8.3+8.4 Hoe kom je aan werk?

8.3 & 8.4
Hoe kom ik aan werk
8.4 Met werk kom je verder
1 / 21
suivant
Slide 1: Diapositive
EconomieMiddelbare schoolvmbo tLeerjaar 2

Cette leçon contient 21 diapositives, avec quiz interactifs et diapositives de texte.

time-iconLa durée de la leçon est: 45 min

Éléments de cette leçon

8.3 & 8.4
Hoe kom ik aan werk
8.4 Met werk kom je verder

Slide 1 - Diapositive

Hoe kom je aan werk?

Slide 2 - Carte mentale

8.3 Hoe kom je aan werk?
Arbeidsmarkt
zij solliciteren
zij hebben vacatures

Slide 3 - Diapositive

8.3 Hoe kom je aan werk?
Arbeidsmarkt
aanbod van arbeid
vraag naar arbeid

Slide 4 - Diapositive

8.3 Hoe kom je aan werk?
Vacature
  • De werkgever geeft een vacature uit als hij op zoek is naar personeel.
  • Een vacature is een soort advertentie.
  • Als de vacature jou iets lijkt dan kan je solliciteren.

Slide 5 - Diapositive

Wat bedoelen we met de arbeidsmarkt?
A
Alle banen die er zijn bij bedrijven.
B
Alle mensen die werken of werk zoeken.
C
Alle mensen die werk zoeken.
D
Antwoord A en B samen.

Slide 6 - Quiz

Wat is een vacature?
A
Een vacature is een manier om te solliciteren
B
Een vacature is een baan die niet mee beschikbaar is
C
Een vacature is een baan die vrij is
D
Een vacature is een manier om te solliciteren

Slide 7 - Quiz

Waarom is het belangrijk om na het vmbo verder te leren?

Slide 8 - Question ouverte

8.4 Met werk kom je verder
Werk en opleiding
  • Werk waar je geen opleiding voor nodig hebt, noemen we ongeschoold werk.
  • Werk waar je wel een opleiding voor nodig hebt, noemen we geschoold werk. 
  • Met een diploma heb je meer kans op een goedbetaalde baan.

Slide 9 - Diapositive

8.4 Met werk kom je verder
Werk en opleiding
Theoretisch geschoold: Werk waar je meer met je hoofd bezig bent

praktisch geschoold: waar je meer met je handen bezig bent

Slide 10 - Diapositive

geschoold werk
ongeschoold werk

Slide 11 - Question de remorquage

I: Voor geschoold werk heb je een diploma nodig.

II: Een vakkenvuller is een voorbeeld van ongeschoold werk.
A
1 is juist, 2 is juist
B
1 is juist, 2 is onjuist
C
2 is onjuist, 1 is juist
D
Beide antwoorden zijn onjuist

Slide 12 - Quiz

Maatschappelijke ladder 
Het werk dat je doet bepaalt je positie op de maatschappelijke ladder: de plaats die je inneemt in de samenleving. 

Iemand met weinig status, staat laag op de maatschappelijke ladder.

Slide 13 - Diapositive

Sleep de beroepen in de vakken van 1 tot 8. De hoogste op de maatschappelijke ladder is 1.
1
2
Vakkenvuller
Boer
Rechter
Burgemeester
Vlogger
Leraar
Brandweerman
Treinmachinist

Slide 14 - Question de remorquage

Slide 15 - Diapositive

Arbeidsverdeling is belangrijk omdat:
A
Het werk dan in balans is.
B
Het salaris dan beter wordt verdeeld.
C
De werknemer kan doen waar hij/zij goed in is.
D
Er meer aanbod van werk is.

Slide 16 - Quiz

8.4 Hoe kom je aan werk?
Arbeidsverdeling
  • In een bedrijf heeft elke baan zijn eigen taken. Dit noemen we arbeidsverdeling
  • Dankzij een goede arbeidsverdeling stijgt de productie: werknemers kunnen specialiseren.

Slide 17 - Diapositive

8.4 Hoe kom je aan werk?
Een volle werkweek of minder...
  • Voltijdbaan: 36 uren of meer per week.
  • Deeltijdbaan: minder dan 36 uren per week.

Slide 18 - Diapositive

Hoeveel uur in de week werk je minimaal als je een voltijdbaan hebt?
A
34
B
36
C
38
D
40

Slide 19 - Quiz

Wat noem je hetzelfde als een voltijdbaan?
A
parttimebaan
B
uitzendbaan
C
flexibele baan
D
fulltimebaan

Slide 20 - Quiz

Aan de slag
huiswerk maken
van 8.3: opdrachten 1, 3, 4, 5, 6, 8 en 9
van 8.4: opdrachten 1 t/m 5 en 8

Slide 21 - Diapositive