investeren (bijv. in infrastructuur) --> vraag neemt toe.
Werkgevers: lonen verhogen --> vraag neemt toe.
Slide 22 - Diapositive
Slide 23 - Vidéo
Structurele werkloosheid
Gevolg van problemen aan de aanbodkant van de economie:
aanbod van verouderde producten: productie stopt.
aanbod van nieuwe productiemethoden: door automatisering minder mensen nodig
aanbod en productie gaat naar lagelonenlanden
aanbod van werkzoekenden met de ‘verkeerde’ opleiding: geen kans op werk.
Slide 24 - Diapositive
Structurele werkloosheid
Wat is eraan te doen?
Innovatie van producten: nieuwe producten waar vraag naar is.
Innovatie van productiemethoden:
--> goedkoper produceren --> meer vraag --> meer productie --> meer personeel nodig.
Scholing van personeel voor banen die er wel zijn.
Slide 25 - Diapositive
Meer soorten....
Frictiewerkloosheid:Na opleiding of ontslag heb je tijd nodig om een nieuwe baan te vinden.
Regionale werkloosheid:In een bepaald gebied is de werkloosheid hoger dan gemiddeld in het land.
Seizoenwerkloosheid: Bepaald werk kan niet gedaan worden in een deel van het jaar. Bijvoorbeeld: werk op de kermis.
Slide 26 - Diapositive
Conjuncturele werkloosheid
Structurele werkloosheid
TIJDELIJK.
Oorzaak: daling van de vraag naar goederen en diensten
BLIJVEND.
Oorzaken:
.......
-mechanisering / automatisering / robotisering;
-verplaatsing naar buitenland;
-faillissement;
-werklozen hebben niet de juiste opleiding.
Slide 27 - Diapositive
Frictie-
werkloosheid
Seizoens-
werkloosheid
Regionale
werkloosheid
kortdurend; zoektijd tussen 2 banen of baan en studie
alleen werk in een bepaalde periode
van het jaar
werkloosheid is in bepaalde gebieden hoger dan gemiddeld
Slide 28 - Diapositive
Slide 29 - Vidéo
Slide 30 - Diapositive
Ga zelf aan de slag!
Gebruik de rest van de les om 4.4 af te maken .
Dat mag met z'n tweeën op fluistertoon
timer
15:00
Slide 31 - Diapositive
Slide 32 - Diapositive
Slide 33 - Vidéo
Conjuncturele werkloosheid ontstaat:
Leg uit!
A
als consumenten meer geld hebben
B
als consumenten minder geld hebben
C
als bedrijven meer geld hebben
D
als bedrijven minder geld hebben
Slide 34 - Quiz
Nog niet zo lang geleden was China een lagelonenland. Om die reden vestigden ook Nederlandse bedrijven zich in dat land. De werkloosheid nam daardoor in Nederland toe. Leidt de verplaatsing van Nederlandse bedrijven naar China tot conjuncturele of structurele werkloosheid?
A
Conjuncturele werkloosheid
B
Structurele werkloosheid
Slide 35 - Quiz
Wat is structurele werkloosheid?
A
Dat een bepaald beroep helemaal verdwijnt en dus veel mensen op straat staan
B
Dat mensen elk deel van het jaar dezelfde soort werkloosheid hebben
C
Dat mensen arbeidsongeschikt zijn
D
Dat mensen slechts in bepaalde seizoenen geen werk hebben
Slide 36 - Quiz
Werkloosheid die ontstaat doordat het tijd kost om werk te zoeken. Dit is een vorm van...
A
Seizoenswerkeloosheid
B
Regionale werkloosheid
C
Structurele werkloosheid
D
Frictiewerkloosheid
Slide 37 - Quiz
Welke van de onderstaande ontwikkelingen heeft structurele werkloosheid tot gevolg?
A
De afgelopen jaren is het slechter gegaan met de economie
B
Door vergrijzing krimpt de beroepsbevolking
C
Veel bedrijven verplaatsen de productie naar lagelonenlanden
D
Vernieuwende bedrijven zorgen voor vraag naar arbeid
Slide 38 - Quiz
Van welk soort werkloosheid is sprake? "Tijdens perioden van crisis...."