blok 6, week 3 les 2 (Anne)

Spelling herhalingsles 
1 / 18
suivant
Slide 1: Diapositive
SpellingBasisschoolGroep 4

Cette leçon contient 18 diapositives, avec quiz interactifs et diapositives de texte.

Éléments de cette leçon

Spelling herhalingsles 

Slide 1 - Diapositive

klankgroepenwoord

Slide 2 - Diapositive

Wat doe je als er een medeklinker staat aan het einde van een klankgroep?
A
Ik neem een stukje weg.
B
Ik schrijf de letter erna dubbel
C
Ik schrijf het zoals ik het hoor.

Slide 3 - Quiz

Klankgroepenwoord

Slide 4 - Diapositive

Wat doe je als er een korte klank staat aan het einde van een klankgroep?
A
Ik neem een stukje weg.
B
Ik schrijf de letter erna dubbel
C
Ik schrijf het zoals ik het hoor.

Slide 5 - Quiz

Wat doe je als er een lange klank staat aan het einde van een klankgroep?
A
Ik neem een stukje weg.
B
Ik schrijf de letter erna dubbel
C
Ik schrijf het zoals ik het hoor.

Slide 6 - Quiz

typ het woord dat de juf zegt.

Slide 7 - Question ouverte

Typ het woord dat de juf zegt.

Slide 8 - Question ouverte

Typ het woord dat de juf zegt.

Slide 9 - Question ouverte

langermaakwoord 

Slide 10 - Diapositive

Slide 11 - Diapositive

Welke langermaakwoorden ken je?

Slide 12 - Carte mentale

Wat is de regel bij een langermaakwoord?

Slide 13 - Question ouverte

Welk woord is een langermaakwoord?
A
draai
B
brood
C
verwondering
D
kegel

Slide 14 - Quiz

Welk woord hoort bij deze categorie?

langermaakwoord
A
peer
B
land
C
etui
D
beker

Slide 15 - Quiz

Welk woord is een langermaakwoord?
A
bloeien
B
verzamelaar
C
worst
D
vegen

Slide 16 - Quiz

Welk woord is een langermaakwoord?
A
komst
B
vlaai
C
gezeur
D
tekenaar

Slide 17 - Quiz

Welk woord is een langermaakwoord?
A
draai
B
brood
C
verwondering
D
kegel

Slide 18 - Quiz