Hoeveel mensen er in zijn rijk wonen
C
Hoeveel jongens er in zijn rijk zijn
D
Hoeveel meiden er in zijn rijk zijn
Slide 9 - Quiz
Wat moeten Jozef en Maria daarom doen?
A
Naar het gemeentehuis van Nazaret
B
Op reis gaan naar Jeruzalem
C
Naar het gemeentehuis van Judea
D
Op reis gaan naar Betlehem
Slide 10 - Quiz
Wat gebeurt er als Jozef en Maria in Betlehem zijn?
A
Ze kunnen geen slaapplek vinden
B
Jezus wordt geboren
C
Ze hebben geen eten
D
A en B zijn goed
Slide 11 - Quiz
Wie horen het eerst dat Jezus geboren is?
A
Herbergier
B
Wijzen
C
Herders
D
Buurman
Slide 12 - Quiz
Van wie horen de herders dat Jezus geboren is?
A
Soldaten
B
Engelen
C
Wijzen
D
Herbergier
Slide 13 - Quiz
Hoe kunnen de herders volgens de engel Jezus herkennen?
A
Er staat een ster boven de stal.
B
Het kind ligt in een voerbak.
C
Het kind straalt licht uit.
D
Het kind ligt in een voerbak en in doeken gewikkeld
Slide 14 - Quiz
Hoeveel wijzen uit het oosten waren er?
A
3
B
2
C
weten we niet
D
4
Slide 15 - Quiz
Wat gaven de wijzen cadeau?
A
Goud, mirre en wierook
B
Zilver, mirre en wierook
C
Brons, mirre en wierook
D
Goud, diamanten en wierook
Slide 16 - Quiz
Jezus wordt geboren in Betlehem. Welke bekende koning uit de Bijbel is daar ook geboren?
A
Koning David
B
Koning Salomo
C
Koning Mozes
D
Koning Hero
Slide 17 - Quiz
Wat betekent Immanuel?
A
Zaligmaker
B
Redder
C
God met ons
D
Koning
Slide 18 - Quiz
Vlak voor de geboorte van Jezus wordt er een volkstelling gehouden. Wie gaf deze opdracht?
A
Tollenaars
B
Koning Herodes
C
Stadhouder Pilatus
D
Keizer Augustus
Slide 19 - Quiz
Na de geboorte krijgt Jozef weer een droom. Een engel van de Heer zegt dat hij moet vluchten naar ...
A
Egypte
B
Moab
C
Syrië
D
Griekenland
Slide 20 - Quiz
Voordat Jozef & Maria een zoon krijgen, krijgen Elisabeth & Zacharias een zoon. Hij heet…
A
Judas
B
Petrus
C
Johannes
D
Paulus
Slide 21 - Quiz
Een engel van de Heer vertelt dat Jozef de baby ‘Jezus’ moet noemen. Waarom de naam Jezus?
A
Hij zal de Romeinen uit het land moeten jagen.
B
Hij zal zijn volk bevrijden van hun zonden
C
Hij is degene die troost.
D
Hij is de rots op wie je kunt bouwen.
Slide 22 - Quiz
Waar begint en eindigt het evangelie van Lukas?
A
Bethlehem
B
De Jordaan
C
Jeruzalem
D
Rome
Slide 23 - Quiz
Hoe verwijst Johannes naar zichzelf in het door hem geschreven evangelie?
A
De discipel die bij Jezus bleef
B
De discipel die Jezus volgde
C
De discipel die deze woorden schrijft
D
De discipel van wie Jezus veel hield
Slide 24 - Quiz
Op welke berg komt de Here Jezus in grote heerlijkheid terug?
A
De berg Sion
B
Gods heilige berg
C
De Olijfberg
D
De berg Hermon
