T4 B1-3

QUIZ: Stevigheid en beweging
1 / 18
suivant
Slide 1: Diapositive
BiologieMiddelbare schoolvmbo k, g, tLeerjaar 1

Cette leçon contient 18 diapositives, avec quiz interactifs, diapositives de texte et 1 vidéo.

time-iconLa durée de la leçon est: 45 min

Éléments de cette leçon

QUIZ: Stevigheid en beweging

Slide 1 - Diapositive

Welke functie van het skelet wordt hier omschreven: Zonder skelet zou je in elkaar zakken.
A
Bewegen
B
Vorm
C
Beschermen
D
Stevigheid

Slide 2 - Quiz


Hoe heten de groen gekleurde botten?
A
Halswervels
B
Borstwervels
C
Lendewervels
D
Heiligbeen

Slide 3 - Quiz


Hoe noemen we nummers 1 en 2?
1
2
A
1 = schouderblad 2 = ribben
B
1 = sleutelbeen 2 = schouderblad
C
1 = schouderblad 2 = sleutelbeen
D
1 = ribben 2 = sleutelbeen

Slide 4 - Quiz


Hoe heet het groen gekleurde bot?
A
Heiligbeen
B
Staartbeen
C
Heupbeen
D
Bekken

Slide 5 - Quiz

Sleep de nummers naar de juiste naam
Beenderen van de hand
vingerkootje
ellepijp
handwortel-
beentje
spaakbeen
middenhands-
beentje
1
2
3
4
5

Slide 6 - Question de remorquage

Op welke plek zit bot? 
Op welke plek zit kraakbeen? 
kraakbeen
kraakbeen
bot
bot
bot

Slide 7 - Question de remorquage

zet de soorten beenverbindingen op volgorde van meest beweegbaar tot minst beweegbaar
Meest beweegbaar
minst beweegbaar

Slide 8 - Question de remorquage

Sleep de beenverbinding naar de juiste beenderen
Twee teenkootjes
De wervels van het heiligbeen
Het heupbeen en het dijbeen
Ribben en het borstbeen
Gewricht
Vergroeid
Gewricht
Kraakbeen

Slide 9 - Question de remorquage

Slide 10 - Vidéo

Onderdelen van een gewricht
1. Gewrichtskogel
2. Gewrichtskapsel
3. Gewrichtskom
4. Gewrichssmeer
5. Kraakbeen
6. Kapselband
(4 x Gewrichts... en 2 x K......)

Slide 11 - Diapositive

3 soorten gewrichten

Slide 12 - Diapositive

kogelgewricht

Slide 13 - Diapositive

scharniergewricht

Slide 14 - Diapositive

rolgewricht

Slide 15 - Diapositive

Vergroeid
Naad-
verbinding
Kraakbeen-
verbinding
Gewricht

Slide 16 - Question de remorquage

Slide 17 - Question de remorquage

Stel; mijn opa (93) en onze zoon (1) staan boven aan de trap. Ze vallen allebei. Wie heeft de grootste kans op gebroken botten?
A
Opa, omdat hij de meeste lijmstof in zijn botten heeft
B
Ruben, omdat hij de meeste lijmstof in zijn botten heeft.
C
Opa, omdat hij de meeste kalk in zijn botten heeft
D
Ruben, omdat hij de meeste kalk in zijn botten heeft.

Slide 18 - Quiz